Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Irmenlo. Deel 2 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Irmenlo. Deel 2
Afbeelding van Irmenlo. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Irmenlo. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Irmenlo. Deel 2

(1923)–Adriaan van Oordt–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 128]
[p. 128]

XIII.

Velen in Irmenlo lagen gebukt in voren of vlechtende aan een omtuining, die de gaarde van de buitenwereld scheiden zoude. Volgens de voorschriften des keizers werden oogsten gerangschikt in de pas gebouwde spijkers, werden de hoevengevels bezet met tooverijwerende paardenschedels en in korenvelden stukken ijzer neergelegd, om duivels ver te houden.

Maar toen de kerkheer na dagen van rustig blijven werken en woningen verlaten vindend, hoorde, dat ze weer naar 't woud getrokken waren, hervatte hij zijn klachten. De woorden Gods kon hij wel onvermoeid over den akker vallen laten, maar vruchten kwamen niet....

Mistroostig verliet hij 't dorp, om de ontrouwen aan te grijpen en met geweld van woorden terug te drijven naar Irmenlo, de lichtvlam in 't groote duister.

Maar aan 't woud een klagend zingen hoorend, zag hij tusschen de boomen de schim van Alkwert, die in zijn vrees voor 't geregeld leven, het woud, het huis van zijn verleden, niet meer verlaten kon; en thans op een geroep des kerkheers aan den rand kwam staan.

Het zwak gedragen lijf voorover, langs de wangen schimmelig grijze haren, viel hij met ooggeknip

[pagina 129]
[p. 129]

tegen 't daglicht uit: ‘Ik kan 't nog niet vinden. De beelden zweven wel al voor mijn ingeslapen blikken. Maar ze zijn ijl en snel vergaande als kleuren van een regenboog en niet met stof bekleed, zoodat men ze niet vatten kan en in de ziel bewaren als hosties in de hoogaltaren.’

De kerkheer hief beide handen op, en dreef tusschen de armenwijdte een zacht tevreden woordenkudde van vergeven en éénzijn in de groote wijding, die het nooddruftig klagen van de wereld smelten deed tot één oneindig juichgesteiger.

Maar Alkwert, die des kerkheers stem als uit de verte nauwelijks hoorde, zag zich geroepen door 't bezwichtend doen zijner gebaren. Hij ging voor Placidus staan; en hem aanziende met blikken, wier felle innigheid een ver verwijderde gedachte zochten, ving hij aan: ‘O, ik wist 't al. Ik bemerkte het aan uw gebaren kerkheer! Maar mijne dochter is gewoon, te toeven in het grafelijk vrouwenhuis te Utrecht, waar hare handen wit geworden zijn, waar haar gedachten, zacht verpleegd in den geheimen schemer, uitranken als de lentetwijgen van een heester....

‘Hoe kan zij nu den grof geformeerden hoevenaar volgen. Vergeef me, kerkheer! Ik kan haar niet verkoopen. Al stiet mijn voet reeds aan een berg van bruidsgeschenken, ik kan 't niet.’

De kerkheer voelde zich gekweld van angstig nijpend niet begrijpen. Alkwerts ontraadselende blik versloeg zijn moed. Hij neeg 't hoofd. Schoorvoetend, met een schuchtere wending ontweek hij

[pagina 130]
[p. 130]

hem, die, van woudduivelen bezeten, het licht niet meer in de oogen dragen kon. Nimmer wilde hij, de kerkheer, naar de wouden gaan. Nimmer wilde hij tot den vreemd verlaten Alkwert spreken. En in huivrenden afkeer kwam hij Irmenlo binnen, waar hij de mannen wachtte, de mannen, van wie niemand wist, vanwaar ze kwamen en waarheen ze gingen.

Rusteloos doorliep hij 't dorp, de blikken om zich heen als een, die in onweerslucht opstaart naar stille boomen, wier blâren afgemat naar de aarde droomen.

Er lag in Irmenlo een dommelige stilte. De menschen kwamen uit het woud en gingen weer terug in haastig zwijgen. In groepen bij elkaar, vermeden zij het luide stemgebaar, ontweken ze de nadering van anderen; en dan slopen ze weg, om met een verliefde blik- en handgestreel hun wapens na te zien, ze weg te bergen onder een glimlach van elkaar begrijpen. In avonduren, wanneer de duisternis ommuurde, riepen ze elkaar geheimzinnige teekens toe, waarop ze zich in hoeven om den haardgloed schikkend met spot doorzoute meeningen uitspraken over Christenen, wier macht hun wilskracht nimmer achterhalen zou.

En toen een moegelichte dag, aan boomen talmend, wegzonk langs de aarde en van overal mannen, 't hoofd in avondgloed, uit laag gelegen schemer daagden, werd de zaalhoeve van den schout bevolkt van gasten.

Op hoogzetels tusschen schraagbalken aan den wand zaten weer schout en kerkheer, aan hun

[pagina 131]
[p. 131]

voeten oldermans, die in neerhangende zwaarwichtigheid den toestand overwogen; en verder in gespannen-boogvorm stonden de Irmenloërs om den haard, welks onverwachte gloedopwellingen 't gelaat der mannen raakten.

Rondom de stille menschenvolte droegen lijfeigenen de kienspaantoortsen, wier vlammen angstig uit elkander vluchtten en dan hoog op als vanen langs gladbruin berookte wanden weerlichtten over grillig licht gekleurde mantels en dierenvachten, die, als aan de lijven vastgegroeid, armelijk verhaarden.

Door de stilte heen bracht Winkhorst zijne stem, manend, dat de keizer heengegaan, toch op een wenk van hem zou wederkeeren.

Naar de gelaatsuitdrukking zijner hoorders loerend, legde hij voorzichtig zijne woorden uit, bijlichtend het bevel des keizers, dat heidentempels en heidenmisbruiken braak moesten liggen in het verleden, dat namen van Wodan en Donar en andere Goden in het vergetelheidmoeras verrotten zouden.

De mannen, wier gedachten als 't blauw en blank van wel verzorgde wapens uit hun oogen daagden, bogen 't hoofd. Maar toen de schout van de bevelen van den keizer sprak, van Wodanverloochening, vlood een veelvoetig mompelen door de zaal. Schouders bewogen zich. Hoofden helden met zelfbewustzijn achterwaarts. Een wierp smaadwoorden midden in de rede. Een ander hief de saks omhoog en trad naar voren, met heftig schokbewegen zijner armen pleitend. Maar door een ander,

[pagina 132]
[p. 132]

nog een ander nagevolgd, werd hij overschreeuwd door 't geroep om Wodan. Ze verdrongen elkander voor de oldermans en stieten anderen weer terug tegen toortsdragers, die wankelend hun lichten als noodteekens zwenken deden en langs de wanden groote schaduwen, aan hoeken afgebroken, heen en weder vluchten deden.

De zaal was vol schaduwgevaarten en steeds hooger steigerend geroep, waartusschen wapenslagen kletterden.

In hun heeten ijver stapten de mannen in den haard, waar de brekende takken een dikken walm naar 't rookgat zuilen deden. Maar halverwege daalde de rook in trage banen over de weerspannig wild omhaarde hoofden, zoodat de schout, die telkens met geoefend zware stem 't rumoer te dempen trachtte, zijn saks tegen 't schild aansloeg, dat in een sombere klankuitdeining luidde. Maar de mannen gingen voort, de lijven in ijver rekkend, als schreeuwden ze tot het schildgemaan, toen de kerkheer door den mist als door een wolklaag rijzend, zijn wijd omkleede armen strekte en met de blikken opwaarts riep; ‘In nomine patris et filii et spiritus sancti. Hoort, hoort, mijn God is een almachtig God, die de zeden eert en den Sakser den beker gunt....’

 

Januari 1893 - Mei 1895.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken