Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 2 (ca. 1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 2
Afbeelding van Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Quasi-socialisten. Hollanders te Antwerpen. Deel 2

(ca. 1907)–E. d'Oliveira–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

XIII
Intermezzo.

De bol-zwoele, verschiet-blauwe Lentemorgen, de verluchte warme nevel-zee, de koud-gloedende nevel-vlàmmen, vullend de straat, de met blindend-gouden platen bevloerde straat, ònder-grens van die nevel-blauwing; en daardóór, door 't dicht-bije verschiets-vlam-lekken, de half-warme zonne-bestraling, 't blauw-gedempte zonnegoùd, schijnend door puur-kristallen vliezen van ijs.

Tusschen de hoogsteenen paleizen is de straat van alle leven verlaten. Er is gèèn geluid, er is geen gesuis, er is geen zúcht. De lucht ligt zonder bewegen... 't is stil.

En nu nadert 't, over de gouden straat... maar zòò zacht... als liep 't op wòlken. We weten dat 't nadert, we vòelen 't naderen, we voelen 't met onze borst, maar vermogen 't niet te zien, want de blind-glinstering van de hel-gouden bestrating, dwingt onze blikken neer... Maar 't nadert.., en vervult ons met heiligheid, met zacht-tintelende heiligheid...

En van rein blank-zijn overstelpend, treedt 't kalm uit 't licht, en we zien 't nu, met neergeslagen oogen nog; we weten: 't is 'n kind, 'n glans-blank kind, in de stille schaduw van 'n hoog paleis.

't Zit warm in z'n zijen vacht-manteltje, in z'n glinsterend blanke zijen vachtje, waarover snéeuwen: traanvormige, witte verdoffingen. En met z'n witte beentjes trippelt 't on-hoorbaar...

En boven 't wit-wollene, zij-glimmende vachtje: 't rozige kinderhoofd, de glad-roze wang-bollen van kalm vleesch en daarin 't koraal-roode onschuld-mondje, met het symetrisch rechts-en-links golf-dalende bovenlip-heuveltje in puur-blijen lach,... en de blauwe oogen, aan weerszijden van 't fijn-vloei-vormige neusje, met z'n geel-blank paarlen rug... de stralende engel-oogjes, met de hagelblauwe iris-schijfjes, en den diep-zwart-gittenden pupil-kring, en 't kalm-roze vleesch er omheen zèèr glad... En om 't bloeien van wang-glim-rozen, de ijl-blonde krullen, de zilver-gouden, goud-zilveren, doorschijnende licht-doorsprankelde haartjes-krans,

[pagina 49]
[p. 49]

ijl-zilver in de morgen-blauwe nevel-gloed, tegen 't gedempte zonne-geglinster, dat schijnt door puur-kristallen vliezen van ijs...

De onschuld-blij-blauwe oogen zien naar den nevel-glanzenden stil-juichenden lente-hemel, engelachtig half-omhoog.

En terwijl 't geluidloos voorttrippelt op z'n gelig-blanke beentjes...

Storten in bij ieder pasje: achter 'm de donkere steen-wanden der paleizen; hellen traag naar elkaar met sombere beschaduwing van lente-nevels, en verdwijnen stil in de goudlachende wolken...

Achter 'm is de straat hòòg gevuld, met brokkige opeenstapeling van gouden puinklompen...

Neen! geen geluid,... de straat ligt stille...

't Schattige kind-engeltje trippelt kalm-zacht voort... z'n roze kin is vloei-perelrond,... en naar wat 't ziet met z'n hagel-blauwe onschuld-oogjes...

Strekt 't verlangend uit: z'n vacht-bekleede armpjes, met de poezel-paarl-roze wijzende vingertjes... en 't zachte lijfje helt licht voorover in 't getrippel...

In de verte waar de weg èven-versombert, ziet 't 'n duivelschspelende kermisgloed, rosse vlam-tongen, geel-en-zwartrosse tong-vlammen...

En naar die satanisch-lokkende ros-laai-lekkende vlammen-hel, strekt 't in stil verlangen z'n rein-blanken vacht-bekleede armpjes...

Achter 'm storten de hooge paleizen statig-langzaam in, verdwijnen in 't nevelgoud stil, en vullen de baan met brokkelige opéénstapeling van gouden puinklompen...

In den bol-zwoelen, verschiet-blauwen Lente-morgen...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken