Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2
Afbeelding van Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.88 MB)

Scans (4.75 MB)

ebook (5.60 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Carl Storch



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reizen van Puk en Muk. Naar het land van de mensen. Deel 2

(1937)–A.J.F. van Ostaden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

33. Het standbeeld.

In 't bos bij Klaas Vaak z'n huis, stond 'n grote zware eik. Misschien was die boom wel meer dan honderd jaar oud. Klaas had hem laten afzagen op manshoogte, Daar, boven op die afgezaagde boom, wilde de goeie oude man 'n duiventil maken, 'n mooie duiventil, met prachtige duiven: pauwstaarten, kapucientjes en nog veel meer.

Maar van heel de duiventil was nog geen latje klaar. En duiven waren er nog evenmin.

Nu kwam op 'n lekkere, warme middag Klaas daar langs gewandeld en hij zag de zware stam staan. Toen kreeg hij 'n leuk idee. Hij moest er zelf om lachen. Als hij 'ns 'n standbeeld liet maken voor Puk en Muk.

Hij vertelde thuis niets. Maar 's avonds riep hij 'n kaboutertje bij zich.

Kabouter Kap-maar-raak, heette die.

‘Zeg, Kap-maar-raak,’ begon Klaas Vaak. ‘Ik heb werk voor jou.’

‘Goddank, oom!’

‘Zo! Goddank! Heb je dan niets te doen? Daar is anders werk genoeg hier.’

‘Ja, dat wel, ome Klaas, maar geen werk voor mijn handen. Ik heb al mee geholpen in de boerderij, ik heb al brood mee gebakken, och, ik heb van alles al gedaan, maar ze zien me liever gaan dan komen. De laatste dagen heb ik 't bij den schoenmaker geprobeerd. Maar die ziet me liever van achter dan van voor. Die zegt: met 'n kunstenaar kun je niks beginnen; die mensen hebben twee linkse handen. En daarom ben ik echt blij, dat u weer werk voor me hebt.

[pagina 125]
[p. 125]

Werk dat ik alleen maar kan doen.’

‘Nou, Kap-maar-raak, jij bent kunstenaar, dat zeg je goed. En nou moest je nog 'ns 'n kunststuk leveren. Je weet wel die afgezaagde boomstam in 't bos hé, die oude eik.’

‘Jawel, ome Klaas, waar de duiventil op moet komen.’



illustratie

‘Juist. Maar de duiventil hoeft er niet op te komen. Jij moet daarvan maken 'n standbeeld van Puk en Muk, in hun reispakje. Kun je dat?’

‘Ha! ome Klaas, niets liever dan dat. Kan ik morgen al beginnen?’

‘Goed, maar je zorgt, dat j'er niemand iets van vertelt.

[pagina 126]
[p. 126]

Ik zal de jongens zeggen, dat ze uit het bos vandaan moeten blijven tot dat ik weer verlof geef.’

's Anderendaags 's morgens, ging Kap-maar-raak met hamers en beitels 't bos in. Toen hij om twaalf uur thuis kwam om te eten, werd er van verschillende kanten gevraagd, waar hij heel de morgen had uitgehangen. Maar Kap-maar-raak sloot als 'n bus en liet niets los.

Toch kwamen na 'n paar dagen de kereltjes er achter, dat Kap-maar-raak aan 't werk was aan de grote eik. Dat was natuurlijk voor de duiventil, dachten ze. En Klaas Vaak liet ze er over praten en praatte zelf druk mee.

Na 'n week was 't meesterstuk van Kap-maar-raak kant en klaar. Hij zei het tegen Klaas Vaak.

‘Goed,’ zei Klaas, ‘dan zullen we straks 'n grote doek over 't beeld hangen, en Zondagmiddag wordt het dan onthuld.’

Puk en Muk werden netjes onder 'n grote lap gestopt, en op de middag van de volgende Zondag, trok Klaas met heel z'n volkje 't bos in.

De jongens spraken over niets dan duiven. Zou 't 'n mooie til zijn? Ja, dat zou wel zijn. Kap-maar-raak zou er z'n best wel op gedaan hebben. En als die iets onderhanden had wat hij graag deed, kwam er steeds iets moois voor de dag.

Ze waren bij de afgekapte eik gekomen. Klaas ging zelf bij de boom staan, en plaatste de jongens er rond. Nu zou 't gaan beginnen.

‘Beste jongens.

Jullie weten nog wel, dat ik heel lang geleden 'n duiventil heb beloofd. En je weet ook, dat ik geef wat ik beloofd heb. Maar je moet er dikwijls lang op wachten. Hier onder dit doek zit iets, wat je allemaal graag ziet, dat weet ik zeker. Daar gaat ie dan.’

[pagina 127]
[p. 127]

Klaas trok aan 't touwtje en 't doek viel omlaag.

Maar in plaats van de lang verwachte duiventil, zagen de jongens Puk en Muk staan.

Ze wisten van 't verschieten niet, hoe ze kijken moesten.

Maar toen opeens braken ze los.

‘Puk en Muk! Kijk toch, Puk en Muk!’

En toen klapten ze in de handen en ze joelden, nog meer dan ze gedaan zouden hebben voor de prachtigste duiventil.

‘Kijk, de paraplu is er ook bij! Fijn zeg!’

‘En kijk die neus van Puk. En die goeie dikzak, Muk. Och hoe schoon!’

En opeens gingen ze allen in 'n grote kring rond 't standbeeld dansen, en ze zongen:

 
Jandorie! 't is weer feest vandaag, hi, ha, ho!
 
Dat hebben wij hier juist zo graag, hi, ha, ho!
 
't Is voor onz' lieve broertjes klein,
 
Zoals er geen ter wereld zijn.
 
Puk en Muk, Muk en Puk!
 
 
 
Ze maakten saam 'n grote reis, hi, ha, ho!
 
Ze kijken beiden even wijs, hi, ha, ho!
 
En waar men hen met tweetjes zag,
 
Daar schoot men in 'n harde lach.
 
Puk en Muk, Muk en Puk!
 
 
 
Ze reisden heel de wereld rond, hi, ha, ho!
 
Hun roem die ging van mond tot mond, hi, ha, ho!
 
Ze zijn de helden van de dag.
 
Steeds lollig, zoals 't wezen mag.
 
Puk en Muk, Muk en Puk!
 
 
[pagina 128]
[p. 128]
 
Ze kwamen thuis per vliegmachien, hi, ha, ho!
 
Zoiets is hier nog nooit gezien, hi, ha, ho!
 
Die twee die durven alles aan,
 
Voor welke moeilijkheid ze staan.
 
Puk en Muk, Muk en Puk!
 
 
 
En daarom zingen wij verheugd, hi, ha, ho!
 
Op deze blijde, vrije jeugd, hi, ha, ho!
 
Wees altijd opgewekt en fris,
 
Zoals die Puk en Muk dat is.
 
Puk en Muk, Muk en Puk!

Klaas Vaak genoot, en Puk en Muk niet minder.

Ze hadden samen 'n prettige dag gehad, en daar had die goede oom weer voor gezorgd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken