Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc. (1677)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.
Afbeelding van Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.Toon afbeelding van titelpagina van Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.32 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hasselts maagden-rijm. Bestaande in geestelijke meditatien, etc.

(1677)–Christina van Os–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Werksame Miertjens.

Stem. Gy die na Christi naam.

1.
 
LEst quam ik in den Hof, daar soud' ik bloemen planten,
 
Met dat ik quam in d' aard, so vond ik aan de kanten
 
Van 't hol door mijn gemaakt, veel soete Miertjens klijn;
 
Ik dagt, soû hier ook meer van dit min volkje zijn.
[pagina 24]
[p. 24]
2.
 
Ik sag wat verder in, 'k vernam doe eerst haar leven;
 
Elk gink sig op de vlugt van stonden aan begeven;
 
Ik oogde na de plaats, waar datse quamen uit;
 
Daar vond ik haren schat, haar diep gegraven buit.
3.
 
't Welk was veel koorne-graan, dat van haar was verborgen,
 
Voor haren winter-kost; ô watte grote sorgen
 
In so een kleine beest! ik roerd' haar spijs eens aan,
 
Elk quam doe op de been, droeg 't sijne daar van daan.
4.
 
Ik dagt, wel beestjens soet, gy also suir te slaven?
 
En uwen winter teer so diep in d' aard' te graven;
 
Op dat het mogte zijn ter degen wel bewaart,
 
Dies wegen gy geheel geen moeit' nog arbeit spaart.
5.
 
Komt luyaart, leert, ei leert hier werken van de Mieren!
 
Leert nu eens neerstig zijn van dese kleine dieren:
 
Neemt neerstig u beroep in Godes vrese waar,
 
En vreest geen moeilijkheit al valt het nog so swaar.
[pagina 25]
[p. 25]
6.
 
Leert ook hier uit die nauw voorsienigheit des Heeren,
 
Hoe sijn alsiende oog gaat over dese teeren;
 
Soud' hy dan 't leven van den menz niet gadeslaan,
 
Wijl sijn almagt en kragt daar noit en is van daan?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken