Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1 (1700)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1
Afbeelding van Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.82 MB)

ebook (4.29 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proef-stukken van heilige sinne-beelden. Deel 1

(1700)–Johannes d' Outrein–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

X. Afdeeling.
Toe-eigening van de woorden: Syn vrugt is myn gehemelte soet.

Ga naar margenoot+Zie daar het voorregt der gener die deel aan Iesus hebben, en toevlugt genomen hebben onder de schaduwe syner vleugelen! enz.

Ga naar margenoot+Hebt gy, geloovige zielen, het gene wy dien aangaande ter nedergesteld hebben, niet moeten toestemmen, en hebtge niet ondervonden hoe soet de vrugt Christi voor het gehemelte uwer ziel is? Hoe soet is u syn woord; het zy gy de gemeene waarheden, of beloften, of de geboden, daar in begrepen, aanmerkt, en tot een stof van uwe overdenking stelt. Hoe aangenaam, u menigmaal het exempel en het levensbedryf van Christus voor te stellen; hoe verkwikkelyk is het, als gy de gaven en genadewerkingen synes Geestes moogt in u ondervinden, en u daar door versegeld word uw deelgenootschap aan alle de weldaden en goederen des Nieuwen Testaments! Hebtge dese soetigheid van Iesu vrugt niet meermaals genoten onder de bediening van het Euangelium of der heilige Bondsegelen? of in uwe bysondere oefeningen in uwe binnen-kamer? ja dikwils als gy sulx niet verwagtede nog te gemoet saagt?

[pagina 149]
[p. 149]

En wat is u dat tot een stoffe van blydschap en een oorsaak van verkwikking?Ga naar margenoot+ Dit is een paradys van geestelyke wellust, daar gy genoten hebt de vrugt van den boom des levens. Al wat een gierige in syn geld en goed, en in syn kisten met schatten opgevuld; al wat een eersugtige in syn staat en luister; al wat een wellustige vind in de aangenaamste spysen en dranken, dat vind gy in Iesus. Ia dat alles is'er niet eens by te vergelyken.

Wat dunkt u, weereldling, hoe staat u soo een Christendom aan,Ga naar margenoot+ daar men onder Iesu schaduwe niet alleen bescherming vind, maar soo veel soetigheid, waar van een dropje al het bitter van de weereld kan versoeten, en waar tegen al het soete niet is op te wegen?

Word gy nu niet overtuigd dat het een valsche beschuldiging is, alsGa naar margenoot+ men het Christendom voor een droevig leven uitmaakt? 't Is waar men moet wel alvorens veel bitterheid smaken: maar wat krygt men sonder arbeid? Dulcia non meruit qui non gustavit amara. En de genade is naderhand te soeter.

Ook ontmoeten een die reeds bekeerd is, dikwils wel vele bitterheden. Maar a. die syn selfs met soet doormengt. b. Sy worden versoet door de genadenryke tusschenstralingen of vertroostingen, daar op volgende. c. Sy sullen ten minsten eindigen in versadinge der vreugde en lieflykheden aan Gods regterhand eeuwig en altoos.

Siet gy dan ook niet, hoe ongelukkig gy zyt, die hier nog geen deelGa naar margenoot+ aan hebt? en dat zyt ge,

I. Gy godloose. Die geen soetigheid kend en najaagt, als die bestaatGa naar margenoot+ in het bedryven der sonde. Die de ongeregtigheid indrinkt als water en de sonde als een lekkere bete onder uwe tonge houwd. Die het kwade goed, en het goede kwaad heet; die het bitter tot soet steld, ende het soet tot bitterheid. Jes. V. 20. Hoor eens, wat sulke bedreigt is. Job XX. 12 - 14. Indien het kwaad in syn mond soet is, hy dat verbergt onder syn tonge, hy dat spaart, ende het selve niet en verlaat, maar dat in 't midden van syn gehemelte inhouwd; syne spyse sal in syn ingewand veranderd worden: galle der adderen salse in 't binnenste van hem zyn.

II. Gy die geen agting hebt voor de soetigheid, die een ongeloovige genietGa naar margenoot+ uit Christus woord, Geest en weldaden. Gy kent het niet. Gy walgt'er van; het is als ligt brood in uwe oogen.

III. Gy weereldsgesinde, die geen pleysier hebt als in uwe divertissementenGa naar margenoot+ en ydele vreugden.

IV. Gy wellustige, die geen soetigheid hebt, dan in eten en drinken,Ga naar margenoot+ in maaltyden, brasseryen, dronkenschappen.

V. Ia ook gy, die maar letterkennis hebt van Gods woord,Ga naar margenoot+ van het Euangelium, van Christi weldaden, van syn Geest en desselfs werkingen. Dat sal u wel eenige soetigheid geven als Matth. XIII. 20. Hebr. VI. 4, 5. En het is u een lied der minnen. Maar door ervarentheid verstaat gy het niet. Want Psal. XXV. 14. dit is een verborgen

[pagina 150]
[p. 150]

Manna en een witten keursteen met een nieuwen name daar op geschreven, die niemand kent, als die hem ontfangt. Want een natuurlyk mensch verstaat dit al soo weinig, als iemand de smaak weet van een vrugt die hy noit geproeft heeft.

Ga naar margenoot+O mogt gy dan eens watertanden om de soetigheid der vrugt Christi te smaken! Te dien einde.

a.Walgt eerst
I. van de sonde.
II. van de weereldse geneugten.
b.Begeef u door den geloove onder Christi geregtigheid en schaduwe.
c.Neem syne heerschappy over u aan.
d.Wend alle neerstigheid aan, om na dese vrugt te reiken en te klimmen, dat is,
Ondersoek syn woord,
Overdenk syne weldaden. Bid God om die aan u te laten ondervinden.

Ga naar margenoot+En wat u, o geloovige, belangt: wy hebben uw geluk vertoond, enz. Maar my dunk ik hoor eenige klagen:

I.Datse noit of seer selden worden verweerdigt om die soetigheid van Christi vrugt te smaken; ofte
II.Datse die voorhenen wel gesmaakt hebbende, het selve nu soo niet ondervinden. Wy antwoorden kortelyk.

Tot de eerste Ondersoek a. waar het u van daan komt. b. Wat uwe pligt is. Namentlyk

Tot de tweede insgelyks: a. Waar het u van daan komt. b. Wat uwe pligt is.

I.Steeds gebruik van Iesu schaduwe te maken.
II.U geen vlyt te laten verdrieten.
III.Veel in eensaamheid en afsondering te syn en
IV.Onder de middelen te blyven.

 

Doch hebt gy dese vrugt gemaakt. I. Dank God. II. Roem dese soetigheid, maak andere daar watertandig naar. III. Laat uwe vrugt ook voor anderen soet zyn. IV. Verlang na de volle genieting.

margenoot+
Geluk der geloovige.
margenoot+
Die dit meermaals hebben ondervonden.
margenoot+
Dat haar tot groote verkwikking is.
margenoot+
Overtuiging van de weereld.
margenoot+
Dat het Christendom geen droeftroostig leven is.
margenoot+
Ongeluk der gener die hier van vervreemd zyn.
margenoot+
I.
margenoot+
II.
margenoot+
III.
margenoot+
IV.
margenoot+
V.
margenoot+
Opwekking.
margenoot+
Tot de geloovige.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken