Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoires 1968-1970 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoires 1968-1970
Afbeelding van Memoires 1968-1970Toon afbeelding van titelpagina van Memoires 1968-1970

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.04 MB)

Scans (31.58 MB)

ebook (6.94 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoires 1968-1970

(2003)–Willem Oltmans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Huis ter Heide

2 september 1968

Peter kwam naar Amsterdam. We gingen in de Prinsenkelder eten, waar we Cees Meijer, mijn hoofdredacteur uit Zaandam, ontmoetten. Peter had zijn standpunt zorgvuldig voorbereid. Hij verbaasde zich dat hij eindelijk onder woorden kon brengen dat onze relatie, zoals deze tot nu toe was geweest kapot moest. Bij Philip Nasta voelde hij zich veilig en warm. (Hij wees op zijn body, zijn binnenste.) ‘Voor jou ben ik bang, heb ik angst, en dit is altijd zo geweest. Pas wanneer je niet meer zoveel van me houdt zal ik je mijn vriendschap kunnen bewijzen. Voorzover dit mogelijk was heb ik mij in liefde aan Philip gegeven. Het was een overgave. Onze relatie is verkeerd begonnen. Ik ben nooit verliefd op je geweest, want misschien was ik dan echt van je gaan houden. Nu kunnen we de klok niet meer terugdraaien en opnieuw beginnen. Toch heb je een gat in mij geslagen wat niet meer te dichten is.’ Het werd een uiterst emotionele dag. 's Avonds laat in bed zei hij opeens: ‘Geef me je hand.’ Voelde me verpletterd.Ga naar voetnoot53

3 september 1968

We zijn nog steeds in Zandvoort. De avond valt. De lucht is schitterend. Peter doet met zijn bruin verbrande blote lijf in een legerhemdje oefeningen op het strand. Hij draagt mijn laarzen. Hij gaat joggen langs het strand. Ik kijk hem na. ‘I love you in a very special way,’ zei hij nog.

Ik verdiep me in Carp. ‘De behoefte aan veiligheid is een algemeen menselijke en zeer diepgevoelde levensbehoefte, wellicht de diepste grond van alle streven (...).’ Of: ‘Door middel van alle mogelijke reacties tracht het zich zwak en bedreigd voelende ik te ontkomen aan “gevaar”.’ Carp meent dat een streven naar zelfbehoud dikwijls een reactie kan zijn op een vage beleving van onmacht. Er wordt een schutsmuur opgebouwd, waarachter een streven naar veiligheid de meeste bevrediging kan vinden. Hoe een compromis te bereiken tussen de drang tot zelfbehoud en zelfovergave, dat is wat Peter momenteel zo

[pagina 46]
[p. 46]

bezighoudt. Soms denk ik dat ik juist door mijn overgave hem in Philips armen terugdrijf. Zoals ik misschien door aan te dringen mee naar Amerika te gaan hem in versneld tempo naar de musical heb gejaagd. Hij tekende trouwens het contract met John de Crane. De repetities zijn begonnen. Ik vind dat hij de neiging heeft teveel te drinken, wat een gewoonte is, die hij bij Philip schijnt te hebben geleerd. En dan zegt hij weer: ‘Soms wilde ik dat ik oud en lelijk was. Wat zijn de mensen toch onecht. Ze zijn allemaal op hetzelfde uit: seks.’

Jung: ‘An insane person is hopelessly at the mercy of his voices.’

4 september 1968

Hollandse regen

Lees Eenzaam van August Strindberg dat we samen kochten. Niet al te bijzonder.

Ik houd onveranderlijk en onomstotelijk van Peter. Het is een sublieme, volmaakte genegenheid. Toch ben ik onuitsprekelijk triest van binnen.

5 september 1968

We kochten de Kreeftskeerkring van Henry Miller. Ik reageer op dit boek precies zo als op Jan Cremer. Een paar pagina's is voldoende om het voorgoed dicht te slaan.

Ik kijk naar mams honden. Zou een dier het verdriet van een mens aanvoelen? Geen verdriet in de zin van pure tranen, maar verdriet van onuitspreekbare zielenpijn? Pijn, die ook weer geen pijn is in de letterlijke zin van het woord.

Paul Tillich zegt in de Bres dat ik van Peter leende: ‘Iemand die iets begrepen, ondervonden heeft van de diepgang van het leven, die heeft iets van God ervaren.’ En Kierkegaard zegt in hetzelfde nummer: ‘De waarheid, de hoogste waarheid, die een levend mens deelachtig kan worden, is de objectieve onzekerheid, die verkregen is door de hevigste persoonlijke ervaringen.’

Peter zei wel dat hij tegen Philip Nasta had gezegd een dieper contact met mij te hebben. Ik antwoordde: ‘Geestelijk contact, Peter, is de hoogste vorm van alle contact.’ Ik ben hier zeker van, heel zeker, ook wat duurzaamheid betreft.’

(Nu vind ik alsnog notities uit augustus)

21 augustus 1968

08.50 uur

Ellen Thomassen belde met het nieuws dat legereenheden van

[pagina 47]
[p. 47]

de Sovjet-Unie naar Praag zijn opgerukt. Dat wordt een soort Russisch-Dominicaanse Republiek-avontuur. Ze zijn allemaal gelijk en doen hetzelfde, invasies organiseren wanneer het in hun kraam te pas komt.

Mejuffrouw Boekhoudt schreef weer exact waar het op stond. Peters plotselinge vertrek uit New York verbaasde haar. ‘Of benauwde zijn afhankelijkheid van jou hem toch uiteindelijk? Ik hoop dat jullie samen nog een goede weg hebben kunnen vinden.’

Om 19.00 uur luisterde ik naar George Ball in de Veiligheidsraad van de VN, die de Amerikaanse verontwaardiging over Praag verwoordde. Toch trad Lord Caradon verfijnder en diplomatieker op. Ambassadeur Malik van de ussr zei het een treurige zaak te vinden om de heren Ball en Caradon, ‘representatives van imperialistische financiële kringen’ het communistische regime in Praag te horen verdedigen. Ik vond de lange rede van Malik meesterlijk. Daarop, in een dramatisch moment, nam de vertegenwoordiger van Tsjecho-Slowakije het woord aan de hoefijzervormige tafel.

Dostojevski schreef in zijn dagboek dat hij, twee weken nadat zowel zijn vrouw als zijn broer waren overleden, voor het eerst weer ontluikende knoppen in de bomen ontwaarde. Gevoelens van diepste terneergeslagenheid zouden zich na veertien dagen weer geleidelijk gaan oplossen. Het enige wat niemand je kunt afnemen is de liefde voor muziek. Ik schreef mam: ‘I will always remember you and be grateful for having given me the love for music.’Ga naar voetnoot54

Bij thuiskomst nog een langdurig telefoongesprek met mevrouw Marguerite Oswald gevoerd. Arme vrouw. ‘I am holding the cards (in jfk's assassination) (...) when they used my son as a patsy, no-one banked on Marguerite Oswald.’ Ik denk nog steeds dat zij gelijk heeft en Oswald de moord niet heeft begaan. Maar hoe kan deze moeder dit ooit bewijzen? Zij vecht in haar eentje tegen alles en iedereen.

Jung: ‘The psyche is a self-regulating system that maintains itself in equilibrium as the body does (...).’

22 augustus 1968

Sergeant Joseph Payne (48) uit Copperhill Tennessee, is in plaats van zijn zoon Larry naar Vietnam gegaan. Hij is gesneuveld. Het doet me denken aan de vader van Martin Portier, die op Java zijn leven offerde opdat zijn zoon gespaard zou blijven.

De auto gaat 30 augustus weer terug naar Holland.

[pagina 48]
[p. 48]

Zit weer in de Veiligheidsraad. Allemaal leeg geklets. Het Sovjet fait accompli in Praag is niet meer terug te draaien. Wie gaat de ussr te lijf om ze op hun fouten te wijzen?

Lees Letter to his Father van Franz Kafka.Ga naar voetnoot55 Zend Peter vast een telegram om hem te wijzen op het bestaan van dit uitzonderlijke boekje. Het begint: ‘Dearest Father, You asked me recently why I maintain that I am afraid of you....’ Typical.Ga naar voetnoot56 Het is een vernietigend oordeel geworden. Ik lees het boekje met het oog op de relatie tussen Peter en zijn vader. Wat zou ik zelf uiteindelijk schrijven indien ik ‘een brief’ aan mijn eigen vader zou moeten samenstellen? Eigenlijk is mijn voornaamste conclusie over dit boekje, hoe ontzettend ik (als oudere) tekortgeschoten ben tegenover Peter.

Veiligheidsraad, VN

The show goes on. George Ball en Lord Caradon zijn op tijd. Ook de afgevaardigde van Paraguay. Verder is er nog niemand. Willebrord Nieuwenhuis zegt te hebben gehoord dat Alexander Dubcek is vermoord. George Ball houdt later een uitstekende redevoering.

‘You have hardly ever humiliated me more deeply with words and shown me your contempt more clearly,’ schrijft Kafka. (p. 107) Helaas herinner ik me dergelijke momenten tussen mijn eigen vader en mezelf. Misschien vond ik het aller vernederendst, wanneer hij zijn minachting toonde in het bijzijn van bijvoorbeeld een onderwijzer of leraar.

‘I am mentally incapable of marrying,’ aldus Franz Kafka.

Wat de afgevaardigden van de Sovjet-Unie en Bulgarije hier vanavond in de Veiligheidsraad te berde brengen is walgelijk. Ambassadeur Malik is aan een filibuster, een marathonrede, begonnen.

01.25 uur (nog steeds in de VN)

‘Life is more than a Chinese puzzle.’ - Kafka

23 augustus 1968

Droomde voortdurend van Peter. Hij wachtte in de auto op de Baarnseweg, een beeld uit mijn jeugd in Bosch en Duin. Zou hem 1001 vragen willen stellen.

Suharto heeft weer eens een generaal-majoor en dertien hoge

[pagina 49]
[p. 49]

officieren laten arresteren. Het houdt niet op. Hij is blijkbaar vastbesloten de wortels van het Sukarnisme uit te roeien.

Telefoneerde Peter in Tilburg. In tweeëndertig notities vatte ik ons gesprek samen. Hij antwoordde op de vraag of hij zich verheugde op zijn musical: ‘Nee’. Dit verbaasde mij.

Ging bij Richard piano studeren. Hij zei: ‘Ik zou allang met Peter zijn gestopt. Maar jou kennende moet je maar eerst terug naar Holland gaan.’ We gingen samen naar La Rive Droite. Volgens Jan Cremer is het puur masochisme dat ik niet wil aanvaarden dat Peter met mij geen liefdesrelatie wenst.

24 augustus 1968

VN

George Ball zit naast me met ongepoetste schoenen en een kopje koffie. Toch is hij redelijk bezig in de Veiligheidsraad.

Ik woon nu al twee weken bij Richard. We leven langs elkaar heen. Alles blijft aan de oppervlakte. Hij ontwijkt ernstige onderwerpen en luistert het liefst naar Barbara Streisand en Nina Simone en hecht grote waarde aan de woorden van die liedjes. Ik heb hem misschien maar tweemaal omhelsd.

25 augustus 1968

Waarom realiseer ik me toch steeds onvoldoende dat Peter pas 22 jaar is? ‘It is highly important,’ schrijft Jung, ‘for a young person who is still unadapted and has as yet achieved nothing, to shape the conscious ego, as effectively as possible - that is to educate the will.’ Hoe kan ik hem hierin verder stimuleren?

‘By what criterion do we judge something to be an illusion? Does there exist for the psyche anything which we may call “illusion”? What we are pleased to call such may be for the psyche a most important factor in life - something as indispensable as oxygen for the organism - a psychic actuality of prime importance (...). It is highly probable that what we call an illusion is actual for the psyche (...) as if what we call the real were not equally full of illusion.’Ga naar voetnoot57

Zag For the love of Ivy met Sidney Poitier.

Ik kwam trouwens Paul Newman tegen en keek hem recht in zijn ogen. Deze zijn bijzonder, maar zijn ze echt?

Laat in de avond belde Jerome, de negerjongen die Peter in de ymca ontmoette en over wie we de heftige ruzie kregen, die Peter overhaast naar Holland deed terugkeren. Wel vreemd dat hij steeds opbelt wanneer ik juist over Peter in de put zit. Hij werkt

[pagina 50]
[p. 50]

als model en beklaagde zich over het feit dat die hele modewereld uit nichten bestaat. ‘Ze komen je dan zogenaamd in de kleren helpen, maar de clou is dat ze je willen pakken, betasten en nog veel meer willen doen.’ Dit speelt zich dan in de verkleedcabines af. Hij, Jerome, deed hier natuurlijk niet aan mee. Hij hoopte dat Peter hem zou opbellen. Hij zanikte weer over diens prachtige schouders en lijf. Toch schijnt het dat Peter nooit iets met deze Jerome heeft gehad en niet eens wist of Jerome wel gay was.Ga naar voetnoot58

Jean Paul Sartre noemt de Sovjetinvasie van Tsjecho-Slowakije een oorlogsmisdaad onder internationaal recht. Hij maakt overigens ook deel uit van het Bertrand Russell-tribunaal dat tot eenzelfde conclusie kwam ten aanzien van de Amerikaanse oorlogsmisdaden in Vietnam. us-ussr, één pot nat.

26 augustus 1968

Tot in de nacht met Richard gepraat. ‘Wim,’ zei hij op zijn speciale manier, ‘you don't know how lonely I sometimes feel, how much I want to love, may be to have only a little bit of true love, but I seem unable to find the real thing.’ Hij kwam bij me op bed liggen, want we slapen apart. Hij greep als Erik mijn hoofd en lag zo een hele poos naast me. Eindelijk omarmden we elkaar weer in pure affectie, terwijl seks geen moment aan bod kwam. Hij zei: ‘How can I speak of love, when actually I am not ready for it? I want to love.’

Lees Letter to Melina van Kafka.

(Hier houdt het teruggevonden en apart voor Peter geschreven deel op.)

7 september 1968

Huis ter Heide

Heb twaalf uur geslapen. Sinds ik Peter heb leren kennen, ken ik deze spanningen. Soms zijn ze ondragelijk. Ben dermate snel geïrriteerd dat ik me zelfs aan mam erger wanneer zij tegen de honden spreekt alsof het baby's zijn.

Hugo Scheltema (50) gaat E.L.C. Schiff opvolgen als ambassadeur in Jakarta.

Vind in Charlotte Bühler prachtige fragmenten over Kant die in 1724 als vierde kind van een meesterriemsnijder in Koningsbergen werd geboren. Eigenlijk wist ik niets over zijn leven.Ga naar voetnoot59

[pagina 51]
[p. 51]

Het ontdekken van de waarheid was voor Kant steeds het beslissende doel, waarvoor het aanzien van de persoon op de tweede plaats moest komen. Is een dagboek, als het mijne, niet insgelijks een permanent, misschien neurotisch proberen vast te leggen van wat er dagelijks aan waarheid om je heen leeft?

Ik lees Bühler misschien vandaag nog uit. Ik raas en raas maar verder. Kant: ‘Toen ik een vrouw nodig had kon ik er geen onderhouden. Nu ik daartoe wel in staat ben kan ik er geen meer gebruiken (...).’ Precies. Kant streefde naar ‘de zuiverste oprechtheid ten aanzien van de verborgenste dingen des harten (...).’

Ik geloof in een doortrekken van geestelijk contact - als met Peter - naar de zinnen en seks, en niet andersom. Overigens hebben we 26 augustus 1966 voor de laatste maal de liefde bedreven, of liever seks gehad. I will never ever ‘rape’ Peter. Van hem zou ik na pure liefde te hebben ontvangen pas tot contact met zijn lichaam willen overgaan.

‘De liefde is de meest grenzeloze kracht die ooit heeft bestaan (...) maar wanneer men oud wordt, hebben degenen die je het liefste zijn je niet meer nodig en daarmee maakt men zich ook los uit het leven als een stervende plant (...),’Ga naar voetnoot60 aldus schreef de vrouwenarts Marie Heim-Vögtlin.

Voor ik het licht uitdraai spreek ik tot Peter in bed.

8 september 1968

Huis ter Heide

Bezocht Lex PoslavskyGa naar voetnoot61 op de wa Hoeve. Hij vertelde C.G. Jung gekend en ontmoet te hebben. Hij noemde Jung een der imposantste figuren die hij ooit had ontmoet. We spraken over oppervlakkigheid en diepte in de psychiatrie. Hij zou graag willen dat ik een groepstherapiebijeenkomst zou bijwonen. Ik zei me groepstherapie, na het lezen van Jung en Bühler, nauwelijks meer te kunnen voorstellen. Hij adviseerde me Relations in Public; Microstudy of the public order van Erving Goffman te lezen.Ga naar voetnoot62 Hij wilde ook Van de koele meren des doods voor me uit de bibliotheek van de wa Hoeve halen. Peter wil ook dat ik dit boek van Frederik van Eeden lees. Hij wilde me ook het commentaar van professor Rümke op dit werk geven.Ga naar voetnoot63

[pagina 52]
[p. 52]

9 september 1968

George de Mohrenschildt schrijft vanuit Dallas, Texas dat een zekere Boxley, een assistent van Jim Garrison, ‘a rather suspicious character’, bij hem aan de deur was gekomen en zich had gelegitimeerd. Boxley had zich erop voor laten staan voor de cia te hebben gewerkt en George vroeg me nu om via Garrison erachter te komen of deze man werkelijk voor hem werkte. ‘Boxley asked me to go and see Garrison but launched a veiled threat that they might also subpoena me if I don't go and see him. This I don't like. I do not want to get mixed up in this filthy business. He also asked if I had given his essay Comedians usa to Garrison.’Ga naar voetnoot64

Kierkegaard leed aan vergelijkbaar euvel. Charlotte Bühler vertelt dat hij twee jaar lang intens verliefd was op een vrouw waar hij twee jaar lang niets van liet merken. Toen volgde het aanzoek. Daarop had zij hem ‘met zulk een grenzeloze overgave lief dat hij zich op een ondragelijke wijze bezwaard en gebonden voelde.’

‘Een juiste redenering is ook kwetsend.’ - Stendhal

 

Zacht herfstweer. Twaalf etudes voor piano van Debussy. Peter lijkt helemaal bij Philip Nasta te zijn teruggekeerd. Nietzsche noemde liefde niet voor niets ‘een nutteloze hartstocht.’

9 september 1968Ga naar voetnoot65

Ben op een dood punt gekomen wat Peter betreft. Hij is op de repetitie voor Man en Muis.

Simone de Beauvoir begint Pleidooi voor een moraal der dubbelzinnigheid met ‘Ons leven is een voortdurend bouwen aan de dood’ van Montaigne.

Om 14.15 uur kwam Peter al naar onze kamer in Unique. We reden rechtstreeks naar het strand. Heerlijke middag, die het mooist wordt in de vroege avond tegen de schemering, wanneer het afkoelt. ‘Je moet de meest uiteenlopende literaire werken hebben gelezen,’ zei hij, ‘om zelf literair te kunnen schrijven.’ Hij nam later Carp, Bühler en Strindberg mee. ‘Je leven heeft het afgelopen jaar een heel ander aanzien gekregen,’ liet hij zich ontvallen. Later, terwijl hij een vinger tegen mijn borst drukte: ‘Ook door jou heb ik deze musical aangenomen,

[pagina 53]
[p. 53]

mijnheertje.’ Dat vermoedde ik dus reeds. Voelde me gelukkig vandaag.

Kwam Henk Hofland weer eens tegen. ‘Ik heb niet het gevoel dat ik verpest ben,’ zei hij. ‘Ik heb het te fijn tegenwoordig, te fijn om aan vroeger te denken. Ik rijd in een auto van de krant met een slippende koppeling. Ik heb zelfs een auto met chauffeur ter beschikking, maar ik zit wel voorin en zeg Cor tegen de chauffeur. Nog fijner zou ik het vinden als Cor een rijbroek zou dragen met zes knopen aan de zijkant plus beenkappen. Sinds een half jaar heb ik een dagboek, gewoon uit gebrek aan communicatie. En weet je dat ik ontdekkingen doe?’ Hij droeg zelfs een keurig pak. ‘Wat gaat er in zijn bolletje om?’ zou mam zeggen.

12 september 1968

Gisteravond ontmoetten we Fred en Net Emmer. Ze wilden Peter gaan gebruiken voor tv-commercials. ‘Fred lijkt me integer,’ zei Peter. We gingen eten in de Cave Internationale, bij Jan en Ivy May. Er is warempel een kamer vrij boven de ingang waar Peter zou kunnen gaan wonen. Hij insisteerde de huur van honderd gulden zelf te willen betalen.

Op het dok liepen we nog tegen Sylvester Campbell, een negerdanser, aan. Hij zei een vriend te hebben en we brachten hem netjes thuis. Peter geloofde hem niet.

14 september 1968

‘Vaarwel dus voorlopig, mijn dagboek, trouwe hond van mijn ziel,’ schrijft Witold Gombrowicz in 1953.Ga naar voetnoot66

Ben op weg naar Rotterdam om de auto te halen, die uit New York is teruggekomen.

Ik zie dat Eldridge Cleaver lezingen gaat geven aan de Universiteit van Californië in Berkeley over het onderwerp: ‘Dehumanization and Regeneration of the American Social Order.’ De minister van Informatie van de Black Panthers maakt furore.

Monique van Cleef, organisatrice in New Jersey van seksorgieën, met martelkamers incluis - waar trouwens Jan Cremer me enkele malen over opbelde - wordt uit Amerika gesmeten.Ga naar voetnoot67

[pagina 54]
[p. 54]

15 september 1968

Zondag

Mam zucht de hele dag. Ik voel me schuldig, omdat ik totaal op Peter ben geconcentreerd en veel te weinig aandacht aan haar besteed.

16 september 1968

Begon de dag met een roos te plaatsen op het graf van mijn vader. Het is een unieke emotie daar een ogenblik helemaal stil te staan en na te denken.

Erik van der Leeden had mam bezocht omdat hij zich zorgen maakte. ‘Peter is bezig Wim kapot te maken,’ had hij gezegd. Erik meende dat Peter met mij mee naar de vs was gegaan, omdat ik een beter bod had gedaan dan Philip Nasta. ‘Je hebt Peter voor die reis gewoon gekocht,’ meende hij. ‘Ik ben voor Peter, omdat jij het zegt,’ aldus Erik, ‘maar hij spreekt niet de waarheid, niet alleen tegen Philip of jou, maar ook tegen zichzelf.’

Zo is het dus helemaal niet. Peter zit tussen twee vuren. Hij zei vanmiddag: ‘Ik heb Philip met mijn gedrag geknakt. Ik wil die wonden eerst helen. Ik zou echter heel andere dingen doen, wanneer ik zou doen waar ik zin in had.’ En die opmerking dat geld bij Peter de doorslag zou geven slaat helemaal nergens op. Philip Nasta bezit aanzienlijk meer geld dan ik.

Waar ligt toch die subtiele scheidslijn tussen weten en geloven? Ik weet dat Eriks inschatting van Peter nergens op slaat. Wanneer hij op geld uit zou zijn zat hij niet bij mij.Ga naar voetnoot68

Peter moest slipjes laten maken om vrijwel naakt met Conny Stuart zijn entree op een fiets te doen, aldus door Annie M.G. Schmidt bedacht. Hij moest deze dingen bij Godfried Roos op de Da Costakade laten aanmeten. Hij voelde zich bij voorbaat geil. Ook maakte Frits Lemaire vier foto's van Peter voor het modellenbureau van Fred Emmer.

We sliepen in Holiday Inn te Leiden. We lagen nog lang in bed te praten, bijna alsof we lovers waren. We speelden en worstelden zelfs met elkaar, waarbij een groene singlet van hem aan flarden scheurde.

Bracht mam bloemen.

19 september 1968

Gerard Croiset vertelde dat een arts zich bij hem had beklaagd

[pagina 55]
[p. 55]

zijn stamboom niet verder te kunnen traceren dan het jaar 1600. Gerard adviseerde hem in een oude kerk in Tiel te gaan kijken. Een week later belde de arts op dat hij een grafsteen van voorouders uit de 16de eeuw had gevonden.

20 september 1968

Heerlijk dag met Peter. Hij rijdt nu ook steeds beter in mijn tr-5.

22 september 1968

Stuttgart

Bezocht Harisanto. Zijn zoontje gaf me bij het naar bed gaan heel lief een zoentje. Santo legde uit dat ik oom Wim was. Sliep met Santo op een matras op de grond.

Ben via Straatsburg en Verdun op weg naar Richards moeder in St. Dizier.

23 september 1968

Hilversum

Bekeek met Harry Hagedorn en Henk Teeuw het in Los Angeles gefilmde interview met Loran Hall. Het is beter geworden dan ik dacht.

Waar ze in Biafra mee bezig zijn is anders eveneens een misdaad tegen de mensheid.

25 september 1968

Oud-ambassadeur Zairin Zain en zijn vrouw Emily Machbul zijn nu in Nederland. Hij is gepensioneerd. Hij spreekt nog altijd moeilijk na zijn beroerte. Hij onderstreepte dat ik uitstekend op de hoogte was over zijn verleden en zijn rol in de Nieuw-Guinea-affaire. Hij benadrukte dat Emile van Konijnenburg hem indertijd twintigduizend gulden had beloofd voor zijn bemoeienis de Garuda-schuld aan de klm betaald te krijgen. Hij vertelde nu ook dat het Indonesische leger indertijd niet alleen mij en Werner Verrips had willen uitschakelen, maar hem eveneens. In de kamer stond een foto van Emily met mevrouw Ladybird Johnson. Ook waren er zilveren sigarettendozen die hem bij zijn afscheid als ambassadeur in Washington en Bern waren aangeboden. Hij was nog steeds teleurgesteld dat Bung Karno tegen het einde van de rit boos op hem was geworden. Ik probeerde hem te doen inzien dat president Sukarno door zijn onmiddellijke omgeving, die door Subandrio werd gecontroleerd, over alles en iedereen werd voorgelogen.

In een artikel voor de Typhoon had ik voorspeld dat Richard

[pagina 56]
[p. 56]

Nixon president zou worden. Nu komt James Reston in de New York Times met een soortgelijke analyse.

Beleef met Peter rustige en intieme dagen. De stemming kan dan ineens omslaan, wanneer hij weer eens blijk geeft naar Philip Nasta te verlangen. Dan klap ik meteen dicht.

26 september 1968

Ik heb een langdurige ontmoeting met de Indonesische lobbyist Martojo gehad. Die man weet onwaarschijnlijk veel over wat er in Jakarta achter de schermen speelt. Hij omschreef de heer Lim in Wassenaar als grote baas van een bedrijf dat Gemeta-Intermeco heet. Het accountantskantoor van Smulders kon alle verdere details geven.Ga naar voetnoot69 Via Adam Malik zou het Suharto-regime inderdaad in diskrediet kunnen worden gebracht. Daar was ik dus al enige tijd mee bezig geweest. Volgens Martojo waren er geen aanwijsbare redenen waarom Malik aan de kant van de generaals stond. Hij werd, ondanks dat hij aanvankelijk als links bekend stond, door Nasution getolereerd, ook omdat hij de linkse Moerba-partij tot andere gedachten zou hebben gebracht. Iedereen wist volgens Martojo dat de omwenteling in 1965 geen pki-coup was. Ik vroeg me af waar deze man zelf stond in het Indonesische krachtenveld. Hij was in ieder geval bekend met Zairin Zain. Generaal Nasution bevond zich als voorzitter van de mprs, het voorlopig raadgevende volkscongres, in een ideale positie omdat hij toch voor vijf jaar was gekozen en op alles en iedereen kritiek kon hebben vanuit deze veilige positie. Suharto zat feitelijk klem tussen Nasution en Adam Malik. Martojo: ‘Suharto moet nu problemen zien op te lossen waar ook Sukarno niet uitkwam, terwijl Nasution vrijuit gaat.’

De enige methode om Indonesië uit het slop te halen zou buitenlandse hulp zijn, maar waar deze vandaan te halen? Amerika stelde honderdenvijftien miljoen dollar beschikbaar. Japan zou tachtig miljoen willen geven. Er was echter minstens twee miljard ineens nodig. Ik begon te doorzien waar Martojo naartoe wilde. Er zou in oktober weer een Donorconferentie worden georganiseerd onder voorzitterschap van de Nederlandse ‘expert’ B.J. Udink. Hij overhandigde me een economisch rapport.Ga naar voetnoot70

[pagina 57]
[p. 57]

27 september 1968

Volgens een anp-bericht van 13.00 uur zou oud-president Sukarno thans zijn gearresteerd. Dat kan niet waar zijn. Volgens de krant van Mohammed Diah, die slijmjurk, zou Bung Karno in Wisma Jaso, het huis van Dewi, zijn opgesloten.Ga naar voetnoot71

Telefoneerde met Richard in New York. ‘When are you coming back?’ vroeg hij op een bepaalde manier.

Peter was nerveus vanwege de generale repetitie van Man en Muis. Ook vroeg hij zich af wat er zou gebeuren, wanneer hij in zijn driehoekslipje met Conny Stuart achterop een erectie zou krijgen.

Professor Wertheim reisde vanuit het Verre Oosten via Moskou en Leningrad terug en verzekerde mij dat intellectuelen in de Sovjet-Unie ‘precies zoals wij denken over de Tsjechische invasie.’

Iemand vroeg Gombrowicz waarom hij vrouwen minachtte. ‘Minachting? Maar waarom? Eerder vereer ik ze (...). Hoewel ik tot nog toe niet heb vermogen te ontdekken wat de vrouw op geestelijk vlak voor mij betekent, vriend of vijand? Dat wil zeggen dat de helft van de mensheid mij ontsnapt. Hoe gemakkelijk is het de vrouw te passeren!’ Ik geef toe er ongeveer hetzelfde over te denken. Gombrowicz noemt vrouwen ‘fatale inwijdsters van de jeugd.’Ga naar voetnoot72 Een vrouw zet me niet werkelijk in vuur en vlam.

30 september 1968

Nijmegen, hotel Metropole

Man en Muis gaat in première. We logeerden hier, maar Philip Nasta zal de voorstelling bijwonen. Ik ga terug naar Huis ter Heide en neem mam mee uit dineren in De Roskam.

1 oktober 1968

Nijmegen, Schouwburg

Toen Peter vanavond met Conny Stuart opkwam op die fiets met een zilveren driehoekje aan kreeg ik het bloedheet en werd knalrood. Ik vond alles dermate kut, kut, kut, dat ik er totaal gedeprimeerd van werd. Hoe zal ik erin slagen hem hiervan niets te laten merken? Onder normale omstandigheden zou ik allang zijn weggelopen. De show was om 22.40 uur afgelopen. We reden terug naar Amsterdam, dineerden in de Cave Inter-

[pagina 58]
[p. 58]

nationale, waren op het dok en sliepen in hotel Unique als altijd. ‘Je verwent me als de ziekte,’ zei Peter.

2 oktober 1968

Drachten, De Lawei

We reden hier in twee uur naartoe. Kreeg er een lieve zoen voor.

Woonde opnieuw de voorstelling bij. Alleen al de openingsmuziek maakte me melancholiek. Hoe kan ik Peter nu nog uit het theaterleven weghouden?

3 oktober 1968

Vanmorgen een uitstekend gesprek met Carel Enkelaar. Ik gaf te kennen het liefste roving reporter voor de nts te willen worden. En ook dat ik weer in Nederland wilde komen wonen. ‘Vertel dit maar vast aan Kees van Langeraad,’ zei hij.

Apeldoorn, restaurant Orpheus

John de Crane kwam bij ons zitten. Annie M.G. Schmidt had gezegd steeds voor naakte wijven te hebben geschreven, ze wilde nu ook eens iets voor een naakte man doen, Peter dus.

4 oktober 1968

Mam hoorde via het anp dat het Indonesische leger nu ook mevrouw Hartini Sukarno zou hebben gearresteerd. De schoften. Eindelijk telefoneerde ik mevrouw Röell weer eens om te horen hoe zij het maakte.Ga naar voetnoot73 Ze herinnerde mij er meteen aan dat ik haar geld schuldig was. Ze is niet goed wijs. Hoe durft zij dat te zeggen of te denken.

5 oktober 1968

Stadskanaal

Door met Peters show mee te reizen zie ik nog eens wat van Nederland. Peter: ‘Je hebt mijn naam bij de cast verpest, want ze denken dat wij lovers zijn. Je gevoel zit nog altijd niet goed. Je houdt nog steeds te veel van mij.’ Een dergelijk gesprek vlak voor vertrek naar New York is minder aanbevelingswaard. Bij Abcoude wilde ik op de terugweg een bmw met grote snelheid passeren en omdat hij vond dat ik veel te snel reed draaide hij in volle vaart het contact om. Ik draaide het vrijwel onmiddellijk weer aanGa naar voetnoot74 en stopte. Hij stapte uit de auto en liep in de mist.

[pagina 59]
[p. 59]

‘Ik gooi een steen door je ruit,’ schreeuwde hij. Nadat we waren bedaard reden we naar de Cave voor het avondeten. ‘Met mij rijd je geen 170,’ zei hij. ‘Laat dit een les voor je zijn geweest.’

7 oktober 1968

Philip Nasta kwam Peter in Americain ophalen. Ik zag een traan in Peters linkerooghoek.Ga naar voetnoot75 Het spijt me, maar ik vond Philip er eng uitzien, met een vest en een gouden hanger en een kroontje om zijn das. Ik hield me in de hand en wees Philip er op dat, wat voor Peters oneerlijkheid doorging, in feite geen oneerlijkheid was, maar een reactie op de strijd tussen hem en mij om zijn affectie. Wij verhinderden Peter om open en eerlijk tegen ons te zijn. Ik sprak met vuur. Ik trachtte Philip er zelfs van te overtuigen dat Peter echt van hem hield, wat ook eigenlijk zo was. Ze vertrokken samen. Ik keek hen na. Ik ben altijd bang geweest dit moment te zullen moeten meemaken. Nu was het mijn beurt voor een traan.

Ik stuurde Peter dikwijls dagboekbladen toe, omdat ik wilde dat hij alles las wat ik noteerde. Hier is daardoor helaas opnieuw een hiaat ontstaan. Op 8 oktober vloog ik terug naar New York en vond in Richard Thieuliettes flat een briefje van hem: ‘Work with a tv-commercial tonight, will come late. Don't have any double for the keys. The ones you have are mine. So I will have to wake you up when I'll come home. Love. Richard.’ Hoe is hij dan al die weken 178 Fifth Avenue in- en uitgegaan?
Jonathan Raymond woont bij zijn broer in op Harvard en studeert twaalf kilometer verderop aan Brandeis. Ook was er eindelijk weer eens een brief van mijn vriend uit Indonesië, Mas Diarto. Hij heeft samen met oud-ambassadeur Sudjarwo Tjondronegoro op Nieuw-Guinea, nu dus Irian-Barat, rondgereisd. De regering Suharto had tachtig journalisten naar dat stuk Vergeten aarde gebracht. Diarto schijnt mij ook geciteerd te hebben in Sinar Harapan, waarbij ik in de vs in lezingen de kwestie Irian terugbracht tot ‘a pure case of colonialism versus nationalism.’ Hij zegt verder dat de zogenaamde ‘vrije keuze’ voor de Papoea's, als in New York tussen Nederland en Indonesië afgesproken, niet anders dan een formaliteit zal zijn, omdat Nieuw-Guinea feitelijk al op 17 augustus 1945 door Sukarno werd bevrijd. Hij noemt dan ook een door Den Haag bedongen one man one vote-systeem op Irian een paskwil. Zo is het na-
[pagina 60]
[p. 60]
tuurlijk ook precies en dat moet zelfs Joseph Luns, toen hij eindelijk namens Nederland zeventien jaar te laat door de knieën ging, geweten hebben.
Een bemoedigende brief van Carel Enkelaar: ‘Ga door op de ingeslagen weg en houd je aan onze instructies.’
Op 9 oktober 1968 gaf ik een lezing voor The New Century Club in Wilmington, Delaware.
In het oktobernummer van Trans-action, een maandblad voor Social Science and Modern Society, las ik een boeiend artikel van dr. Bryant Wedge, een psychiater en directeur aan het Institute for the Study of National Behavior in Medford, Massachusetts. Hij vervulde een tweede functie aan Tufts University. In 1960 werd hij door de cia uitgenodigd om een studie te maken van de persoonlijkheid van Nikita Khrushchev. Omdat hij uiteraard de Sovjet-‘patiënt’ niet persoonlijk kon spreken en hem op afstand moest bestuderen bepaalde hij zich tot ‘indirecte bronnen.’ De cia toonde dr. Wedge urenlange films van de Sovjetleider. Uiteindelijk werd een team van twintig specialisten gevormd, waaronder psychiaters en psychologen, die gezamenlijk het materiaal analyseerden en bespraken. Men kwam tot de conclusie dat Khrushchev een ongewoon consistente en opmerkelijke persoonlijkheid bezat. Dat wil zeggen, Khrushchev was voorspelbaar. Het team raakte geleidelijk bezorgd omdat de geluiden die uit Washington afkomstig waren de Sovjetpremier voorstelden als een communistische Machiavelli in plaats van wat hij werkelijk was, namelijk ‘een bruisende activist.’ Wedge en zijn medewerkers stelden een lijst van tactieken op waarmee Khrushchev door Amerikanen zou moeten worden benaderd. Alle details werden in bovenstaand artikel vervat. Ik was perplex. Onmiddellijk zond ik een telegram naar de nts-leiding en stelde voor dat ik dr. Bryant Wedge voor de camera over zijn studie zou laten spreken. Hij had bijvoorbeeld president Kennedy, toen deze in 1961 voor de eerste maal met Khrushchev in Wenen bijeenkwam, nauwkeurig geïnstrueerd hoe hij zijn Sovjetgesprekspartner zou moeten aanpakken. Kreeg een akkoord uit Hilversum. Ik filmde het gesprek met psychiater Wedge in de Fletcher School of Law and Diplomacy.
Ook vloog ik naar Washington dc voor een gefilmd gesprek met de vooraanstaande commentator Drew Pearson. Na afloop van de opname zaten we in de tuin na te praten en kwamen op de presidentsverkiezing van aanstaande november. Ik vertelde Pearson over mijn ervaring in maart met het Nixon-gezelschap in New Hampshire. Hij raakte geïnteresseerd en nam een yellow pad en begon aantekeningen te maken. Ik zei hem dat het mij verontrustte dat Nixon zelfs in 1968 van mening scheen te zijn dat de vs er in
[pagina 61]
[p. 61]
1947-1948 beter aan zouden hebben gedaan de mariniers naar Indonesië te zenden om Holland in de strijd tegen Sukarno een handje te helpen. Een aantal dagen later werd ik 's ochtends vroeg in de flat van Richard door Drew Pearson vanuit Chicago opgebeld. De volgende dag zou hij het gesprek van Nixon en mij in zijn syndicated commentaar voor enkele honderden Amerikaanse bladen opnemen. Hij las de tekst voor, die geheel klopte. Pearson hield woord. Op 29 oktober 1968, dus enkele dagen voor de verkiezing, schreef hij The Dutch and us.Ga naar voetnoot76
Zelfs voor Bernard Person was het typerend dat hij mijn verhaal gebruikte in de Haagse PostGa naar voetnoot77 en mij ‘een vurig bewonderaar van Sukarno een half leven lang’ noemde. Hij besloot met: ‘Als ooit een onbesuisde uitlating aan het verkeerde adres werd gericht was het deze. Men zou zo zeggen dat een staatsman niet alleen moet weten wat hij zegt, maar ook tot wie hij zijn confidenties richt.’ En Person was juist jarenlang zowat mijn enige vriend onder Nederlandse collega's in New York. Person kon zijn niet aflatende minachting voor Sukarno meteen combineren met inspelen op de hem bekende anti-Sukarno- en anti-Oltmans- sentimenten in Nederland. Hij had intussen weer een bijdrage voor de hp geleverd, die ongetwijfeld door Brugsma en consorten met plezier zou worden binnengehaald.
Enkele dagen later werd ik door een redacteur van Life Magazine opgebeld. Hij wilde het verhaal over Nixon met mij verifiëren. Enige weken nadat Richard Nixon tot president was gekozen verscheen in Life een hoofdartikel van twee pagina's: ‘What to expect from Nixon in the field of Foreign Policy.’ In dit artikel kwam de volgende passage voor: ‘No doubt responsibility of being President may tend to curb some of the impulsiveness of the “earlier Nixon”. He has been reported to have said that the us should have sent fighting forces to aid the French in Dien Bien Phu and the Dutch in Indonesia (...). Now, however, he will be President of the United States, and may be expected to move with appropriate caution.’Ga naar voetnoot78
Uit telegrammen aan de nts kan ik opmaken dat ik in die weken gesprekken filmde met Herbert Klein, de woordvoerder van Nixon, met Raymond Price, diens speech writerGa naar voetnoot79, met professor Richard AllenGa naar voetnoot80 en Nixon-adviseur Allan Greenspan, terwijl een interview met Robert McNamara en anderen waren aangevraagd.
[pagina 62]
[p. 62]
Alle andere aantekeningen over het grootste deel van oktober zijn onvindbaar. Vroeg zelfs per aangetekend schrijven aan Lyndon Johnson of hij later als ambteloos burger beschikbaar zou zijn voor een televisiegesprek.
Carel Enkelaar begon een brief met: ‘Willem’. Hij was boos. Het gesprek met Loran Hall (de soldier of fortune die 50.000 dollar kreeg aangeboden om jfk te helpen vermoorden) was namelijk op 15 september in het bezit van de nts en precies zoals vroeger met mijn Indonesië-films gebeurde, werd er niets mee gedaan. Ik schreef daarom een uitvoerig artikel voor De Spiegel, voor publicatie op 19 oktober ll. Harry Hagedorn, inziende dat de nts de primeur anders zou ontglippen, had me verzekerd op 9 oktober te zullen monteren en op de zestiende te zullen uitzenden. Een publicatie op de 19de in De Spiegel zou dus in orde zijn geweest mits de nts-collega's zich aan de afspraken hadden gehouden. Loran Hall werd echter niet op 16, maar op 22 oktober uitgezonden, met als gevolg dat zowel de gpd (waar Jan van Beek op de loer had gelegen) als De Spiegel feitelijk met de nts-primeur aan de haal waren gegaan. Carel klom hierover in de gordijnen. Enkelaar dreigde dat de affaire consequenties zou hebben ‘die ik nog nader wil bezien.’ Het was echter het oude nts-liedje. Door mij ingeleverd actueel materiaal bleef meer dan een maand liggen en juist omdat ik druk via andere media uitoefende werd eindelijk tot uitzending overgegaan.Ga naar voetnoot81 Enkelaars reactie was dan ook vrij absurd. Maar in een brief d.d. 30 oktober probeerde ik de zaak te sussen.Ga naar voetnoot82
Op 28 oktober 1968 zond ik mijn manuscript De Verraders over mijn ervaringen in Indonesië naar uitgever P.R. van Amelrooij te Utrecht. Het was mijn eerste boek. Ik droeg het uiteraard aan Peter op, omdat hij mij ertoe had aangemoedigd. Ik herschreef het hele verhaal in Richards flat op 178 Fifth Avenue.
Op 31 oktober 1968 gaf ik een lezing voor de Woman's Club in Fort Wayne, Indiana. Uit de krantenknipsels in de Journal-Gazette en The News-Sentinel zie ik dat de invloed van de ontmoeting met Peter zich in de kop reflecteert: ‘World's Troubles in Mankind's Soul’. ‘Mr. Oltmans has a warmth and sincerity which quickly brings him close to his audience,’ schreef Marian Fitzgerald. ‘We can send a man to the moon, but we cannot explain a tear in a person's eye’, schreef Susan Archibald Stone. Dat had ik de dames voorgehouden.
Het merkwaardige is dat een carnet met dagboekaantekeningen tussen 30 oktober en 4 november door een zekere mevrouw An-
[pagina 63]
[p. 63]
neke Boonstra uit de Eerste Helmersstraat in Amsterdam werd gevonden. Nadat zij mij in 1990 op televisie had gezien, retourneerde zij dit aan mij. Hoe ik het verloren had zal ik nooit weten.

30 oktober 1968

New York, United Airlines, flight 447 (Caravelle)

Beneden liggen de miljoenen lichten van Manhattan. Ik vlieg maar verder, reis van hot naar haar. De maan schijnt op de vleugel. Het is een heldere, koude avond. De schoonheid van alles ontroert me, maar ik zou dit met Peter willen beleven. Viel in slaap en droomde van hem. Er was een massabetoging. Er werden twee tanden uit zijn mond geslagen. Hij had pijn. Ik was verschrikkelijk bezorgd. Nee, ook boven miste hij tanden. Gruwelijk. We liepen langs de Amstel op weg naar de Cave en toen werd ik wakker. Wat is er toch met me? Ik ben in een chaos terechtgekomen.

Lees Jongensjaren van Tolstoj.Ga naar voetnoot83

31 oktober 1968

Fort Wayne, Indiana

Zat tijdens de lunch naast een grijzende dame, de echtgenote van een arts en presidente van de Woman's Club.

‘The doctor and I love to hunt, you know.’

‘Why Madame?’

‘Oh, well, I have been shooting since I was five years old, you know.’

‘What do you get out of it, Madame?’

‘I shot an elephant last year and three lions during a safari in Africa. I still have to shoot a tiger.’

‘Why three lions, was one not enough?’

‘No, they kill the cows. All the people have in Africa is their cow. One lion eats in two days the equivalent of one cow. They have to be shot.’

‘I see.’

‘And, Mr. Oltmans, so many are going to die anyway. When we were in Kenya we tried to shoot a rhino, but so far we didn't find any (...).’

Mevrouw George McDowell keek me volkomen oprecht aan, toen zij deze hopeloze onzin verkondigde. ‘Next year, we go to India,’ zei ze nog. Hoe zou je alle olifanten en tijgers in India kunnen waarschuwen uit te kijken voor de McDowell's uit Fort-Wayne, Indiana? Want de schietpartij zal dan deel uit ma-

[pagina 64]
[p. 64]

ken van de conversatie van de volgende spreker voor de Woman's Club.Ga naar voetnoot84

Vlieg met een Delta Convair naar Indianapolis. Stap over op een toestel naar Louisville, Kentucky.

1 november 1968

Zond Jongensjaren naar Peter.

Lyndon Johnson schijnt weer eens de bombardementen op Hanoi te hebben gestopt.

Ging wandelen en plakte een herfstblad in het carnet voor Peter. Om 13.30 uur sprak ik voor The Crescent Hill Woman's Club. Vlieg door naar Lexington, Kentucky.

2 november 1968

Na een lunch sprak ik voor de Woman's Club of Central Kentucky in Lexington. Verkleedde me als de bliksem op het vliegveld in slim-fits en een trui en voel me weer mens. Een Allegheny Convair brengt me naar Pittsburgh en een twa-Boeingjet naar New York.

3 november 1968

Droomde constant van Peter. De beelden vervagen dermate dat ik me er meestal niets meer van herinner.

Brandde twee kaarsen

Richard zei: ‘I need a kiss to wake up.’ Die gaf ik hem. We gingen in de Waffle ontbijten. We spraken over St. Dizier en zijn moeder. Intiem, waardoor ik Peter nog meer miste. Richard zag tranen in mijn ogen komen. Loet Kilian had gebeld dat er twee brieven van Peter in Kew Gardens waren gekomen. ‘Go and get them quickly’, zei Richard.

De eerste brief was in Roermond geschreven. Hij zei genoten te hebben van Vormen van Zelfkennis dat ik had opgezonden. ‘Het leek me ook interessant voor jou als toekomstige sensationele zelfbeschrijver.’ Hij probeert, ondanks de Man en Muis-shows veel te lezen, ‘maar de uitwerking ervan is maar zo kortstondig. Vaak ben ik door bepaalde dingen die ik lees boven alles en iedereen verheven. Maar de realiteit brengt je dan weer terug tot de ordinaire dingen van alle dag.’ Hij vervolgt: ‘Het valt me op dat ik me nu bewust ga openstellen voor andere mensen. Het zou werkelijk goed voor me zijn om opnieuw verliefd te worden. Dat zou alles veel makkelijker maken.’ En

[pagina 65]
[p. 65]

later: ‘Mis toch ook allerlei dingen van je. Een brief is eigenlijk een soort surrogaatuitlaat.’ Hij vervolgt zijn gedachten op een tweede luchtpostblad, ook met bijzonderheden over zijn show. ‘Lieve Wim, ik zie al met spanning zowel jouw veranderingen als de mijne tegemoet. Zoen. Peter.’

Zijn brieven maakten me blij en dankbaar. Schreef onmiddellijk terug.

Professor Wim Wertheim heeft mijn Indonesië-manuscript gelezen en vindt dat het boek leest ‘als een roman’.

4 november 1968

Gelazer met Buitenlandse Zaken om een nieuw paspoort. Ze eisen zelfs een verklaring van de ny-politie dat ik geen strafblad heb.

5 november 1968

Vandaag zal dan weer eens een fameuze Amerikaanse verkiezing worden gehouden. Wanneer Richard Nixon wordt gekozen zijn we ver, heel ver van huis. Ik heb voldoende van de man zelf gezien en meegemaakt. Bovendien, de democraten Hubert Humphrey en George Wallace leggen het tegen de smerige praktijken van Nixon altijd af. Een taxichauffeur zei me gisteren dat hij walgde van het politieke gekonkel en dat hij helemaal niet zou stemmen. Wanneer je het postuum geschreven artikel van Robert Kennedy in McCall Magazine leest over het geklooi op het Witte Huis gedurende de dertien dagen van de zogenaamde Cubaanse rakettencrisis in 1962, krijg je koude rillingen als je bedenkt hoe er met de mogelijkheid van een atoomoorlog werd omgesprongen.Ga naar voetnoot85

6 november 1968

United Airlines naar Detroit, Michigan

De lezing in Bloomfield Hills voor de Village Woman's Club mislukte. Ben te emotioneel. Toch heb ik de afgelopen vier weken meer dan drieëndertighonderd dollar verdiend. Bovendien heb ik in twintig dagen het manuscript van De Verraders herschreven. Van Amelrooij schrijft dat het met St. Nicolaas in de winkel zal liggen. Eindelijk mijn eerste boek.Ga naar voetnoot86 Richard vindt dat ik het aan mijn ouders moet opdragen. Het was Peter die mij inspireerde dit verhaal nu door te zetten. Ging met Ri-

[pagina 66]
[p. 66]

chard naar de film Birds of Peru waarvoor Kenton Coe de muziek schreef. Ik speel dus dagelijks op diens vleugel, omdat Richard in zijn flat zit.

Lieve brief van Peter.

7 november 1968

Ontmoette en filmde de antropologe dr. Margaret Mead, een vriendelijke oude dame. Ik roerde Jungs gedachte aan dat de mens dreigde onder te gaan aan zijn eigen technologisch kunnen. Zij meende dat de computerrevolutie een gezonde ontwikkeling was. De mensheid zou er slechts voordeel bij hebben. Het waren oudere mensen, die de jeugd probeerden wijs te maken dat computers een ‘dodelijk’ effect zouden hebben. Zij noemde het een bezwaar dat Amerikaanse universiteiten al vierhonderd jaar op dezelfde manier werden bestuurd en sit-in-demonstraties waren de enige manier om hier verandering in te brengen.

Ik bracht haar studies op Nieuw-Guinea ter sprake. Zij verwachtte dat over misschien vijf jaar Irian-Barat naar onafhankelijkheid zou streven in een groter Melanesisch verband. Zij was onder de indruk van Nicolaas Jouwe, wat me zeer verwonderde. Waarom zij naar Nieuw-Guinea was gegaan? ‘I was responsible for the Pacific.’ Zij noemde professor Rümke: ‘my good friend’.Ga naar voetnoot87 Ik vraag me af of de middelmatige Harry Hagedorn, wanneer hij dit materiaal te zien krijgt, begrijpt wat hij in handen heeft. Het zal wel weer worden verdonkeremaand bij de nts.Ga naar voetnoot88

Voerde een gesprek met lezingenmanager Robert Keedick, omdat ik andermaal wil overstappen naar een ander management, Wide World Lecture Bureau van Selma Warner, van wie ik reeds een contract kreeg toegezonden. Barbara Applegate zou trouwens van Keedick mee verhuizen.

Twee kaarsen ten afscheid in St. Patrick's.

Vlieg met British European Airways via Londen naar Amsterdam.

voetnoot53
Ook hier is het niet mogelijk alle emotionele aantekeningen op te nemen.

voetnoot54
Ik besef 25 jaar later hoe waar dit was.

voetnoot55
Franz Kafka, Letter to his Father, Shocken Books, New York 1953.
voetnoot56
Ik kende dat gevoel maar al te goed uit mijn eigen jeugd. Hebben niet alle kinderen dergelijke ervaringen, helaas?

voetnoot57
C.G. Jung, Modern Man in search of a Soul, pp. 72-73.
voetnoot58
Waarschijnlijk was de hele rel om Jerome dus onnodig geweest, inbegrepen Peters vroegtijdige vertrek. Mijn blinde jaloezie speelde nog altijd parten. Vreselijk om aan terug te denken.

voetnoot59
dr. Charlotte Bühler, De menselijke levensloop als psychologisch probleem, Bijleveld paperback, Utrecht 1962, pp. 132-136.
voetnoot60
Charlotte Bühler, p. 153.

voetnoot61
Mijn oom en geneesheer-directeur van de wa Hoeve, Den Dolder.
voetnoot62
Erving Goffman, Relations in Public; Microstudy of the public order, Basic Books, New York 1971.
voetnoot63
Wereldbibliotheek, Amsterdam (1969). Kocht dit boek in 1973, maar kon er niet mee in contact komen.
voetnoot64
Eigenlijk was de brief van De Mohrenschildt gedateerd 10 oktober 1968; waarom ik hem hier opborg weet ik niet.

voetnoot65
Sla weer enkele tientallen pagina's bespiegelingen over Peter en alles wat er mee samenhing over.

voetnoot66
Uit het dagboek van Witold Gombrowicz, Moussault, Amsterdam 1967.
voetnoot67
Later zou zij Xaviera Hollander heten en zou ik haar in de tachtiger jaren leren kennen.

voetnoot68
Erik projecteerde op basis van wat hij misschien eerder om zich heen had gezien, en wilde mij beschermen aan de hand van gedachten, die hij over Peter had, die niet klopten. Eine alte Geschichte aber immer wieder neu.

voetnoot69
Mijn hoofd stond er niet naar de gegevens van Martojo na te trekken. Na alles wat ik had ondervonden interesseerde Indonesië - en zeker het Indonesië van Suharto - me nauwelijks meer.
voetnoot70
Het zit nog altijd ongelezen in mijn dagboek.
voetnoot71
Later bleek dat Bung Karno inderdaad een vorm van streng huisarrest van meneer Suharto had gekregen.
voetnoot72
Uit het dagboek van Witold Gombrowicz, p. 88.

voetnoot73
Zie Memoires 1925-1953.

voetnoot74
Later bleek slechts een cilinder door de kop te zijn geslagen.

voetnoot75
Bij het teruglezen in 1990 beroert dit detail me nog altijd, want Peter was zo jong en Philip en ik trokken ieder aan een kant aan hem.
voetnoot76
The New York Post, 29 oktober 1968.
voetnoot77
Haagse Post, 9 november 1968, jaargang 55 nr. 45.
voetnoot78
Life Magazine, 25 november 1968.
voetnoot79
Zou jarenlang met Ray Price in contact blijven.
voetnoot80
Professor Allan was Nixons politieke en internationale adviseur; ook hem zou ik jarenlang kennen.
voetnoot81
Brief van C. Enkelaar d.d. 25 oktober 1968.
voetnoot82
De reacties in tientallen kranten op het gesprek met Loran Hall waren positief en dikwijls groot opgemaakt.

voetnoot83
Tolstoj, Jongensjaren, Uitgeverij de Bezige Bij, Amsterdam 1964.

voetnoot84
Tijdens de lunch heb ik me geëxcuseerd en ben enige tijd op een vleugel gaan spelen, die achter het podium in het auditorium stond. Had dit gewoon nodig.

voetnoot85
Later zou Thirteen Days, A memoir of the Cuban missile crisis door Robert F. Kennedy verschijnen. W.W. Norton Company, New York 1969.

voetnoot86
In 1990 staan er veertig kaften van boeken met mijn naam erop in de kast, inbegrepen in zeven talen.

voetnoot87
Later bleek zij ook mijn oom dr. A. Poslavsky te kennen.
voetnoot88
De film met dr. Margaret Mead is inderdaad nooit vertoond.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 1968

  • 1969

  • 1970


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • over Huis ter Heide


datums

  • 2 september 1968

  • 3 september 1968

  • 4 september 1968

  • 5 september 1968

  • 21 augustus 1968

  • 22 augustus 1968

  • 23 augustus 1968

  • 24 augustus 1968

  • 25 augustus 1968

  • 26 augustus 1968

  • 7 september 1968

  • 8 september 1968

  • 9 september 1968

  • 12 september 1968

  • 14 september 1968

  • 15 september 1968

  • 16 september 1968

  • 19 september 1968

  • 20 september 1968

  • 22 september 1968

  • 23 september 1968

  • 25 september 1968

  • 26 september 1968

  • 27 september 1968

  • 30 september 1968

  • 1 oktober 1968

  • 2 oktober 1968

  • 3 oktober 1968

  • 4 oktober 1968

  • 5 oktober 1968

  • 7 oktober 1968

  • 30 oktober 1968

  • 31 oktober 1968

  • 1 november 1968

  • 2 november 1968

  • 3 november 1968

  • 4 november 1968

  • 5 november 1968

  • 6 november 1968

  • 7 november 1968