Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
Afbeelding van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (89.09 MB)

Scans (214.72 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

(1991)–E.L. van Olst–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 670]
[p. 670]

[Vilt]



illustratie

[pagina 671]
[p. 671]

KU-318 (26 augustus 1927)
Vilt (L.)
boerderij van H. Hendriks



illustratie



illustratie
1:400


In compleet contrast met het laatste hiervoor besproken Limburgse voorbeeld van een rijke kasteelboerderij (KU-310) staan de eenvoudige keuterijtjes en kleine bedrijfjes die Uilkema in deze provincie in dezelfde periode bestudeerde.

Het hier afgebeelde ‘hofje’ uit Vilt geeft een goed beeld van het Zuidlimburgse kleine bedrijf, zoals dat in het begin van deze eeuw nog in groten getale aanwezig moet zijn geweest. Het geheel, dat volgens Uilkema uit ‘..ca. 1737..’ dateerde, bestond oorspronkelijk slechts uit woonruimte, koestal en deel, met alleen de zolderruimte voor oogstberging. Volgens een aantekening op het veldwerk werd de deel hier ‘schuur’ genoemd, wat lijkt te duiden op een combinatie van dorsvloer en oogstberging. Daarachter werd later nog in het verlengde van het gebouw een wagenberging, de ‘schop’, bijgebouwd, die in eerste opzet zeer goed alleen uit een open afdak kan hebben bestaan, zoals te zien is bij één van de volgende opmetingen, KU-320. De oven had zich, blijkens een notitie op het veldwerk, hier eerst in een aanbouw naast het woonhuis bevonden en was later verhuisd naar deze aangebouwde berging. Het woongedeelte bestond uit twee kamers, elk met stookplaats, en een centrale gang waarop de buitendeur uitkwam. De woonkeuken was gedeeltelijk onderkelderd en boven het woonhuis bevond zich een graanzolder. Direct achter de woning lag de stal. Beide afdelingen waren door een muur tot de nok volledig van elkaar gescheiden, zonder enige interne verbinding; stal en woning hadden elk hun eigen toegangsdeur in de lange gevel. In de stal was ruimte voor vijf koeien, die naar een langs de zijmuur bevestigde hoge voerkrib gekeerd stonden. De stalvloer was vrijwel vlak, met alleen een smalle giergoot achter de dieren, die ondergronds in verbinding stond met een op het erf gelegen gierput. Van het stalprofiel staat een klein schetsje op het veldwerk. De muur tussen de koestal en de daaraan grenzende dwarsdeel was volgens Uilkema pas later aangebracht en niet meer dan 2,5 m hoog; beide ruimten zouden vroeger één geheel hebben gevormd. De ten tijde van de opmeting naast het huis gelegen dwarsdeelschuur voor oogstberging zou pas recentelijk zijn bijgebouwd en werd daarom door Uilkema op de lijntekening alleen in omtrek weergegeven. Wat de constructie betreft was deze boerderij minder interessant. Alle muren bestonden blijkbaar al uit baksteen; van een houtconstructie is noch op het veldwerk noch op de lijntekening iets te zien; de vlakke dakhelling suggereert een recente kapconstructie. Vermoedelijk was hier in de voorgaande periode al eens het een en ander gemoderniseerd. Een doorsnedeschets ontbreekt echter.

[pagina 672]
[p. 672]


illustratie

[pagina 673]
[p. 673]

KU-319 (26 augustus 1927)
Vilt (L.)
boerderij ‘Het Höfke’ van J. Duizings



illustratie



illustratie
1:400


Ook hier trof Uilkema dezelfde langgerekte bouwmassa aan als bij de vorige opmeting, met een opeenvolging van woonvertrekken, koestal, tasruimte en dwarsdeel. De aan de kopgevel aansluitende muur met poort lijkt een aanzet te geven naar een beslotener vorm van het erf. Op het originele veldwerk en de lijntekening liet Uilkema deze op de foto zichtbare muur echter weg. De uitwerking van de plattegrond voor de stenciluitgave (zie deel I, hoofdstuk 7.10) laat hem daarentegen wel weer zien. Bij dit boerderijtje bevond de deel zich helemaal achteraan in het gebouw. Deel en graanvak vormden hier, hoewel dit op de plattegrond niet te zien is, feitelijk een eenheid. Tussen beide ruimten bevond zich alleen een 80 cm hoog muurtje, dat als functie had om bij het dorsen het overspringen van de graankorrels vanaf de dorsvloer te voorkomen. Uilkema noteerde dat men hier bij de kleinere bedrijven nog overal met de vlegel dorste. In de koestal was, afgaande op het schetsje op het veldwerk, plaats voor vier koeien en wat jongvee. De indeling van de stal was gelijk aan die van de hiervoor besproken boerderij. De mest werd bewaard in een open mestvaalt op het erf. Daar vlakbij bevond zich ook een diepe kuil waarin zich het regenwater van het erf verzamelde. Deze poel diende als drenkplaats voor het vee. Uilkema noteerde dat de koeien in de zomer zelf uit de weide hierheen kwamen om te drinken. Tussen de koestal en de daaropvolgende, bij de woning behorende, werkruimte zat in de muur een klein raampje. Uilkema vatte dit op als bewijs dat de scheiding tussen woning en stal hier niet altijd zo volledig zou zijn geweest. In de tussenruimte bevond zich een varkenshok, een (open) toilet, een kippenhok en een stookplaats voor de sopketel. Het geheel was onderkelderd. Uilkema ging er, mede door de plaats van de kelder, vanuit dat deze werkruimte oorspronkelijk een woonfunctie hd gekend en pas later meer bij het bedrijf was getrokken. Het voorste deel van de boerderij diende tenslotte als woonhuis. Tegen de blinde kopgevel bevond zich een (vensterloos) slaapvertrek, daarnaast lag een kleine ‘waskeuken’. De middelste ruimte diende als dagelijkse woonruimte; hier bevond zich de stookplaats en de toegang tot de kelder. Van deze ruimte was bovendien een klein entreeportaal afgescheiden, waarop de enige toegangsdeur tot het woonhuis uitkwam. De muren van het gehele gebouw waren volgens aantekening op het veldwerk 60 cm dik. De doorsnedetekening toont de kapconstructie met zijn schaarspant, door schuine stutten ondersteunde spantbalk en gordingen. De vele diagonale elementen, die de doorsnede een onverwacht decoratief aanzien geven, moeten het gebruik van de zolderruimte zeer hebben beperkt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken