Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
Afbeelding van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (89.09 MB)

Scans (214.72 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

(1991)–E.L. van Olst–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 112]
[p. 112]

[De Waal, Texel]



illustratie

[pagina 113]
[p. 113]

KU-50 (29 april 1921)
De Waal, Texel (N.-H.)
boerderij van G. Kersemaker



illustratie



illustratie
1:400


Na de eilanden Ameland, Terschelling en Wieringen breidde Uilkema zijn onderzoek in 1921 ook uit naar Texel. De eerste documentaties die hij hier verrichtte waren beide afkomstig uit het gehucht Molenbuurt bij De Waal. Beide boerderijen vertonen globaal hetzelfde type: de op Texel algemeen voorkomende stolpvorm met lang uitgebouwd woonhuis.

Het voorhuis van deze boerderij telde, vergeleken met de bescheiden woonruimten van de Amelandse en Terschellingse boerderijen, een groot aantal vertrekken. Aan de voorgevel lag allereerst een melkkelder met een kleine opkamer; daarnaast vond men het zogenaamde ‘voorhuis’, dat door een houten schot in tweeën was gedeeld. Achter dit voorste travee lag een vertrek waar zich de stookplaats bevond en waar getuige de bedsteden ook werd geslapen. Daarachter, half in het bedrijfsgedeelte, lag tenslotte nog een ruimte die eenvoudigweg ‘kamer’ werd genoemd. Hoewel het veldwerk hierover geen bijzonderheden verschaft, deed deze laatste ruimte, die aan de stal grensde, vermoedelijk dienst als zomerwoning en werd de kamer met de stookplaats vooral in de winter gebruikt. De zolder boven het voorste gedeelte van het woonhuis (tot aan de zomerwoning) was één grote open ruimte, die, naar Uilkema aannam, oorspronkelijk in gebruik was geweest als zaadzolder, voor de opslag van gedorst graan. In het bedrijfsgedeelte werd de middenbeuk in zijn geheel gebruikt voor hooiberging. Dit tasvak was rondom door een houten wand afgescheiden van de buitenstijlruimten waar zich de deel en de stallen bevonden. De deel was toegankelijk via inrijdeuren aan de voorzijde van de boerderij. De koestal was een gewone Friese grupstal, waarop het vee twee aan twee tussen houten schotten met de koppen naar de buitenmuur stond, zonder aparte voergang. Aan het einde van de stal, dicht bij de kamer, lag een werkruimte met een stookplaats en een regenwaterbak, waar waarschijnlijk de zuivelverwerking plaats vond. De aanwezigheid van een stookplaats duidt mogelijk op kaasmakerij. Hoewel het gebouw rondom van stenen buitenmuren was voorzien, was langs de muur van de deel nog een restant van de oude houtconstructie bewaard gebleven in de vorm van een rij muurstijltjes. Aan deze zijde vond men verder nog een zes treden diepe, uitgebouwde aardappelkelder (linksonder op de plattegrond) die aan de buitenzijde ter isolatie overdekt was met een berg zand.

[pagina 114]
[p. 114]


illustratie

[pagina 115]
[p. 115]

KU-51 (29 april 1921)
De Waal, Texel (N.-H.)
boerderij van D. Kooiman



illustratie



illustratie



illustratie
1:400


Ook deze tweede achtereenvolgende Texelse documentatie betrof een stolp met uitgebouwd voorhuis. Vergeleken met de vorige opmeting valt vooral op, dat het voorhuis hier veel korter was; uit Uilkema's aantekeningen blijkt echter dat dit niet altijd het geval was geweest. Het woonhuis zou ooit bij een verbouwing zijn ingekort; de voorste kamer was toen verdwenen. Op de tekening staat de omtrek van de verdwenen voorruimte aangegeven door middel van een stippellijn. Uilkema meende dat de inkrimping van het voorhuis in verband stond met het in onbruik raken van de daarboven gelegen graanzolder: ‘..Voor deze gevel heeft nog een vooreinde gestaan van 6 M. lang. Den vooreind is vervallen omdat men later het voer kocht en zelf geen zaad meer verbouwde..’. Het restant van de graanzolder besloeg nu nog de ruimte boven het voorste vertrek en was door een bakstenen muur afgescheiden van de achterliggende zolderruimte. Tegen deze muur lagen ook de rookkanalen van de stookplaatsen. Uilkema, die deze muur daarom automatisch als brandmuur betitelde, vernam van de bewoner dat deze niet als brandbeveiliging maar als afscheiding diende: ‘..Volgens Kooiman is de brandmuur de afscheiding omdat dan het zaad droog blijft, daar de koewasem daar niet doordringt..’.

Het woongedeelte van de boerderij bestond sedert de verkorting van het voorhuis uit twee vertrekken, die men eenvoudig voorkamer en achterkamer noemde. Beide waren voorzien van een stookplaats en van bedstedewanden. De melkkelder bevond zich in het bedrijfsgedeelte; het betrof hier een diepe overwelfde ruimte, die zowel vanuit het woonhuis als vanuit de stal bereikbaar was. De zolder boven de kelder diende als turfhok. Het bedrijfsgedeelte had overigens de bekende stolpindeling met koestal, paardestal en deel alle gegroepeerd rondom het centrale hooivak. De ruimte van de paardestal zou hier vroeger een dubbele functie hebben gehad: ‘..Hier stond eertijds de vierkante platte Texelsche (?) draaikarn in het bezit van Kooiman. De paardestal was des winters paardestal, 's zomers karnplaats..’. De aan deze stal grenzende ruimte, die in open verbinding stond met de deel, werd gebruikt als kalverstal. Tussen tasvak en woonhuis lag hier tenslotte nog een smalle restruimte die geheel met plavuizen was bestraat en ‘mouthok’ werd genoemd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken