Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400
Afbeelding van Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400Toon afbeelding van titelpagina van Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.66 MB)

ebook (7.06 MB)

XML (1.00 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400

(1996)–F.P. van Oostrom–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]

Woord vooraf

‘De litteratuur die is ontstaan in het graafschap Holland tussen ongeveer 1350 en 1450 verdient veel meer aandacht dan zij tot nu toe in de letterkundige geschiedschrijving heeft gekregen’ - aldus een stelling bij de dissertatie van A.M.J. van Buuren uit 1979. Een eerste drijfveer achter dit boek is de wens geweest, deze Hollandse teksten die verdiende grotere aandacht te geven. Een tweede hoofdmotief was van methodische aard. Juist deze teksten leken zich bijzonder goed te lenen voor een studie over Middelnederlandse hofliteratuur: het tekstenaanbod is hier tamelijk rijk, en van het Hollands-Beierse hof is historisch vrij veel bekend. Een en ander maakte het mogelijk te experimenteren met een benaderingswijze die literatuur- en geschiedwetenschap poogt te verenigen; een methode die in het buitenland voor middeleeuwse (hof)literatuur al dikwijls vruchtbaar is gebleken, doch voor de Middelnederlandse letterkunde nog op een eerste grotere proeve wachtte. Ook een derde drijfveer, van geheel andere orde, wil ik niet verzwijgen: een boek over mijn vak te schrijven dat, idealiter, onderzoekers zou inspireren, studenten zou enthousiasmeren en leken zou interesseren.

Bij het werken aan dit boek heeft de belangstelling en hulp van velen veel betekend. In talrijke (doch lang nog niet alle) gevallen wordt daarvan ter bestemder plaatse in de noten rekenschap gegeven. Hier volsta ik met in het algemeen een woord van dank te richten tot de vele Leidse studenten die in de afgelopen jaren, in colleges, scripties en gesprekken met mij hebben meegedacht, en mij voorgoed hebben overtuigd van de mogelijkheid én wenselijkheid van de combinatie van universitair onderwijs en onderzoek. Dat sommigen van hen inmiddels promovendi zijn geworden, en proefschriften voorbereiden die elk voor zich bepaalde hoofdstukken van dit boek zullen achterhalen, vormt een hoopgevend vooruitzicht.

Het leeuwedeel van het voor dit boek benodigde onderzoek is in de jaren 1982-1986 aan de Leidse universiteit verricht. Gedurende het academisch jaar 1986-1987 heb ik mogen werken in het Netherlands Institute for Advanced Studies (nias) te Wassenaar. Het is voor een be-

[pagina 8]
[p. 8]

langrijk deel aan de excellente werkomstandigheden in dit instituut te danken dat ik het onderzoek in een jaar tijds in boekvorm heb kunnen afronden. Maar ook ben ik mij in dat jaar meer dan ooit bewust geworden dat een beroemde uitspraak van Paul Valéry niet alleen voor gedichten geldt, maar ook voor wetenschappelijke studies als deze: men voltooit ze niet - men laat ze los.

 

Wassenaar/Leiden

31 juli 1987

 

bij de derde druk

 

Net als bij de tweede druk (1988) is de gelegenheid van deze derde aangegrepen om een aantal feitelijke correcties aan te brengen. Het leeuwedeel ervan dank ik aan de intense aandacht van Arnold J. Pomerans en Anne Geissman Canright, die respectievelijk als vertaler en als redacteur de Engelstalige uitgave van dit boek bij de University of California Press te Berkeley hebben verzorgd. Verder zijn ettelijke literatuurverwijzingen geactualiseerd; mijn vak heeft in de laatste jaren wel het tegendeel van stilgestaan. Na rijp beraad ben ik ervoor teruggeschrokken om via een nawoord of zelfs een omgewerkte hoofdtekst werk te maken van meer principiële herzieningsarbeid waartoe de vele reacties die inmiddels op het boek verschenen aanleiding zouden kunnen geven. Men vindt de discussiestof hiervoor in het bijzonder in de recensies in de wetenschappelijke pers, waarvan (zover ik zie) in 1988 de belangrijkste verschenen in Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde (p. 305-313) en Spiegel der letteren (p. 297-304); in 1989 in De nieuwe taalgids (p. 492-499), Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik (p. 171-174) en Theoretische geschiedenis (p. 455-464); in 1990 in Tijdschrift voor geschiedenis (p. 1-9), Zeitschrift für deutsche Philologie (p. 452-455), Spiegel der letteren (p. 167-179) en Bijdragen en mededelingen voor de geschiedenis der Nederlanden (p. 378-393).

 

Leiden, december 1991

F.P. van Oostrom


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken