Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoires 1970-1971 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoires 1970-1971
Afbeelding van Memoires 1970-1971Toon afbeelding van titelpagina van Memoires 1970-1971

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.61 MB)

Scans (36.62 MB)

ebook (7.69 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoires 1970-1971

(2003)–Willem Oltmans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 284]
[p. 284]

Amsterdam

18 mei 1971

Reed regelrecht naar Bilthoven. Mam was moe, ik zag het onmiddellijk. Ik nam haar mee uit eten naar het Zwaantje in Soesterberg. Ze merkte toen wel op: ‘Ik ben weer wat opgekikkerd.’ Is mam te veel alleen? Ze had in de tuin gewerkt en had de volgende dag naar bed gemoeten, ziek van moeheid. ‘Tijdens het werk had ik er niets van gemerkt dat het teveel was.’ Wie bekommert zich nu om haar, zoals vader dat deed? Niemand van ons is haar zo toegewijd. Ik wil proberen meer te doen.Ga naar voetnoot332

Peter heeft besloten uit Maastricht weg te gaan. De directeur had in het jaarboek laten zetten dat Peter op advies van de school was weggegaan. Dit was niet waar. Hij had zelf besloten ermee op te houden en zodra dit geregeld was kwam hij naar Amerbos.

Vergat te noteren dat op Schiphol twee bvd-mannetjes bij de slurf van de Sovjet-machine stonden om de passagiers uit Moskou onder de loep te nemen. Eén van hen liep naar de douanecontrole en smoesde met de marechaussee. Prompt werd ik dus weer aangehouden. Ik moest mee naar een kantoortje. Het was zogenaamd weer voor de Hertz auto die ik meer dan een jaar geleden na gebruik gewoon had geretourneerd.

Er was een aardige brief van Aurelio Peccei. Er zal op 1 en 2 juni een ontmoeting zijn tussen hem, dr. Gvishiani en dr. Philip Handler in Wenen. Daar wil ik naartoe.Ga naar voetnoot333

De Raad voor de Journalistiek had uitspraak gedaan in mijn klacht over het geschrijf van H. Algra in de Leeuwarder Courant. Op 23 maart 1971 besloten de heren prof. Ch.J. Enschedé, H. Dikkers, prof. G.C. van Niftrik, N.G. Schrama, A. Stempels en K. Helder als secreatris dat de Raad van oordeel was dat de betrokkene, H. Algra, door het publiceren van onvoldoende bewezen beschuldigingen tegen een collega-journalist schade heeft toegebracht aan de waardigheid van de stand der Nederlandse journalisten. Het was dus voor de zoveelste maal raak. Algra had

[pagina 285]
[p. 285]

zijn praatjes na een onderhoud met Joseph Luns verkondigd. Er was een lieve brief van David Ellis uit Boise, Idaho. Hij had met een team van zijn college deelgenomen aan een model-United Nations voor jongeren in Los Angeles. Ze hadden namens Japan deelgenomen. Hij eindigde: ‘Love and stuff, David.’ Hij sloot krantenknipsels bij waar hij in stond.

Masagung schrijft uit Singapore geïnteresseerd te zijn in een uitgave van een herziene, uitgebreidere uitgave van De Verraders.Ga naar voetnoot334 Gerard VermeulenGa naar voetnoot335 wil een gedetailleerde reportage hebben over ‘de geheimzinnige Bilderberg-organisatie.’ Hij geeft acht aspecten op die in het artikel dienen te worden gespecificeerd. Heb er weinig zin in.

Guntur Sukarno (26), de oudste zoon van Bapak, heeft bekendgemaakt voor de pni (Partai Nasional Indonesia) - opgericht door Bung Karno - bij de komende verkiezingen campagne te zullen voeren. Schreef Sukmawati Sukarno een brief van drie pagina's.

19 mei 1971

Vanmorgen in Americain een uitstekende ontmoeting met professor Frits Böttcher, het Nederlandse lid van de Club van Rome. Ik stelde hem voor prins Claus in de Club te halen. ‘Lijkt hem nog wat vroeg, maar ik zal er eens over denken,’ zei hij.

Daarna gesprek met Vladimir Opalev om uiteen te zetten met welke film ik bezig was. Peter haalde me in Americain op.

In plaats van Henry Kissinger is John Holdridge van de National Security Council in Washington D.C. bereid me te ontvangen. Ik antwoordde hem uitvoerig.Ga naar voetnoot336

We aten in de Cave en laat op de avond kwam mijn nieuwe Indische vriendje, die ik Oeroeg heb gedoopt, naar Amerbos en gaf zowel Peter als mij een echte pitjiet.Ga naar voetnoot337

20 mei 1971

Professor Ernst Utrecht was in het bezit gekomen van een brief van Rachmawati Sukarno over haar vader en wat hem was overkomen sinds hij door Suharto werd gearresteerd.

De wereld kent hem als Sukarno. Voor mij is Sukarno een goede vader. Bij het Indonesische volk was hij bekend
[pagina 286]
[p. 286]
als Bung Karno. Nu is voor mij de tijd aangebroken om u te vertellen wat mijn vader/Sukarno/Bung Karno is overkomen gedurende de periode dat hij gearresteerd was. Hetgeen ik nu ga vertellen heb ik nog nooit eeder geopenbaard omdat ik bang was dat zolang vader nog leefde en door het Suharto-regime in arrest werd gehouden hij nog meer moeilijkheden zou kunnen ondervinden als het algemeen bekend zou worden hoe slecht hij werd behandeld. En ik kan het niet langer aanzien dat mijn vader nu meer lijdt dan hij vroeger ooit geleden heeft, want de kwellingen die hij nu ondergaat zijn zwaarder dan welke hij heeft moeten meemaken in de koloniale tijd.Ga naar voetnoot338
Behalve over de onmenselijke behandeling, die vader heeft ervaren, zal ik u ook vertellen over de positie van vader, een Leider van de Indonesische Natie, nadat men hem zijn bevoegdheden langzaamaan één voor één had afgenomen en men hem tenslotte totaal van zijn volk had geïsoleerd. Ik hoop dat ik tijdens het vertellen van de kwellingen die vader heeft moeten ervaren een stalen innerlijke kracht kan vinden om me al wat is gebeurd te kunnen herinneren.

Dan geeft dochter Rachmawati een politiek overzicht en herinnert eraan hoe generaal Nasution op 17 oktober 1952 reeds de kanonnen op het Merdeka-paleis liet richten om president Sukarno af te zetten. Vervolgens noemt zij drie vergaderingen van de mprs, het voorlopig volkscongres, die hebben geleid tot het afzetten van haar vader. Tijdens de vergadering van 20 juni tot 6 juli 1966 werd de zogenaamde Super Semar bekrachtigd, welke onder meer bepaalde dat Suharto de persoonlijke veiligheid van Sukarno zou garanderen. Suharto trad echter niet op tegen ondergeschikten die Sukarno's persoonlijke veiligheid wel degelijk in gevaar brachten. Tijdens de bijzondere vergadering van de mprs van 7 tot en met 12 maart 1967 werd besloten dat president Sukarno zich tot de algemene verkiezingen van 1968 niet met actieve politiek zou mogen bezighouden. Feitelijk werd Sukarno in politieke quarantaine geplaatst. Suharto werd tot plaatsvervangend president benoemd. De vergadering van de mprs van 21 tot en met 31 maart 1968 benoemde Suharto tot president voor vijf jaren. Suharto pleegde gewoon verraad aan de Super Semar, die de mprs eerder zelf

[pagina 287]
[p. 287]

had bekrachtigd. Algemene verkiezingen werden uitgesteld tot 5 juli 1971. Rachmawati vervolgde:

Allereerst moet ik u er aan herinneren dat vader een persoon was die zeer op zindelijkheid was gesteld. U zult zich dit nog wel herinneren uit het boek dat Cindy Adams over vader schreef. Ik wijs op deze eigenschap van vader omdat hij gedurende zijn afzondering in een woning moest verblijven, die in het geheel niet werd schoon gehouden. De onzindelijke plaats waar vader zijn laatste dagen moest slijten heeft zijn lijden vergroot. Nadat in 1968 de mprs Suharto tot president voor de eerstkomende jaren had benoemd, wilde vader niet meer in het paleis in Bogor verblijven. Hij verhuisde toen naar een nieuwe woning, die zijn vrienden voor hem hadden gebouwd. De woning was ruim en vader gaf haar de naam ‘Hing Puri Bima Sakti’. De woning lag in Batutulis, bij Bogor. Vanaf het moment dat vader het paleis in Bogor verliet en in Batutulis ging wonen werd hij steeds wreder behandeld. Ik heb vader eens verweten dat hij vrijwillig zijn verblijf in het paleis in Bogor verruilde voor dat in de woning te Batutulis. Maar vader zei: ‘Ach laat mij maar de verliezer zijn. Suharto is immers tot president benoemd?’ Wat was vader edelmoedig. Maar zijn edelmoedigheid werd beantwoord met wreed heid, die hem leed bracht.
Vanaf het ogenblik dat vader naar Batutulis verhuisde, werd hij van zijn volk geïsoleerd. De regering Suharto nam het besluit dat behalve zijn kinderen en zijn echtgenotes niemand hem mocht bezoeken. En later mochten zelfs niet alle kinderen vader bezoeken. Nadat Megawati, mijn oudere zuster en vaders tweede kind, was getrouwd, mocht zij vader niet meer ontmoeten. De wacht voor het huis van vader joeg haar weg, omdat zij na haar huwelijk niet meer als kind van vader kon worden beschouwd. Moge God de onnozele bewakers hun misdrijf vergeven. Ofschoon de regering nimmer officieel heeft meegedeeld dat vader in arrest zat werd hij slechter behandeld dan een gewone gevangene. Men ging al zijn gangen na. Vader, die zijn volk lief had en ook bij het volk geliefd was, werd op een gruwelijke manier van dat volk gescheiden. Het volk mocht hem niet zien, zelf zijn schoonzoons en zijn schoondochter mochten hem geen bezoek brengen.
[pagina 288]
[p. 288]
Alhoewel ik vader geregeld opzocht, mocht ik mijn auto niet op het erf van vaders huis parkeren. Mijn auto moest aan de kant van de weg blijven. Ik moest te voet over vaders erf gaan, dat nota bene ook mijn erf was, naar de woning waar vader verbleef.
Het was erg stil in het huis in Batutulis. Vader leefde eenzaam en teruggtrokken. Het klimaat was niet goed. De lucht was vochtig. De eenzaamheid drukte hem zwaar. Hij was eenzaam omdat geen familie, kinderen en vrienden om hem heen waren. De grote leider leefde geïsoleerd onder strenge bewaking, als een gevangene in zijn eigen land, het land dat hij had bevrijd uit de macht van de koloniale overheerser. Welk ongelukkig lot had vader getroffen? Ik was geheel vervuld van medelijden toen ik vader zo in zijn eenzaamheid ontmoette. Vader kreeg strenge legerbewaking. Het soms grove en beledigende optreden van de bewakers vergrootte vaders lijden. Hij werd apatisch. En wie zou dit niet zijn geworden? Al zijn doen en laten, zelfs wanneer hij zich in de woning bevond, ging men vol wantrouwen zorgvuldig na. Vader, die van wandelen hield en graag planten verzorgde, ging zelden zijn woning uit, omdat hij wist dat hij dan door zijn bewakers zou worden gevolgd. Vader kreeg te weinig lichaamsbeweging en werd daardoor ziek. Voortdurend spoorde ik hem aan wat in de tuin te wandelen, wat aan sport te doen, om op die wijze wat lichaamsbeweging te krijgen, opdat hij niet zou verzwakken. Maar vader weigerde, waarbij hij de droevige opmerking maakte: ‘Nee Rachma, ik haat het om overal door bewakers gevolgd te worden.’ Het gevolg was dat vader steeds zwakker werd en apatisch werd tegenover het gebeuren om hem heen.
Vaders gezondheid ging langzaam achteruit. Maar generaal Suharto, als uitvoerder van de Super Semar die tot taak had er op toe te zien dat vader redelijk werd behandeld, nam geen maatregelen die de situatie zouden kunnen verbeteren. Suharto was van de situatie op de hoogte gesteld. Het was zelfs zijn plicht om zich voortdurend op de hoogte te stellen van de situatie waarin vader verkeerde, want vader was zijn gevangene. Reeds in de tijd dat vader nog president was leed hij aan bepaalde ziekten. Reeds in die periode stond hij voortdurend onder medische controle. Maar nu liet men vader, die de medische verzorging van toen nog steeds
[pagina 289]
[p. 289]
nodig had, aan zijn lot over. Men gaf hem niet de medische verzorging waarop hij als oud-president recht had. Vroeger stond vader onder toezicht van een team van artsen. Nu had hij maar een arts, een militair, die aan de bevelen van zijn meerderen was onderworpen. Die dokter was majoor Surojo. Voor iemand die aan een paar ziekten tegelijk leed was de controle door slechts één arts niet voldoende.
In de slechte toestand waar vader in verkeerde kwam geen verbetering. Men liet hem gewoon aan zijn lot over, zodat hij steeds zieker werd. Vader kon tenslotte niet meer behoorlijk lopen. Hij moest ondersteund worden wanneer hij zich van de ene naar de andere kamer wilde begeven. Hij werd steeds zieker en steeds zwakker en kreeg meer last van reumatiek. De koude en vochtige lucht kreeg vat op hem. Tenslotte verkeerde zijn leven in gevaar. Ongeveer medio oktober 1968 kwam ik persoonlijk bij president Suharto om hem te vragen of vader naar Jakarta mocht verhuizen. Suharto stemde toe en niet lang daarna kwam het presidentiële besluit waarbij Wisma JasoGa naar voetnoot339 als vaders officiële verblijfplaats in Jakarta werd vastgesteld. Ook kon vader, volgens dat besluit, op elk gewenst ogenblik naar Batutulis terugkeren om er uit te rusten. Dit alles stond zwart op wit in het besluit. Maar toen het uitgevoerd moest worden bleek dat, zoals gewoonlijk, Suharto zijn beloften niet nakwam.
De verhuizing naar Wisma Jaso bleek een achteruitgang te zijn. Vader werd er nog veel meer als gevangene behandeld en nog verder van zijn volk afgehouden. Zijn leed werd in Wisma Jaso nog groter. Op het ogenblik dat vader zijn intrek nam werden alle trouwe bedienden van vader naar huis gestuurd. Mevrouw Sugij, de dame van de huishouding, kreeg een ultimatum: zij moest Wisma Jaso binnen 24 uur verlaten.
Enkele ogenblikken voordat vader voet in Wisma Jaso zou zetten werd het huis doorzocht. Daarna werden er op bepaalde plaatsen, en voor het oog verborgen, minimicrofoons geplaatst met de bedoeling de gesprekken tussen vader en zijn kinderen te kunnen afluisteren. Ik wist dit pas enkele maanden later van een majoor uit het leger. Men had eens een gesprek afgeluisterd tus-
[pagina 290]
[p. 290]
sen vader en mij in de kamer waar vader veel zat. Naar aanleiding van dit gesprek werd ik door de militaire politie verhoord. Er werd mij gevraagd of ik iets afwist van een nota die vader naar oud-minister Maladi zou hebben geschreven. Ook minister Maladi moest zich aan een verhoor onderwerpen. Toen ik later op een later tijdstip weer het huis wilde binnenlopen werd mij de toegang ontzegd. Dit alles gebeurde zonder opgaaf van redenen. Het was louter pesterij. De bewakers traden niet alleen tegen vader en mij ruw op maar ook tegen alle andere leden van het gezin en de bedienden. Een heel grove behandeling kreeg vader gedurende de tijd, dat hij werd verhoord over wat zich op 1 oktober 1965 tijdens de mislukte staatsgreep had afgespeeld. Gedurende zes maanden mocht vader door niemand worden bezocht behalve door mevrouw Hartini, een van zijn echtgenotes. Zowel 's ochtends als 's avonds werden hem vragen gesteld over de rol, die de pki zou hebben gespeeld voor en tijdens de mislukte staatsgreep. Bepaalde vragen werden tot vervelens toe herhaald. De bedoeling was om vaders geest te verzwakken. Eens kon vader zich niet meer beheersen en snauwde de officier die hem de vragen stelde af.Ga naar voetnoot340 Tijdens de verhoren behandelde men vader alsof hij zelf een pki-er was geweest. En dit terwijl generaal Suharto voordien zelf in het openbaar had verkondigd dat vader niet bij de mislukte staatsgreep betrokken was geweest. Maar als gewoonlijk handelde Suharto weer in strijd met hetgeen hij tevoren zelf had beweerd. Hoe zou vader bij de staatsgreep betrokken kunnen zijn geweest, want de staatsgreep was tegen zijn eigen regering gericht. Na zes maanden pas mochten de kinderen vader weer bezoeken. Toen ik hem weer terugzag was ik erg ontroerd. Zijn gezicht was gezwollen en zijn lichaam was zeer verzwakt. Mijn ongerustheid over zijn lot was groter geworden. Vader raakte zijn eten, dat bestond uit zachte rijst, eieren en groenten, nauwlijks aan. Na Gunturs huwelijk mochten wij vader nog maar eenmaal per week bezoeken. Uit de toestand waarin vader verkeerde en de gesprekken die ik met hem had, kon ik opmaken dat de verhoren veel van zijn krachten hadden gevergd. Zijn gezondheid liet het eigenlijk niet toe dat hij werd verhoord. De doktoren hadden geen voldoende
[pagina 291]
[p. 291]
anndacht aan hem kunnen schenken. Het leek er zelfs op dat het bevel was gegeven vader op een langzame wijze ter dood te brengen.Ga naar voetnoot341
Mijn vermoeden werd nog groter toen ik ontdekte dat vader allerlei pijnstillende en verdovende middeltjes voorgeschreven kreeg, terwijl er niet werd aangegeven hoeveel pillen, poeiers of lepels hij telkens moest innemen. Hij kon zodoende gemakkelijk het slachtoffer van overdosering worden. Terwijl vader ziek was kwam geen der doktoren bij hem om hem serieus te onderzoeken. Hij mocht ook net zoveel roken als hij wilde. Toen vader last van zijn gebit kreeg en vroeg of er een tandarts kon komen, kwam deze pas drie maanden later. Steeds sterker kreeg ik de indruk dat men vader langzaamaan dood wilde laten gaan. Eens liet men vader op zijn eigen houtje naar de vuile badkamer gaan. De vloer van de badkamer was buitengewoon glad door het mos dat er groeide. Vader maakte dan ook een lelijk smak. Deze zorgwekkende toestand waarin hij verkeerde duurde voort tot zijn verjaardag op 6 juni 1970. Maar tevoren had ik enkele malen voor een griezelige situatie gestaan. Ongeveer in het begin van 1970 vertelde vader mij dat hij het gevoel had te zweven tussen leven en dood. Hij verloor vaak het bewustzijn en langzaamaan verdween bij hem de lust om nog verder te leven. Alhoewel hij kort voor zijn 69ste verjaardag om boeken over politiek had gevraagd, was hij niet meer in staat de gevraagde boeken te lezen. Vader deed niet anders meer dan slapen en lag verzwakt en lusteloos, vaak ook buiten bewustzijn, op de sofa.Ga naar voetnoot342
Wanneer ik twintig jaar later deze hartstochtelijke brief van dochter Rachmawati opnieuw lees, vraag ik me allereerst af wat er met het Indonesische volk aan de hand was. De schok van de coup van 1965 gevolgd door een massaal bloedbad van een miljoen mensen door mataglapGa naar voetnoot343 para's en elitetroepen onder commando van Suharto duiden op een massale bedwelming, een vorm van narcose, onder normaliter weldenkende mensen in Indonesië. In de periode 1965-1966 werd Indonesië murw gemoord. En terwijl dit plaats vond zag de nieuwe, bloedige dictator er op toe, dat de wer-
[pagina 292]
[p. 292]
kelijke stem des volks, de werkelijke leider niet alleen rigoureus afgesneden werd van alle in het land resterende krachten, die hem te hulp wilden komen, of die samen met hem de moordbendes van Suharto wilden stoppen, nee, Suharto zag er op toe, dat zijn voormalige opperbevelhebber en grote leider van de revolutie niet slechts van de buitenwereld werd afgegrendeld: hij werd op de meest onmenselijke en wrede manier denkbaar dood gemarteld. Het ooggetuige verslag van dochter Rachmawati licht een tip van Suharto's misdaad jegens Sukarno op.
Vergeleken bij de man die hij bezig was om te brengen was Suharto uiteraard een ordinaire coup-generaal met vrijwel geen intellectuele bagage, een onafgemaakte middelbare school met de branie-mentaliteit van een in de Japanse tijd opgeleide guerrilla, die geen andere uitweg had weten te vinden voor de onïngevuldheid van zijn hoofd, dan zich via een zogenaamde militaire carrière omhoog te wurmen. Suharto was de man die zich door mevrouw Prawiro, zijn pleegmoeder, op de leeftijd van 27 jaar, een huwelijk liet aanpraten met een meisje dat hij sinds de lagere school nooit meer had gezien, Hartinah Sumuhardjomo.Ga naar voetnoot344 Zij kwam uit het dorp Wurjantoro uit een zogenaamd algemeen gerespecteerde en geziene familie. Suharto's minderwaardigheidscomplex over zijn eenvoudige afkomst werd enigemate gecompenseerd, want hij trouwde voor plaatselijke begrippen, de deftige Hartinah, en wel op 26 december 1947.
Small town-boy makes good: Suharto, de geboren streber, begon zijn lange mars naar hogerop, al was het maar om de Sumuhardjomo's te bewijzen wat hij waard was. Een karakter, dat uit een minderwaardigheidscomplex is opgebouwd, heeft de neiging de ontmoedigende werkelijkheid weg te poetsen teneinde eigenwaan en zelfoverschatting te stimuleren. Bijna altijd zijn gevoelens van minderwaardigheid terug te leiden tot de prille jeugd en de omstandigheden waarin het kind opgroeide. Suharto kon niets, presteerde niets en vluchtte in het Nederlands-Indische leger om zijn gezicht te redden. Zijn ouders waren uit elkaar gegaan toen de jongen twee jaar oud was. Hij werd opgevoed door zijn grootmoeder. Zijn moeder hertrouwde en toen hij vier jaar was keerde hij bij haar terug; een jaar later werd zijn halfbroer, Sutjipto, geboren. Met andere woorden, een kind dat in zijn eerste jaren emotioneel heen en weer wordt geslingerd en in grove mate natuurlijke affectie en aanvaarding tekortkomt en weinig goedkeuring krijgt, ontwikkelt bijna altijd een gevoel van minderwaardigheid ten opzichte van zijn omgeving. Vergeleken bij president Sukarno's mindscape
[pagina 293]
[p. 293]
was Suharto een absolute nul. Sukarno was natuurlijk werkelijk een civilized person, al liet hij Suharto uiteraard nooit merken dat hij uitstekend begreep met wat voor ‘product’ van de militaire machinerie hij had te maken. Vandaar ook dat hij als opvolger voor generaal Yani niet Suharto, maar generaal Pranoto Reksosamudro koos, een kalme, beschaafde militair zonder complexen van aanzienlijk niveau. Sukarno had evenwichtigheid en bekwaamheid nodig op een moment dat Indonesië in brand stond en geen branie-heethoofd, die meende zich tegenover zijn vrouw en haar familie te moeten bewijzen, of een militair die uit minderwaardigheidsgevoelens ten opzichte van zijn hoogste superieur op meedogenloze wraak was. Want dat was nu precies Suharto in 1965. Met een verbluffend en ongeëvenaard sadisme leefde deze mentaal gestoorde generaal zich uit op de vertraagde dood van Bung Karno, de man waarvan hij maar al te goed wist, dat hij werkelijk geliefd was bij het Indonesische volk, terwijl hij, Suharto, de geschiedenis in zal gaan als de grootste Indonesische massamoordenaar aller tijden. Of zoals Dewi Sukarno het reeds eerder via een Japanse uitdrukking had verwoord: ‘Iemand met een zijden kous vermoorden’, dat is wat Suharto met Sukarno heeft gedaan. En, terwijl Rachmawati SukarnoGa naar voetnoot345 haar hartenkreet in de pers liet circuleren, maakte de Nederlandse koninklijke familie zich op om een staatsbezoek aan deze walgelijke meneer te gaan brengen. Ik was hier op tegen en samen met een kleine groep vrienden spande ik me in dit dan ook in Nederland bekend te maken.

21 mei 1971

Gisteren had ik een lang gesprek met Emile van Konijnenburg. ‘Alles wat Sukarno is aangedaan door het Suharto-regime zal bijdragen tot zijn uiteindelijke ster,’ aldus Konijn, wat natuurlijk juist is. ‘Wat Bung Karno is overkomen zit in het vak. Kijk hoe Khrushchev geëindigd is, of Charles de Gaulle. Hoe zieliger zulke leiders ondergaan hoe hoger zal hun roem uiteindelijk stijgen.’ De donderdag voor Bapaks overlijden was oud-vice-president dr. Mohammed Hatta nog bij Bung Karno geweest.

Van Konijnenburg adviseerde inzake een stuk voor Panorama over de Bilderberg-groep: ‘Daar ergert iedereen zich alleen maar aan. Moet je je voorstellen dat je op zo'n club de naam van een hotel plakt waar je bijeenkomt,’ zei Konijn. Ook professor Böttcher noemde het ‘een oude herenclub.’

Milo Anstadt regelde een ontmoeting bij de vara ter kennismaking met Piet ten Nuyl. Hij gaf toe dat de vara een milde-

[pagina 294]
[p. 294]

re houding ten aanzien van Suharto had ingenomen dan Vrij Nederland en ik vroeg waarom. Daar kwam geen antwoord op. Terwijl Enkelaar in Parijs zat is hij 'm geknepen om naar Indonesië te gaan, zogenaamd om het staatsbezoek van Juliana wat televisie betreft voor te bereiden.

22 mei 1971

Hôtel de France et Choiseul

Gisteravond kwamen we in Parijs aan en pakten nog snel een sauna in de Rue Poncelet.

Henri Bergson herinnert er aan dat een mens slechts ‘un animal qui sait rire’ is. Misschien is het wel waar dat nu we naar een ‘computerized world’ toegaan, we een ‘world without tears’ zullen gaan beleven. Bergson: ‘Dans une société de pures intelligences on ne pleurerait probablement plus, mais on rirait peut-être encore.’Ga naar voetnoot346

Le Monde meldt uit Jakarta nieuwe arrestaties. Nu zijn prominenten van de Nahdatul Ulama opgepakt. Het is een schandaal dat er zelfs over een bezoek van de koningin wordt gesproken.

23 mei 1971

Twee kaarsen in de Madeleine.

We zijn in het Théâtre des Champs Elysées naar de Firebird (L'oiseau de feu) van Igor Stravinsky geweest, met Jean Pierre Franchetti en Michael Denard, in de choreografie van Maurice Béjart. Het was beautiful, beautiful. ‘Hoe vaak zie je iets wat je zo raakt?’ zei Peter entre actes. We gingen na afloop naar ons lievelingsrestaurant, Bar du Théâtre, waar Franchetti, met zijn moeder en vrienden eveneens verscheen en prompt met Peter begon te flirten. Later zaten we op St. Germain en Peter zag een jongen, waar hij eerder mee in de koffer was gedoken. De jongen was met een vriend. ‘Nu willen ze allebei,’ zei hij. Ik gun Peter een nummer, maar op zo'n avond overvalt het me. Tijdens het eten had hij nog gezegd: ‘Willem, ik zeg het nog eens, ik heb van deze dag intens genoten, ik wil dat je dit weet.’

Krishnamurti noemt meditatie de observatie van het denken, of het ontspannen waarnemen van wat is. ‘A meditative mind is a silent mind (...) the braincells become silent, and in that silence everything happens.’ Ik vraag me af of brains werkelijk werken, zoals Krishnamurti zich dit voorstelt.

Voorspoedige terugreis.

[pagina 295]
[p. 295]

24 mei 1971

Amsterdam

Fedorowsky in Moskou verzekerde me per telefoon opnieuw dat ik het filmpje over het nieuwe Sovjet supersonische transporttoestel tu-144 van ze kon krijgen voor de nos. Ik waarschuwde Ton Neelissen en V. Opalev dat de film nu onderweg naar ons toe was.

Een nieuwe golf van arrestaties in Indonesië: Volgens luitenant kolonel Mungi, legerwoordvoerder in Jakarta, zijn er nog twee miljoen communisten voortvluchtig. Zeg me niet dat Suharto hen ook nog wil vermoorden. In ieder geval zijn zelfs een groot aantal mohammedaanse leiders opgepakt, zoals het parlementslid Hadji Hoessein. Ook werd de voorzitter van de islamitische partij Parmusi voor Midden-Java, Suratman Surianingprodjo, in Semarang van zijn bed gelicht. Ook andere Parmusi-leiders werden elders opgepikt. Op Midden-Celebes werden hondervijfentwintig militairen gearresteerd op beschuldiging van medeplichtigheid aan de staatsgreep van 1965. Onbegrijpelijk dat generaal Kemal Idris, als militair-commandant in dat gebied, aan de misdadigheid van Suharto meewerkt. Je moet er gewoon niet aan denken wat in Indonesië verder nog allemaal gebeurt zonder dat het voor window-dressing in de kranten komt.

Willem Drees senior heeft de pvda de rug toegekeerd. Verbaast me niets. Er was nooit iemand anders in het Haagse om het speldje van grootheid aan op te hangen.

26 mei 1971

Gisteren was ik ziek, wat niet vaak gebeurt.

Loet Kilian heeft Kew Gardens eindelijk opgedoekt en is terug naar Nederland verhuisd. Tieneke heeft haar zin.

Santo's zwager, generaal Ashari, is tot militair-attaché in Parijs benoemd.

Gerard van 't Reve, met kort geknipt haar, las in de Koos Postema show een walgelijk stuk uit eigen werk voor, over kleine jongetjes, wiens blanke blote billetjes met leren zwepen zouden moeten worden gegijseld (door Reve dan). Verder over een aftrekpartijtje op bed met het afgezaagde beeld van sperma op de muur. Peter zei hierover: ‘Dat het om de vorm ging en de taal die wordt gebruikt.’ Laat mijn vorm dan maar krom en scheef zijn, zoals Henk Hofland altijd over me spreekt, maar de inhoud en achtergrond van alles zijn voor mij nummer één.

Peter was in het bos bij Oostelbeers geweest om een verschrikkelijke droom kwijt te raken waarvan hij de betekenis direct

[pagina 296]
[p. 296]

had begrepen. ‘Er was een heel groot huis. Dit was van mij. Dat was dus het symbolische zelf. Twee van mijn vrienden tuigden elkaar af met zware stalen voorwerpen. Er was ook bloed. Toen het me te erg werd liep ik weg. En toch ging ik weer terug naar hetzelfde toneel, dezelfde hoeveelheid bloed, want ik vond het ergens dus toch wel prettig vond (...).’ Ik begreep er niets van en reageerde blijkbaar verkeerd en stom want Peter zei: ‘Je bent weer de wijze vader.’ Voor me lag Erik Erikson open met deze zinsnede: ‘If I don't open my mouth, they may take it for the wisdom of age (...)’ en deze zin las ik hem dus voor.

27 mei 1971

Onrustig geslapen. Ik was weer clandestien Indonesië binnengeslipt en was ergens vlakbij het Merdeka-paleis en hoorde twee bedienden over Bapak spreken. Ik begrijp nooit een syllabe van dromen en noteer ze dus soms en probeer ze niet te interpreteren.

Op weg naar de studio in Bussum zag ik een Indisch jongetje met een zware koffer plus een jas en een doos met daaraan vast een bos brem zeulen. Ik keerde om en stopte. ‘Moet jij naar je oma?’ vroeg ik. ‘Ja meneer.’ Waar haal ik zoiets vandaan. Ik bracht hem waar hij moest zijn. Hij had die twee kilometer met al die spullen nooit gehaald.

Ferenc Schneider, de nos-regisseur had een Russisch sprekende vent met een toepetje versierd, die ik absoluut niet vertrouwde. Volgens Ton Neelissen ‘een integere man’. Dan weet je het al weer. De eerste draft van mijn film over think tanks is super, maar waarschijnlijk veel en veel te hoog gegrepen voor een algemeen televisiepubliek. Op dit moment duurt de film 56 minuten en 50 seconden. We spraken over mogelijke coupures en in vele opzichten denken Ton en ik over de inhoud toch wel gelijk.

Ging met mam en tante Jetty bij de locale Chinees in Bilthoven eten. Mam kan zonder bril het menu niet lezen, maar soms denk ik dat ze ook niet precies kan zien wat zij eet. Sedert 1958 in Port Elisabeth, Zuid-Afrika heeft zij gebrild. Ik vond dat zij slechter hoorde. Waarom laat zij in godsnaam er niet naar kijken?

Telefoneerde met dr. Aurelio Peccei in Rome, die voorstelde dat ik de film op 2 juni in Wenen aan hem, dr. Philip Handler en dr. Jermen Gvishiani zou laten zien. Ik belde met dr. Handler in Washington, die de voorkeur gaf aan 1 juni, na het diner om 21:00 uur. Prima.

[pagina 297]
[p. 297]

28 mei 1971

C.H.M. Bosch, general manager van Hertz Automobielen Nederland N.V., schrijft om zijn excuses te maken, dat ik per abuis door de politie op Schiphol werd aangehouden voor een auto, die nooit weg was geweest.Ga naar voetnoot347

Bereikte Tjark Tijdens in Groningen per telefoon. Hij is nu getrouwd en heeft een zoon. ‘Ik ben boer.... Je had hier een paar weken geleden moeten komen, toen bloeiden de koolzaadvelden, net een sprookje.’

30 mei 1971

Bracht de lunchtijd door bij mam op het terras in Bilthoven, haalde Peter in Utrecht op en we waren eerst bij Erik en Helga van der Leeden in Delft en later bij Loet en Tieneke Kilian in Den Haag. Het gevoel les amis de mes amis telt altijd sterk bij mij.

31 mei 1971

Gisteravond zagen we Death in Venice, een film vol gemiste kansen. Gustav Mahler verliefd op een 17-jarige jongen bracht enkele onvergetelijke mooie momenten, zeker, maar de rest. De death scene on the beach was inderdaad adembenemend. Ik vond dat de jongen uit Visconti's film vooral prachtig acteerde, trouwens hij was aantrekkelijk.

Nijenrode-kameraad Michiel van der Plas heeft een boekje van 287 pagina's gemaakt van de krassen die hij over een periode van jaren in boeken heeft gezet. ‘De mens leeft niet van bloot alleen.’ Open deur.Ga naar voetnoot348

1 juni 1971

Wenen, Imperial Hotel

Stopte gisteren in Zürich voor een ontmoeting met broer Theo. Ze komen naar mams 75ste verjaardag.

Ontbijt. Bergson: ‘Nos états d'âmes changent d'instant en instant, et que si nos gestes suivaient fidèlement nos mouvements intérieurs, s'ils vivaient comme nous vivons, ils ne se répéteraient pas: par là, ils défieraient toute imitation. Nous ne commençons donc à devenir imitables que là nous cessons d'être nous-mêmes.’

Wandelde langs hotel Ambassador en hotel Bristol, twee hotels waar Bung Karno indertijd verbleef. Herinneringen! Ook aan de reis met de acf-directie en mijn vader om met de Indone-

[pagina 298]
[p. 298]

siërs over de kina te onderhandelen. Life is like an afternoon breeze.

Mozart Café

Dr. Aurelio Peccei ontving me in een vorstelijk appartement in het Imperial. Hij had tijdens een meeting van televisie-executives in Aspen, Colorado Joe Slater ontmoet. cbs voelde voor een verfilming van het komende Club van Rome-rapport. ‘We are in a finite place, Willem, the biosphere is only 12 kilometres high. That is our breathing space, our kingdom, the domain of man. Look what happens if you dig into the earth or climb the Mount Everest peak. That is what we have, all of it. That is our habitat. The rest of the universe is hostile where we can only travel in space suits (...).’

Hij waarschuwde voor een te sterk accent op Jay Forrester en zijn computers in onze film, en in het algemeen. ‘He is a great man, but he is also very egocentric.’ Peccei benadrukte juist de menselijke ziel, de menselijke warmte, het individu als belangrijkste factoren bij al deze rampspoedige ontwikkelingen. Hij vroeg of ik de film vanavond 0m 21:30 uur wilde vertonen.

Spoorde Harald Binder op via zijn ouders in München. Hij woont nu in Londen. Schreef hem meteen.

2 juni 1971

Hotel Imperial, kamer 517

Unieke avond. Continental Films had aan Halbgaße no. 25 een studiootje in gereedheid gebracht om Aurelio Peccei, dr. Philip Handler en dr. Jermen Gvishiani de voorlopige montage van de televisiefilm, die ik had gemaakt, te tonen. Hield een inleidinkje van een paar minuten dat dit een provisorisch script was en daarop liet ik de gesprekken met henzelf en Forrester zien, waar we professor Frits Böttcher en de minister voor Wetenschapsbeleid, jhr. De Brauw nog aan wilden toevoegen.

Er werd met intensiteit gekeken en geluisterd. Ik zat naast dr. Peccei. Toen de lichten aangingen stelde ik voor dat ik via dr. Peccei hun kritiek te horen zou krijgen. ‘Let's do it now,’ zei hij zelf. Ze vonden dat vooral Jay Forrester niet eenvoudig was te volgen. ‘Ik heb zelf moeite om zijn rapporten te lezen,’ zei dr. Handler. Hij vond dat de passages over de geheimhouding over het in West-Europa op te richten achtlandeninstituut (think tank) beter konden worden geschrapt. ‘That is a red herring. In general, I would say, cut it down to 30 minutes, and you have a film,’ aldus de Amerikaan.

Dr. Gvishiani vroeg enigszins formeel het woord te mogen

[pagina 299]
[p. 299]

voeren. Hij was teleurgesteld dat het gesprek met hem in Moskou in zwart-wit en niet in kleur was gefilmd. Maar hij vond het een uitstekende film en een positieve bijdrage. ‘But don't frighten them,’ zei dr. Gvishiani, ‘because what is our final objective? That we intend to show the public that although there are serious problems, humanity does have the tools to do something about it and that in these think tanks scientists are steadily increasing their mutual cooperation. We must be optimistic.’ Kees van Langeraad had de tussenteksten gesproken en het leek dr. Gvishiani raadzaam een uitdrukking als ‘het ijzeren gordijn’ liever te schrappen.

We besloten ergens een glaasje te gaan drinken. We reden in de Mercedes van de plaatselijke Fiat-vestiging naar de Bonbonnière, een soort pub, waar enkele bekenden van dr. Gvishiani en Aurelio Peccei ons opwachtten. Er was een Russische dame onder de gasten, die Drambuie als water schonk en een soort gangmaker bleek te zijn. Verder was er een kleindochter van Catherina II (Tsarina), een Duitse prinses, blond en nogal een schoonheid. De andere gasten waren Italianen en Oostenrijkers. Dr. Gvishiani trok zijn jasje uit en ging achter een piano zitten en keek af en toe naar ons, alsof hij om een goedkeuring vroeg. Hij speelde maar door, beetje café-chantantmuziek, en een Oostenrijker zei hardop: ‘Moet je dat zien, een geboren Russische prins achter de piano!’Ga naar voetnoot349 Dr. Peccei en ik wilden dringend weg, in plaats van het gelal en gebral van Georgische liedjes te moeten aanhoren. Ik ergerde me er in ieder geval grenzeloos aan, maar bleef een aimabel gezicht trekken. Op een gegeven moment besloot Philip Handler een tekst mee te zingen, begeleid door Jermen Gvishiani op de piano. Uitzonderlijke vertoning, de president van Amerika's belangrijkste think tank samen met de schoonzoon van premier Kosygin in een Weens etablissement broederlijk in liedjes verenigt.

Om 01:00 uur werd besloten naar huis te gaan en iemand zette me bij hotel Sacher af, want ik was aan een nachtsauna toe.

‘Penser (...) penser, c'est perdre le fil.’ - Paul Valéry.

Vanmorgen reed ik met Aurelio Peccei mee naar de Italiaanse ambassade, waar hij de ambassadeur van zijn activiteiten in Wenen op de hoogte zou stellen. Hij vertelde dat de Sovjets aanvankelijk sceptisch hadden gestaan tegenover de Club van Rome en haar plannen, vooral omdat zij zich veel optimisti-

[pagina 300]
[p. 300]

scher opstelden wat betreft de uitkomst van de berekeningen over de toekomst dan de Amerikaanse computerdeskundigen en het Forrester-team. Daar zijn Sovjets dan ook historische optimisten (als communisten) voor. ‘Maar de stemming in Moskou is veranderd. Ze werken daar nu aan een toekomstverwachting voor het jaar 1985,’ aldus dr. Peccei.Ga naar voetnoot350 He is a great guy.

3 juni 1971

Amsterdam

Ambassadeur Howard Jones kondigt aan mij ‘an autographed copy’ van zijn boek over Indonesië toe te zenden. Hij wist dat ik het graag wilde lezen: ‘In connection with the recent controversies with the Foreign Minister. I hope you will like it.’Ga naar voetnoot351 Dr. Zairin Zain, die inmiddels naar Den Haag is verhuisd, sprak met Thomas Lepeltak (Stan Huygens) van De Telegraaf. Zain heeft een hersenbloeding gehad, anders zou ik zeggen dat hij wel erg kort van memorie is. ‘Luns heeft nooit wat van onze nationale aspiraties begrepen (...). Dr. J.H. van Roijen, mijn voornaamste tegenspeler in het overleg aangaande de overdracht van West-Irian, begreep me drommels goed.’ So far, so good. Maar dan: ‘Dat de onderhandelingen in 1962 toch tot een goed einde zijn gekomen, is overigens wel in de laatste plaats te danken aan de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, dr. Subandrio. Die man huilde alsmaar - ach wat heeft Subandrio niet allemaal afgehuild - tegen mij, tegen dr. van Roijen, tegen Dean Rusk, alsmaar huilen, huilen, huilen als hij zijn zin niet kreeg.’ Ik ben geen bewonderaar van dr. Subandrio, maar om Zain achteraf zo te horen spreken over een man, tegen wie hij in mijn bijzijn althans altijd deed alsof hij hem - tenminste als zijn onmiddellijke chef - ten zeerste serieus nam, vind ik een droevige zaak.

Nu stelt dr. Zain het voor alsof hij zijn hersenbloeding te danken heeft aan het feit dat Indonesië zich uit de vn terugtrok over de kwestie Maleisië. Het was Bung Karno geweest, aldus Zain, die de as Jakarta-Peking had uitgedokterd, niet Subandrio. ‘Na zijn bezoek aan Peking is de ouwe heer gaan dromen,’ aldus de oud-ambassadeur. ‘Subandrio bracht zijn funeste politiek ten uitvoer.’ Een buitengewoon simplistische voorstelling van zaken door Zain, die de jaren dat Maleisië in Jakarta speelde op duizenden kilometers afstand in Washington dc en Bern zat. Ik ben er van overtuigd dat Sukarno zijn nauwere betrekkingen

[pagina 301]
[p. 301]

met PekingGa naar voetnoot352 uitsluitend betrok op een gezamenlijk standpunt inzake de Amerikaanse waanzinoorlog in Zuidoost-Azië. De intriges rond president Sukarno bereikten in die dagen een hoogtepunt, zoals ik eerder heb aangegeven met bijvoorbeeld het verdonkeremanen van een brief van de koning van Maleisië aan president Sukarno om een gemeenschappelijke oplossing te zoeken. Als toen een ontmoeting tussen de koning en Bung Karno zou hebben plaatsgehad, zouden de ontwikkelingen wellicht zich heel anders hebben voltrokken. En nu doet dr. Zain het voorkomen of Bandrio, de geboren intrigant, slaafs Bung Karno's bevelen zou hebben uitgevoerd. Sukarno verloor geleidelijk de greep op de staat, omdat teveel krachten hem ondermijnden en tegenwerkten. Gevoegd bij de Amerikaanse belangen om de rugdekking in Vietnam te zuiveren van mogelijk vijandige krachten was de explosie van 1965 misschien onvermijdelijk geworden. Intussen waren we begonnen handtekeningen te verzamelen voor de open brief aan de koningin om niet naar Suharto te gaan. Dr. H.A. van Geuns, arts voor longziekten te Rotterdam en voorzitter van Amnesty International Nederland schreef me zijn medewerking niet te kunnen geven. Amnesty voerde haar eigen oppositie tegen het vastzetten van prisoners of conscience en ‘wij menen dat we onze activiteiten moeten voortzetten zonder dat de Indonesische autoriteiten ook maar de schijn van een suggestie zouden kunnen krijgen dat Amnesty een binding heeft met enige andere organisatie of groepering.’Ga naar voetnoot353

Een Amerikaanse Vietnam-deserteur, Ralph Waver, is door de justitie gearresteerd om aan de Amerikaanse autoriteiten te worden uitgeleverd. De Haarlemse officier van justitie, Mr. G.W.F. van der Valk Bouman, liet de aanhouding uitvoeren. Wanneer die man een greintje rechtsgevoel in zijn body had zou hij het lef hebben moeten opbrengen die aanhouding te weigeren. Piet Dankert bemoeit zich ermee, maar dat is ook al een man zonder guts. Intussen heeft Defensie godbetert een Haagse militair, Rinus Wehrman (20), tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld weten te krijgen omdat hij het verdomde zijn haar te laten afknippen. Dit geschiedde op grond van artikel 114 van het wetboek van militair strafrecht. Ik zag het bericht in Het Parool en schreef Sandberg wat ze eraan hadden gedaan.

4 juni 1971

De militaire autoriteiten in Tasikmalaja op West-Java hebben

[pagina 302]
[p. 302]

zes leiders van de jeugdorganisatie van Sukarno's pni gearresteerd. Ze worden beschuldigd van het in diskrediet brengen van de door de regering en militairen opgezette en gesteunde zogenaamde Sekber/Golkar ‘partij’.

Dr. Zairin Zain belde om me te polsen over zijn gesprek in De Telegraaf dat niet met Lepeltak maar met Frank de Jong was gevoerd. In bedekte termen, omdat hij het was, gaf ik te kennen er niet gecharmeerd van te zijn geweest: ‘te veel wandeltaal.’ Ik benadrukte dat hij zijn eigen memoires moest gaan schrijven. De Ajax-waanzin in Amsterdam is ongekend. Ellen Thomassen had twee dagen gehost en een glaasje te veel op gehad. Hoe had ik ooit een partner kunnen zijn van deze jongedame?

Telefoneerde Piet Dankert in Zaandam om hem aan te moedigen Ralph Waver uit de klauwen van de Amerikanen te helpen houden.

Woonde een Chinese filmvoorstelling bij in Du Midi, Red Detachment of Women, op uitnodiging van de Chinese zaakgelastigde, Li Mao-lai.

5 juni 1971

Schreef een aangetekende brief aan meneer Li Mao-lai dat het toch bevreemdend was dat Peking pingpongers binnenliet en dat als je een visum vroeg voor mevrouw Pearl Buck, je dan eenvoudig niet eens behoorlijk antwoord kreeg.

Casper Bake zond een foto uit Israël en een lieve brief. Heb meteen geantwoord.

Het Parool zendt een slap hoofdartikel te lang.Ga naar voetnoot354 Rinus Wehrman mag best ‘een koppige jongen’ zijn geweest, maar twee jaar (...). Wat is dat voor geschrijf? Wat zit het establishment toch vol met slijmjurken. Het Parool wijst er op dat in Zweden en Oostenrijk haarnetjes zijn bedacht voor de boys met lange haren. Het wordt de hoogste tijd dat er in Nederland soepeler bepalingen worden ingevoerd. Wat is dat nu voor geklets? Ik schreef de minister van Defensie, W. den Toom, een aangetekende brief: ‘De straf, die de krijgsraad te Den Haag jegens soldaat Rinus Wehrman heeft uitgesproken, en die U tot dusverre onaangeroerd hebt gelaten, acht ik een misdaad van U en Uw ondergeschikten jegens de jongere generatie van Nederland. Ik huiver van het feit - een oorlog en een Duitse bezetting intensief meebeleefd hebbende - dat mensen als U en de Uwen tot dergelijke walgelijke daden in staat zijn. Ik geneer me voor het feit niet in staat te zijn er iets tegen te doen anders dan

[pagina 303]
[p. 303]

mijn minachting voor U en de krijgsraad in Den Haag aan U mee te delen, man tot man.’

Toon Quarles had gebeld: ‘Ik krijg zaterdag een stel gekken voor het diner. Kom jij ook?’ Ik ontmoette er Guus en Jacqueline Kollmann. Een zalige kerel, vier dochters, maar helemaal een nicht, alleen niet opengegaan. Toon vertelde met mijn grootmoeder Poslavsky een partijtje te hebben gebridged, toen zij al 88 was. Zij begon met aan te kondigen in geen zestig jaar te hebben gespeeld. ‘Is dat schoppen? O ja.’ Zij bood vervolgens klein slem harten. De tegenpartij doubleerde, maar grootmama speelde prompt uit. Voor het eerste hoorde ik dat Peter van Leeuwen Boomkamp met een Tieneke de Jong was getrouwd en twee zoontjes had gekregen. Volgens Toon nam de moeder op moeilijke momenten de jongens mee naar het graf van haar man, met de mededeling: ‘We zullen het even aan Papa vragen’. De vragen worden per brief op het graf gedeponeerd.

Laat op de avond kwam Oeroeg, wat ik beleef als een golf herinneringen aan Indonesië. Peter zegt dan: ‘Je neurose is begonnen toen je voet aan wal in Indonesië zette’.

6 juni 1971

Bung Karno's verjaardag zal ik wel nooit meer vergeten.

Loet Kilian begint al weer te werken in Nederland bij Quisinaire op Schiphol. Hij zegt weer erg aan het Hollandse gedoe te moeten wennen. Vooral ook aan het uitgebreide familiegeklets op zondag. Don't blame him.

7 juni 1971

Mam wil dat ik voor mijn 46ste verjaardag mijn cello bij Max Möller weer in orde laat maken (op haar kosten). Ik zou best weer cello willen spelen.

9 juni 1971

Droomde dat ik in het bijzijn van prins Bernhard in tranen een hartstochtelijk pleidooi hield tegen een bezoek van de koningin aan Indonesië.

Intussen herhaalt Joseph Luns in een gesprek, ditmaal met de Haagse Post, het hele verhaal van het verraad van de Kennedy's van voren af aan. Hij denkt zeker dat als hij het maar dikwijls genoeg herhaalt, zijn lezing van de kwestie in de hoofden van het volk zal blijven hangen.Ga naar voetnoot355

[pagina 304]
[p. 304]

Met Ernst Utrecht de bewerking van de brief van Rachmawati Sukarno doorgenomen.

10 juni 1971

De dag begon met een telegram van Casper van den Wall Bake uit Israël. Dat verwarmde me zeer.

Toen ik gisteravond laat uit Den Haag kwam zat Peter in mijn werkkamer op me te wachten. Hij had een schitterende bos bloemen op mijn bureau gezet.

Ernst Utrecht had bij Peter Schumacher een groep journalisten ontmoet, waaronder Jos Schneiders van de Haagse Post, Jaap Jansen en anderen. Ze beschouwden mij als een establishmentjournalist, die probeerde progressief te doen. De ‘engsters’, het woord is van Wim Hoogenkamp. Hoe zou het met hem zijn?

Gistermiddag heb ik de think tank-film aan een aantal genodigden in Den Haag getoond, waaronder professor Frits Böttcher, de Zains, Vladimir Opalev, de heer Van Dijk van het ministerie van bz en anderen. Na afloop hield Böttcher een constructief speechje. We dineerden in hotel Des Indes en voerden een prettig gesprek. Het werd je en jij en Frits en ik bleken dicht bij elkaar liggende ideeën over een aantal onderwerpen te hebben. Ging deze keer met Peter naar Bilthoven en bracht mam traditiegetrouw rozen en plaatste ook twee rozen op het graf van vader. Erik kwam nog laat op de avond, en omdat Oeroeg ook weer opdaagde, bleef hij tot 4:30 uur Peter en mij ‘pietjieten’ en ging toen naar de kamer waar Erik sliep en zette zijn nuttige werk daar voort. Peter heeft in het Apollo Hotel gesolliciteerd en begint maandag als barkeeper. Ben trots op hem.

Fred de la Bretonnière kwam langs en vroeg of ik voor hem wilde spelen. Hij - of liever Elly - verwacht een dezer dagen een kind. Vroeg hij me daarom na het spelen: ‘Ben je nooit bang?’

14 juni 1971

Fred belde: hij heeft een zoon, Daco Benoi.

Bracht Peter vandaag voor het eerst naar zijn nieuwe werk. Maar we spraken ook over de mogelijkheid dat hij naar Dane in San Francisco toe zou willen gaan en daar psychologie studeren. Erik adviseerde: ‘Afblijven,’ met andere woorden: helemaal niet mee bemoeien.

Zond president Suharto de advanced text van het Rachmawati Sukarno-artikel en zei dat het andermaal bevestigde wat Dewi vorig jaar al had gezegd dat hij en zijn medewerkers ‘dealt with Bapak in a criminal and highly unworthy fashion and I will go

[pagina 305]
[p. 305]

all out to make sure this will be known to history and to the world. Your attitude is unforgivable. And, as a Dutchman I do not want you ever to be near the Queen of the Netherlands, an action to try to prevent her from going to your Indonesia will start shortly. Perhaps, you and some other crooks, will succeed in making her go to Jakarta but I register here and now my violent opposition to this.

Personally, I was glad to meet you and I liked you. Perhaps I even felt a certain warmth for you. But what you did in your capacity of Putsch-President of Indonesia is impardonable.’

Dominee H.J. Kater schrijft niet mee te willen doen aan de oproep aan de koningin niet naar Indonesië te gaan. ‘Ik heb bezwaren tegen het regime Suharto, maar ik acht de situatie daarginds na het falen van Sukarno dermate ingewikkeld dat ik mij liever van een oordeel onthoud.’ Hij was onder de indruk geweest van de stukken van Beb Vuyk uit Indonesië, die met de mening van de kerken overeenkwamen. ‘Ik geloof niet dat het goed is om Indonesië op een lijn te zetten met Griekenland en Portugal. Mocht de koningin daar een officieel bezoek willen brengen, dan ben ik uw man. Ik vind het al erg genoeg dat ons aller Luns zich straks uitgerekend in Lissabon tot navo-bons zal laten kronen.’Ga naar voetnoot356 Ik probeerde me voor te stellen wat er in de kersenpit van de eerwaarde dominee kon omgaan. Las hij dan geen kranten? Ik weet wel dat de Nederlandse media de één miljoen doden uit haat tegen Sukarno zoveel mogelijk hier hebben weggepoetst, maar dit is een respectabel cijfer dat aanspreekt. Professor B.V.A. Röling uit Groningen schrijft als directeur van het Polemologisch Instituut daar dat hij niet mee doet. ‘Ik deel uw kritiek op menig aspect van Suharto's regering, maar ik deel niet zonder meer enkele zinnen uit uw brief, eenvoudigweg omdat ik er onvoldoende van op de hoogte ben. Ze lijken me ook wat overdreven, en eigenlijk ook niet direct bevorderlijk voor uw bedoeling: een reis niet te laten doorgaan.’Ga naar voetnoot357 Hoe is dit mogelijk? Röling niet voldoende op de hoogte van argumenten, die voorstaan dat koningin Juliana niet in gezelschap van Suharto dient te worden gezien? Ik kan er met mijn verstand niet bij wat uitgerekend Röling hier op papier zette.

Intussen werd in Jakarta bekendgemaakt dat het de zoon van Bung Karno, Guntur Sukarno, werd verboden voor de pni campagne te voeren voor de komende verkiezingen. ‘Wij doen dit,’ aldus een woordvoerder van Suharto's leger, ‘omdat hij

[pagina 306]
[p. 306]

net als zijn vader is.’ Generaal Widodo liet reeds doorschemeren dat Guntur beter uit Midden-Java kon verdwijnen, waar de aanhang van Bung Karno nog steeds groot is. Er waren 60.000 mensen samengestroomd om naar hem te luisteren, maar zijn geschreven verklaring werd in beslag genomen en Guntur verscheen niet. Hij liet zich vervangen door zijn zuster Rachmawati.

Intussen is mijn Rachmawati-kolom in het dagblad Zaanstreek Typhoon verschenen.Ga naar voetnoot358

15 juni 1971

Om 22:00 uur arriveerde baronesse Jacqueline de Gunzburg uit Antwerpen. Ze was samen met ambassadeur en mevrouw Robert Fack op de France naar Europa gekomen.

Vanmorgen was er een klein incident bij het ontbijt, wat een staartje zou krijgen. Jacqueline kwam beneden. Ik had de ontbijtafel klaargemaakt en voor iedereen een zacht gekookt eitje bereid. Het eerste wat Jacqueline opmerkte was: ‘Why do I have only one egg?’ Ik nam haar bij de arm en wees haar in de verte de kruidenierswinkel aan en zei: ‘If you want another egg, you can go and get it there.’ Peter bleef doodstil. Pas nadat hij vandaag met Jacqueline de stad in was geweest en ik haar daarna bij mam in Bilthoven had gebracht - ze zei later in de auto ‘your mother is a lady’ en ik dacht: wie zoiets opmerkt is het zelf dus niet - kwam na middernacht toen we in bed lagen de aap uit de mouw. Peter zei zich diep geschaamd te hebben toen ik Jacqueline zei haar eigen eitje te gaan halen. Ik had haar behoren te vragen of ze een gekookt of een gebakken ei wilde, en dan was vanzelf het aantal te voorschijn gekomen en zou er niets zijn gebeurd. We raakten in een afschuwelijk twistgesprek over de zaak verwikkeld en ik vroeg hem zelfs weg te gaan. Dit deed hij prompt, midden in de nacht en pas om 04:30 uur belde hij aan en liet ik hem dus weer binnen. Deed geen oog dicht; zulke scènes vind ik onverdraaglijk.

Er was een brief van Harald Binder uit Londen, waar ik blij mee was. Ook opnieuw een lange brief van Casper uit Eindor in Israël. Hij houdt zich met irrigatie bezig, staat om 04:30 uur op, sjeest rond in een jeep and has the time of his life.

16 juni 1971

Schreef opnieuw naar koningin Juliana en sloot het artikel van

[pagina 307]
[p. 307]

Rachmawati Sukarno in. ‘Nederland in de persoon van het staatshoofd mag en kan zich niet met deze kliek (Suharto) inlaten. De overgrote meerderheid van het Indonesische volk zal niet begrijpen waarom de Nederlandse koninklijke familie zich met deze gehate regeerders encanailleert. Ik wens U toe dat omstandigheden het onmogelijk zullen maken dat U een officieel bezoek aan dit regime zult behoeven te brengen. Zij, die dit aanbevelen, zijn gewoon niet ingelicht. Het zou een ramp zijn. En ik vrees dat in het licht der geschiedenis een afschuwelijke smet op de vlekkeloze naam van het Nederlandse staatshoofd zou komen te rusten, wanneer wij dit Indonesische regime een dergelijke eer zouden bewijzen.’Ga naar voetnoot359

Mohammed Hatta was in Nederland. Ik telefoneerde met zijn privé-secretaris, mijn oude vriend Wim Hutabarat. ‘Dag gekke jongen,’ zei hij. Nee, het was niet mogelijk een ontmoeting te arrangeren: ‘dat gaat niet.’ Hij had moeten zeggen: ‘Dat mag niet, dat durven we niet vanwege Suharto.’ Ik adviseerde hen om Rachmawati's artikel in Vrij Nederland te lezen. ‘Dat interesseert ons niet,’ zei de idioot ook nog.

Peter en Jacqueline de Gunzburg vertrokken naar het Stedelijk Museum. Ze zijn de beste maatjes. Zij herhaalde overigens ook tegen Peter dat Luns mij bij haar als ‘een verrader’ had omschreven, dus ik zat in hetzelfde schuitje bij die meneer als John en Robert Kennedy. Graag zelfs. ‘Luns werd woedend toen ik Willems naam noemde,’ aldus Jacqueline. Zoals Carel Enkelaar en Ton Neelissen rapporteerden dat het noemen van mijn naam in de kamer des ministers het effect had gehad van ‘alsof wij een voetzoeker onder zijn stoel hadden laten afgaan.’

Om 16:00 uur moest Peter weer naar zijn betrekking in het Apollo Hotel. Ik had het gevoel dat hij erg triest was over de gang van zaken.

Wim Klinkenberg meldde nog steeds niemand te hebben gevonden die mee wilde doen aan de Open Brief aan Juliana om niet naar Indonesië te gaan.

Intussen heeft minister Den Toom van Defensie Rinus Wehrman vrijgelaten. God zij gedankt. Misschien heeft ook mijn briefje er toe bijgedragen dat ze de waanzin er toch van hebben ingezien.

17 juni 1971

Haalde gisteravond om 01:00 uur als verrassing Peter in het Apollo Hotel af. Oeroeg was bij me, wat hij niet had verwacht.

[pagina 308]
[p. 308]

Hij schrok en liet zich ontvallen: ‘Ik dacht eerst dat je een hond was.’

We hadden opnieuw een ontmoeting over de oproep aan de koningin. Hans Kombrink doet wel mee. Maar dat is een prima jongen. Hij had M. van der Goes van Naters om diens handtekening gevraagd, maar die had geantwoord: ‘Onder Sukarno was het veel erger dan onder Suharto.’ Waar is die man geweest? Wat doen parlementsleden eigenlijk, Moeder de Gans lezen?

Professor Arthur Schlesinger jr. schrijft uit New York: ‘I am delighted that, in spite of Luns, the West-Irian film made it on the tiny screen (...).’Ga naar voetnoot360

Professor W. Schermerhorn en het kamerlid M. de Niet zijn tegen een bezoek van Juliana aan Indonesië maar zeiden het niet eens te zijn met onze tekst.

18 juni 1971

Wim Klinkenberg sprak een oude vriendin van de koningin uit haar Leidse studententijd, een juffrouw Roozenboom, die had gezegd dat H.M. buitengewoon enthousiast was over haar komende reis naar Indonesië: ‘En ik ga dit zien en daar naartoe.’ Edward Kennedy maakt zich vrij belachelijk door openbaarheid te eisen van de documenten betreffende de oorlog in Vietnam. ‘Het Amerikaanse volk is misleid,’ zei hij, ‘en ze hebben er recht op de details te weten.’ Waarom zou Edward Kennedy zich zo opwinden over achtergehouden documenten inzake Vietnam en waarom zwijgt hij als het graf wanneer het gaat om de feiten van de moord in Dallas? Werd het Amerikaanse volk met Lee Harvey Oswald niet misleid?

Het is natuurlijk schitterend - en journalistiek bedrijven van de bovenste plank - dat de New York Times op 13, 14 en 15 juni een groot aantal documenten betreffende de oorlog heeft gepubliceerd totdat de overheid een verbod liet uitvaardigen om de verdere publicaties te verhinderen. De Johnson-kliek en na hem de Nixon-kliek voeren al jaren op hun eigen houtje een krankzinnige oorlog en eindelijk schijnt er nu dan via de pers de klad in te komen.

19 juni 1971

Bettina Culp kwam samen met een vriendin om op mijn vleugel te spelen. Ze vond het een heerlijk instrument en zei: ‘Ik wilde dat ik zo'n vleugel had.’ Bij Chopins 3de étude opus 10

[pagina 309]
[p. 309]

kreeg de vriendin tranen in haar ogen. What sadness in people's souls, the moment you scratch the surface. Toen Bettina in de auto stapte zei ze: ‘Ik houd van je (...).’

Peter en ik gingen naar een party bij Thijs Chanowski op de Prinsengracht. Ontmoette onder meer Erik de Vries, een onaantrekkelijke man met een uitzonderlijk grote bek. Hij vond wat Rachmawati Sukarno te vertellen had gehad een slijmerig Libelle-verhaal. Toen ik antwoordde dat ik in Nieuwendam woonde, riep hij uit: ‘Daar wonen alleen amateurs.’

Wim Wertheim zei vandaag: ‘Ik ben wel niet gewoon mij tot de koningin te richten, maar jullie kunnen mijn naam gebruiken.’ Toen ik professor Utrecht vertelde dat Hatta mij niet meer wilde ontvangen, zei hij: ‘Hatta is een verrader.’

20 juni 1971

Mejuffrouw Büringh Boekhoudt schrijft dat zij in de dertig jaar dat wij elkaar kennen nog nooit mijn verjaardag is vergeten, maar nu is het dan toch gebeurd. ‘Ik word oud!’ voegt zij er aantoe.

Mevrouw F. Thun-Willekes McDonald, die ik op advies van Wertheim had gevraagd mee te doen om de koningin van haar Indonesische reis af te houden, antwoordde: ‘Uw mening over de ontwikkelingen in Indonesië kan ik niet onderschrijven, omdat mijn inlichtingen van verschillende kanten een ander beeld geven. Ik weet hoeveel fouten ook aan het huidig bewind daar kleven, maar de wijze waarop uw brief is opgesteld dekt de situatie beslist niet.’ Volgens deze dame moet de politieke situatie in Indonesië uitzieken als in zovele andere landen. ‘Zwart-wittekeningen van zaken die uiterst gecompliceerd liggen, zijn slechts naast de waarheid. Op een handtekening van mij behoeft u niet te rekenen. Er zijn andere middelen waarmee mensen en volkeren elkaar van dienst kunnen zijn. Indonesië zit op een dergelijke wijze van zogenaamde sympathie niet te wachten.’Ga naar voetnoot361

Ik las deze brief nog eens over en vroeg me af of ze echt niet had begrepen hoe de vork in Indonesië in de steel zit, of dat zij misschien te oud was om te beoordelen dat je de koningin niet op staatsbezoek stuurt naar een generaal, die net één miljoen mensen een kopje kleiner heeft laten maken. Maar met pki - en Sukarno-aanhangers is het in westerse minds precies als met de Vietcong: het doet er niet toe hoeveel gooks er in Vietnam kapot worden gemaakt - of met napalm of gifgassen overgoten -

[pagina 310]
[p. 310]

want die denken immers verkeerd? It's the crusades mentality all over again.

21 juni 1971

Mam is 75 jaar.

Om 12:30 uur ontmoette ik eerst nog eens Wim Klinkenberg, Jaap Jansen en Hans Kombrink om de laatste hand te leggen aan de tekst van de brief aan de koningin.

Er was een lange brief van Jonathan Raymond, die me met warmte vervulde. Zijn brieven getuigen nog steeds van enorme twijfels over wat met zijn leven moet doen. Hij heeft een graad in filosofie en zijn mind functioneert perfect. Maar hoe een afgeoefend hoofd van een jongen van 24 jaar - voorzover het denken ooit is af te oefenen - in te passen in een steeds banalere zich bergafwaarts begevende samenleving, dat is zijn 64.000 dollar question.

Mams huis was de hele dag vol met gasten. Het was de eerste keer in haar herinnering dat zij op haar verjaardag de verwarming aan had. Het was ook afschuwelijk weer. Ik was eigenlijk stil van al het gedoe en observeerde mijn moeder die in de weer was met al die gasten. Haar beide huishoudelijke dames, Maas en Zijtveld, waren er om te assisteren. De telefoon ging de hele dag. Ik werd eigenlijk ontzettend triest van het hele bedrijf. Mam wordt nu echt oud. En net als toen we eergisteren met tante Jetty, Theo en Nellie in het Spiehuis gingen avondeten vraag ik me steeds meer af hoeveel jaar ons deze dag nog vergund zal zijn. Mam was misschien nog wel het meest blij om het feit dat broer Hendrik uit Kaapstad een verjaarsbrief had geschreven. Streep aan de balk.

22 juni 1971

Bracht Peter naar het Apollo Hotel. Zijn werktijden zijn moordend. De ene dag om 10:00 uur 's ochtends en dan weer van 16:00 tot 01:00 uur. Zijn vriend Dane wil dat hij naar San Francisco komt. Philip Nasta belde dat hij met Peter en een vriend uit Schotland in juli naar Griekenland wilde.

Jacqueline de Gunzburg schrijft om te bedanken voor die paar dagen op Amerbos. ‘I must tell you that I never had “eggs” as good as the ones you did for me. The taste was so excellent and I try very hard to copy you but I do not succeed. I enjoyed every minute I spent with you and really it was delightful.’

In Amerika zet de rel rond de zogenaamde Pentagondocumenten zich voort. Zoals Joseph Luns bij een kopje thee bij baronesse de Gunzburg mij een verrader noemt, zo noemt Lyndon

[pagina 311]
[p. 311]

B. Johnson nu de New York Times, gevolgd door de Washington Post, kranten die een beleid voeren ‘dat dicht bij verraad ligt (...).’ Johnson, die langzamerhand paranoïde spookbeelden ziet, zag in het vrijgeven van de informatie aangaande het Pentagon in Vietnam ‘de spookachtige hand’ van de vermoorde Robert Kennedy. lbj zegt tenminste tegen Newsweek dat rfk de kwestie Vietnam had willen gebruiken om hem te kunnen opvolgen. Precies. En om dit te voorkomen hebben de krachten, die de oorlog wilden voortzetten en uitbreiden, Robert Kennedy uit de weg geruimd. De overheidscensuur inzake Vietnam was niet ingesteld, aldus Johnson, om de gemaakte fouten of oorlogsmisdaden in Vietnam te camoufleren, maar om ‘de vijand’ te beletten inzicht te krijgen in Amerikaanse plannen en beweegredenen.

Telefoneerde professor J. de Graaf in De Bilt, ook een amice van Wertheim. Hij zag onze brief niet zitten. Daarna professor Rasker in Leiden. Hij was het hier en daar wel met de tekst eens, maar in zijn geheel was de brief overtrokken. Zo erg was het allemaal niet. Wij hadden dus expres vermeden om over één miljoen doden te spreken en beperkten ons - alsof het op honderdduizend meer of minder niet aan kwam - tot te schrijven dat er een massamoord op honderdduizenden burgers had plaatsgehad, en omdat Den Haag altijd overal ter wereld op de bres staat voor mensenrechten schreven we: ‘Verkrachting van de rechten van de mens, razzia's, schijnverkiezingen, concentratiekampen en vuurpelotons kenmerken de tirannie van het generaalsregime dat U zal ontvangen en welke tirannie geen Nederlander onverschillig kan laten.’

De moeite die we hebben gehad onder deze tekst samen te krijgen zegt eigenlijk alles van de hedendaagse oer-Hollandse mentaliteit.

Wandelde laat in de avond onder de bomen in het Vondelpark. Er was wel wat vertier en een Indische hoerenjongen met schoudertas meldde zich aan, maar ik beleefde het allemaal als even eng. Piekerde over Peter, die besloten lijkt te hebben naar Californië te gaan. Hij wil in ieder geval niet mee naar Griekenland. Wat hij ook doet, als hij maar niet in een onaangename of ruziesfeer uit Amerbos vertrekt. Misschien is onze relatie nu echt opgedroogd. Ons arrangement om op Amerbos samen te wonen heeft zijn basis verloren. Echt is een steen. Of de schaduw van een boom. Wat daarbuiten opereert, denkt, voelt en handelt, kan dit niet anders volbrengen dan vanuit het strakke korset dat vanuit de samenleving wordt opgedrongen. Life is totally ridiculous and absurd. De Aurelio's (Peccei) zijn de

[pagina 312]
[p. 312]

kruisvaarders van de 20ste eeuw, die van hot naar her rennen om te redden wat er te redden is, maar die onvermijdelijk tot de eindconclusie moeten komen van de totale belachelijkheid van al het zijnde.

Ik kan niet indenken hoe triest het zal voelen te weten dat Peter op zichzelf, alleen, die stap zal zetten naar Californië te gaan. Wat beroert hem? Hij zal het als deel van zijn ontwikkeling beschouwen. En daarna? Where will he go? Hoe komt hij aan zijn geld? Eens op een dag komt hij terug naar Amerbos, maar dan zullen we intussen vreemden voor elkaar zijn geworden, zoals het in belangrijke mate met Frits, Erik en Richard is gegaan. Dan is er geen werkelijke, echte beweging inside meer naar elkaar toe. Dan is wat eens leefde en beroerde tussen twee mensen morsdood. Wanneer dat de clou is van het leven - why live life at all?Ga naar voetnoot362

 

(wordt vervolgd)

voetnoot332
Broer Hendrik was in Kaapstad, broer Theo en zijn vrouw woonden toen in Zürich.
voetnoot333
Schreef dr. Peccei op 8 mei 1971 een lange brief om verslag te doen van mijn geslaagde reis naar Moskou, die ik tenslotte op zijn introductie had kunnen maken.
voetnoot334
Zie bijlage 18.
voetnoot335
Hoofdredacteur van Panorama.

voetnoot336
Brief van J. Holdridge d.d. 26 april 1971; zie bijlage 19. Hij zou later tot ambassadeur in Indonesië worden benoemd.
voetnoot337
Indonesische massage.

voetnoot338
Niet de Nederlanders behandelden Sukarno als een beest: Suharto liet dit doen met handlangers als generaal Alamsjah.
voetnoot339
De voormalige woning van Dewi Sukarno, genoemd naar haar broer Jaso, die zelfmoord pleegde.
voetnoot340
Dat waren de tapes die uitgever Masagung in mijn bijzijn in Parijs aan Dewi Sukarno had aangeboden in ruil voor Bapaks brieven.
voetnoot341
Dit is wat Nasutions rechterhand Ujeng Suwargana mij in de zestiger jaren meedeelde wat er met Bung Karno zou gebeuren, dood pesten en dood treiteren.
voetnoot342
Tot zover de brief van Rachmawati Sukarno.
voetnoot343
Dolgedraaide.
voetnoot344
O.G. Roeder, The Smiling General, Gunung Agung, Jakarta 1969, p. 112.
voetnoot345
Zie ook de weergave van Ernst Utrecht, Vrij Nederland, 19 juni 1971.

voetnoot346
Henri Bergson, Le Rire, Essai sur la signification du comique, Presses Universitaires de France, Parijs 1969.

voetnoot347
Brief d.d. 26 mei 1971.

voetnoot348
Michiel van der Plas, Schuinschrift: satires 1946-1971. Uitgeverij Ambo, 1971.

voetnoot349
Pas die dag begreep ik dat de Georgiër Jermen Gvishiani van geboorte een prins was. Dit gold dus niet meer sinds de revolutie waarbij alle adellijke titels werden afgeschaft. Mijn tweede grootvader van moederszijde was Ilia Graaf Poslavsky, maar de familie voerde de titel niet meer.
voetnoot350
Merkwaardig dat 1985 het jaar zou worden dat Mikhail Gorbachev de touwtjes in handen zou krijgen.

voetnoot351
Brief van 13 mei 1971.
voetnoot352
Later gevolgd door het initiatief van Richard Nixon tot nauwere betrekkingen met Washington DC
voetnoot353
Brief aan mij d.d. 2 juni 1971.

voetnoot354
Het Parool, 2 juni 1971.

voetnoot355
Hoezeer dit zo werkt bleek mij in 1990 tijdens een gesprek in Johannesburg met de zakenman Ed Profijt, die zei zich te herinneren dat Nederland de Papoea's door de Kennedy's was kwijtgeraakt.

voetnoot356
Brief aan mij gericht d.d. 1 juni 1971.
voetnoot357
Brief aan mij gericht d.d. 9 juni 1971.
voetnoot358
Dit was de enige provinciale krant in Nederland die jarenlang soortgelijke kolommen van me heeft afgedrukt dankzij mijn uitstekende verhouding met hoofdredacteur Cees Meijer. Toen hij wegging was het afgelopen. Zie bijlage 20.

voetnoot359
Brief aan de koningin van 16 juni 1971.

voetnoot360
Brief d.d. 15 juni 1971.

voetnoot361
Brief aan mij van 18 juni 1971.

voetnoot362
In 1991, dus twintig jaar later, wonen we naast elkaar in twee flats in Johannesburg.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 1970

  • 1971


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • over Amsterdam


datums

  • 18 mei 1971

  • 19 mei 1971

  • 20 mei 1971

  • 21 mei 1971

  • 22 mei 1971

  • 23 mei 1971

  • 24 mei 1971

  • 26 mei 1971

  • 27 mei 1971

  • 28 mei 1971

  • 30 mei 1971

  • 31 mei 1971

  • 1 juni 1971

  • 2 juni 1971

  • 3 juni 1971

  • 4 juni 1971

  • 5 juni 1971

  • 6 juni 1971

  • 7 juni 1971

  • 9 juni 1971

  • 10 juni 1971

  • 14 juni 1971

  • 15 juni 1971

  • 16 juni 1971

  • 17 juni 1971

  • 18 juni 1971

  • 19 juni 1971

  • 20 juni 1971

  • 21 juni 1971

  • 22 juni 1971