Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
Afbeelding van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (89.09 MB)

Scans (214.72 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

(1991)–E.L. van Olst–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Inleiding

Het in deel II opgenomen materiaal omvat de volledige door Uilkema bijeengebrachte collectie documentaire tekeningen van boerderijcomplexen of onderdelen daarvan.

Van ieder van deze in totaal 388 documentaties is hier het volledige veldwerk, de uitgewerkte lijntekening en één of meer foto's opgenomen. De overige bij de opmetingen behorende foto's staan afgedrukt in deel I; op dit punt is hier niet naar volledigheid gestreefd om onnodige verdubbeling te voorkomen. De opgenomen foto's geven een zo volledig mogelijk overzichtsbeeld van het betreffende complex. Wat de overige afbeeldingen betreft is er naar gestreefd de veldwerktekeningen zo groot mogelijk weer te geven met het oog op de leesbaarheid van de vele hierin opgenomen aantekeningen. Het onderlinge verschil in afmetingen van de originele tekeningbladen maakt dat deze dientengevolge sterk van schaal verschillen. Alleen de wetenschap dat de tekeningen door Uilkema op millimeterpapier op een schaal 1:100 werden getekend maakt het mogelijk om (door het tellen van de ruitjes) een indicatie te krijgen van de werkelijke afmetingen van de boerderij. Om de omvang van de verschillende complexen echter ook op eenvoudiger wijze te kunnen vergelijken zijn de uitgewerkte lijntekeningen alle op dezelfde schaal (1:400) afgedrukt, wat een soms buitengewoon verrassend en zeer instructief beeld oplevert. De keuze van de schaal, die in de meeste gevallen een verkleining van het origineel met factor vier inhoudt, werd bepaald door het feit dat ook de omvangrijkste complexen nog binnen de bladspiegel moesten passen. Kleinere boerderijen, keuterijtjes en plaggenhutten worden op deze schaal onvermijdelijk vrijwel tot postzegelformaat gereduceerd. In die gevallen waar dit tot een onaanvaardbaar verlies aan informatie dreigde te leiden is daarom naast de standaardopname van 1:400 dezelfde tekening ook nog eens op een grotere schaal afgedrukt.

Naast de afgebeelde documentatie is per boerderij een korte begeleidende tekst opgenomen. Hierin wordt iedere boerderij afzonderlijk beschreven om de plattegrondtekeningen, waarin alle functie-aanduidingen ontbreken, ook voor de niet bouwkundig geschoolde lezer toegankelijk te maken. Op basis van de door Uilkema gemaakte aantekeningen en beschrijvingen wordt zowel nader ingegaan op de indeling van de gebouwen en het gebruik van de verschillende ruimten als op de toegepaste constructie en eventuele eigenaardigheden van de afgebeelde boerderij. Waar het veldwerk dergelijke gegevens bevatte wordt in de tekst tevens melding gemaakt van bouwsporen en hun relatie tot de geschiedenis van het afgebeelde object, alsmede van de door Uilkema aangehouden datering. Waar mogelijk wordt tevens nader ingegaan op de betekenis van het betreffende object voor zijn onderzoek en de voornaamste conclusies die hij hieraan ontleende. Bij al deze gegevens, die grotendeels aan Uilkema's aantekeningen, conceptteksten en publikaties werden ontleend, is regelmatig gebruik gemaakt van citaten uit zijn werk, die cursief zijn afgedrukt om ze duidelijk te onderscheiden van de overige tekst. Bij gebruik van streektermen zijn hierin, waar nodig, verklarende begrippen tussen haakjes en niet-gecursiveerd opgenomen.

Naast een samenvatting van de door Uilkema vermelde gegevens bevatten de beschrijvingen meestal ook het een en ander over de plaats van de betreffende boerderijvorm in de huidige typologie, het ontwikkelingsstadium dat hierin is vastgelegd en het al dan niet typische karakter van de afgebeelde huisvorm in vergelijking met de traditionele streekvormen. Voor deze laatste aspecten werd aanvullend materiaal geraadpleegd in de vorm van vakliteratuur of vergelijkbare documentaties uit het archief van de SHBO. De achtereenvolgende beschrijvingen zijn zo opgebouwd, dat zij de lezer geleidelijk invoeren in de kenmerkende indelings- en constructieprincipes van de verschillende gebieden en in de begrippen die een rol spelen in het historisch boerderij-onderzoek. De eerste beschrijvingen van de diverse boerderij-gebieden zijn daardoor over het algemeen uitgebreider dan die van de later verrichte opmetingen, bijzondere objecten daargelaten.

Ten behoeve van de naslagmogelijkheid bij de tekst van deel I zijn de opmetingen hier in numerieke volgorde afgebeeld, wat tot gevolg heeft dat de verschil-

[pagina 6]
[p. 6]

lende gebieden door elkaar worden behandeld. Voor een overzicht per provincie wordt verwezen naar de in deel I, achter de deelteksten van hoofdstuk 7, opgenomen lijsten met de bijbehorende provinciekaartjes. De in dit tweede deel opgenomen landelijke overzichtskaart beoogt slechts een globale indruk te geven van de verspreiding van de documentaties. Voor een geografisch overzicht en een zakenregister wordt verwezen naar de in deel I opgenomen bijlagen. Het op de volgende bladzijden afgedrukte numerieke overzicht van de opmetingen laat zien dat de door Uilkema gehanteerde nummering in grote lijnen overeenkomt met de volgorde van vervaardiging. Dit geldt echter pas vanaf het najaar van 1920; de eerste 33 tekeningen werden vermoedelijk later, bij de uitwerking van de schetsen, van een nummer voorzien. Ook werd door Uilkema in de loop van het onderzoek regelmatig ouder materiaal uit zijn Friese onderzoek in willekeurige volgorde aan het bestand toegevoegd. In sommige gevallen betreft het hier eerder opgemeten boerderijen die in het kader van het voortgezette onderzoek opnieuw werden onderzocht. Andere bestaande opmetingstekeningen werden vanwege hun mogelijke relevantie voor de tijdens het onderzoek opgestelde nieuwe ontwikkelingstheorieën alsnog in het landelijke documentatiebestand opgenomen zonder dat van aanvullend onderzoek sprake was. Een laatste serie Friese tekeningen (onder meer van moderne stalinterieurs), door Uilkema vervaardigd ten behoeve van zijn publikaties uit 1915/1916, werd niet door hemzelf genummerd maar ten behoeve van deze uitgave alsnog van een volgnummer voorzien en aan het einde van Uilkema's eigen lijst toegevoegd.

Bij de weergave van de documentatie is ten behoeve van de duidelijkheid gestreefd naar een vaste bladindeling. Om onnodig bladeren te voorkomen is in principe iedere documentatie op twee naast elkaar gelegen pagina's afgebeeld, zodat men het volledige materiaal in één keer kan overzien. Het veldwerk is daarbij steeds links afgebeeld, terwijl men rechts de begeleidende tekst, de lijntekening en één of meer foto's aantreft. Doordat de collectie niet homogeen van opbouw is kon deze opzet echter niet overal consequent worden doorgevoerd. Van sommige objecten zijn meer gegevens bewaard gebleven dan op twee pagina's konden worden opgenomen, terwijl van andere een foto of een tekening ontbreekt.

Van iedere boerderij is in de kop van de begeleidende tekst naast nummer en datum van vervaardiging ook een aanduiding van de situering opgenomen in de vorm van plaatsnaam, provincie en naam van de toenmalige bewoner en/of eigenaar, zoals deze door Uilkema op het veldwerk werd vermeld. Bij de plaatsnaam is geen gemeente vermeld in verband met de veelvuldige wisseling van de gemeentegrenzen in de afgelopen decennia; wel werd, ter nadere informatie, bij boerderijen op de Wadden- en Zuiderzee-eilanden de naam van het betreffende eiland opgenomen. Een nauwkeuriger adresaanduiding ontbreekt echter; deze werd door Uilkema vrijwel nergens vermeld. Incidenteel is door later onderzoek aanvullende informatie over de plaats van de door hem bezochte objecten bewaard gebleven; in het kader van de onderhavige studie is echter geen serieuze poging ondernomen om ook de niet bekende boerderijen alsnog te traceren. Een proef heeft uitgewezen dat dit een zeer arbeidsintensieve zoektocht door de gemeentelijke archieven zou betekenen. Als feitelijk gegeven staat op het veldwerk naast de plaatsnaam alleen de naam van de boer vermeld zonder dat bekend is of deze ook de eigenaar van de boerderij was, wat het zoeken bemoeilijkt. Daar komt nog bij, dat zeer veel van de gedocumenteerde objecten niet meer zullen bestaan. Van het in het begin van deze eeuw aanwezige boerderijbestand is thans nog slechts een klein deel bewaard gebleven en de nog bestaande oudere boerderijen zijn in de meeste gevallen gedurende de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Hetzelfde geldt voor de omgeving van de boerderijen en voor de erfsituatie. Dit alles maakt tracering van de door Uilkema bezochte objecten een moeizame zaak, terwijl het bovendien zeer de vraag is of hiermee voor het onderhavige onderzoek wezenlijke gegevens zouden worden toegevoegd. Een vergelijking van de situatie in Uilkema's tijd met het huidige boerderijbestand zou wellicht een beeld opleveren van de teloorgang van de oude Nederlandse boerderij, maar valt buiten het kader van dit onderzoek.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken