Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2
Afbeelding van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (89.09 MB)

Scans (214.72 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uilkema, een historisch boerderij-onderzoek. Boerderij-onderzoek in Nederland 1914-1934. Deel 2

(1991)–E.L. van Olst–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 680]
[p. 680]

[Koumen]



illustratie

[pagina 681]
[p. 681]

KU-323/323A (25 augustus 1927)
Koumen (L.)
boerderij van M.J.J. Daemen



illustratie



illustratie
1:400


Deze boerderij uit Koumen verschafte Uilkema het meest ideale bewijsmateriaal voor de geleidelijke groei van de Limburgse gesloten hoeve dat hij zich maar kon wensen. De volledige ontwikkeling van eenvoudig langgerekt gebouw, via L- en U-vorm tot carrévormig complex was hier namelijk van stap tot stap te volgen en alle opeenvolgende fasen waren zelfs nog voldoende herkenbaar gebleven. Bovendien kon de familie, die de boerderij al generaties lang bewoonde, de nodige aanvullende inlichtingen verstrekken over de datering van de verschillende bouwfasen. Na de opmeting werd hierover uitgebreid gecorrespondeerd. Uilkema legde zijn eindconclusies vast in een schema waaruit de geleidelijke groei van de boerderij valt af te lezen en dat in het documentatiebestand werd opgenomen als KU-323A. In zijn Limburgse hoofdstuk zou hij over dit voorbeeld stellen: ‘..Onder de gevonden aanwijzingen, dat het ontstaan der groote villa een groeiproces is geweest, stelt er één in bewijskracht de andere geheel in de schaduw. Het betreft een aanvankelijk kleine hoeve, die langs den weg van vergrooting geleidelijk in een vrij omvangrijke villa is veranderd. Haar geschiedenis geeft een juist inzicht in den aard der factoren, die na het “Schimmertsche stadium” - een term, waarmee gevoeglijk de haaksche bouworde kan worden gekenschetst - de verdere ontwikkeling der Zuidlimburgsche boerderij beheerschten..’.

Het ontwikkelingsschema dient met de klok mee te worden gelezen. Het oudste gedeelte van de boerderij (I) bestond uit eenzelfde eenvoudige, langgerekte huistype als eerder was aangetroffen bij opmeting KU-318, KU-319 en KU-320. De gehele boerderij zou volgens Uilkema's schema aanvankelijk hebben bestaan uit woning, koestal en deel, met tasruimte voor de oogst op zolder. Op dit punt verschilde hij echter van mening met de bewoner, die hem schreef dat naar zijn mening alleen het van mergelblokken gebouwde woongedeelte tot de oudste kern behoorde en dat ook de kleine stal en de deel hier pas later aan zouden zijn toegevoegd. Vanuit dit eerste langgerekte stadium zou men de boerderij halverwege de 18e eeuw allereerst in haakse richting hebben uitgebreid (II). De oude deel werd paardestal en tasvak, terwijl hieraan een nieuwe dwarsdeel en een tweede tasvak werden toegevoegd. Daar weer achter bouwde men bovendien een nieuwe, grotere koestal; ook de oude stal (voor slechts twee koeien) bleef echter nog lange tijd in gebruik De volgende stap was om rond 1800 deze in opzet vrij ondiepe vleugel allereerst in breedterichting uit te breiden, om meer tas- en stalruimte te krijgen (III). De sporen van deze laatste uitbreiding waren nog lang bewaard gebleven, maar bij een verbouwing kort voor Uilkema's bezoek grotendeels verdwenen. De boer schreef hem

[pagina 682]
[p. 682]


illustratie
Ontwikkelingsschema bij opmeting KU-323


[pagina 683]
[p. 683]

hierover echter het volgende: ‘..Daarna is het gedeelte 3-3 gebouwd, wat zich duidelijk uittekent aan den gevel (...), waarvan het gedeelte met X gemerkt nog goed zichtbaar is wat naderhand bijgebouwd is, zoowel als de gebinten die van binnen in de schuur gestaan hebben (die uitzagen volgens nevenstaande schets), welke verleden jaar vernieuwd zijn tegelijk met de muren welke ik met inkt heb aangeduid, wat toen geheel versleten was van ouderdom..’. Blijkbaar ging het de bewoners van de boerderij langzaam maar zeker steeds meer voor de wind. De oude kleine koestal werd (naar de boer zich meende te herinneren in 1894) veranderd in een werkruimte voor de zuivelbereiding. De volgende uitbreiding, die uit 1899 dateerde, stond de boer nog zeer duidelijk voor de geest. Er werd toen haaks op de schuur een grotere paardestal aangebouwd (IV). De oude paardestal (op de plaats van de eerste deel) werd toen ingericht als varkensstal. Hiermee was de eerste aanzet gegeven voor de U-vorm van het complex. In 1906 werd het strodak over het oudste gedeelte vervangen door een pannendak. Blijkbaar breidde zowel de varkenshouderij als de akkerbouw zich op dit bedrijf snel uit, want al in 1911 werd ook de nieuwe paardestal voorzien van varkenshokken en werd een nog weer grotere paardestal aangebouwd (V). In 1922 tenslotte, werd een tweede koestal haaks op de paardestal aangebouwd, met een poort die de carrévorm voltooide (VI). Het proces van geleidelijke uitbreiding en verbetering was hiermee echter niet stilgezet. Buiten het complex was inmiddels bijvoorbeeld alweer een grote beerput aangelegd ter vervanging van de oude mestvaalt op de binnenplaats en de boer meldde verder met gepaste trots: ‘..En verleden jaar heb ik zelf mij nog de waterleiding aangelegd van oude gasbuizen, welke onder den vloer van de stallen door ligt en in alle stallen water brengt voor de koeien in de winter en in de zomer voor het koelen van de melk dienst doet..’. Uilkema beëindigde zijn beschrijving van deze interessante boerderij met een voorspelling van de eventueel te verwachten volgende stadia. Naar zijn mening zou in de toekomst vooral de schuurruimte van plaats veranderen. Hij verwachtte dat deze uiteindelijk evenwijdig aan het woonhuis zou worden geplaatst, met een zijlangsdeel met inrijdeuren naar de straat, waardoor het binnenbrengen van de oogst sterk zou worden vereenvoudigd. De boerderij bestaat thans echter niet meer, zodat het helaas niet mogelijk is Uilkema's voorspelling aan de werkelijkheid te toetsen.



illustratie
Detail brief M. Daemen - Uilkema d.d. 6-9-1927



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken