Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De strategie (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van De strategie
Afbeelding van De strategieToon afbeelding van titelpagina van De strategie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (1.66 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De strategie

(1968)–Kees Ouwens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het onderdrukken van het blozen

Zorgvuldig op mijn ademhaling lettend, keek ik de jongen aan. Vervolgens begon ik te glimlachen. Ik voelde mijn gezicht gloeien, vooral op de jukbeenderen. De hemd, die op de schouder van de jongen gelegen had, had ik in mijn zak gestopt en daar tot een vuist gebald. Met de andere hand had ik hetzelfde gedaan. De nagels perste ik in de handpalmen. Tegelijk met deze handelingen, kromde ik mijn tenen. Toen hield ik de adem in en ontspande mijn gezicht, zo goed als ik kon. De glimlach moest verdwijnen. Maar ik lette erop, dat mijn ogen vriendelijk bleven kijken.

[pagina 59]
[p. 59]

De jongen bracht de sigaret, die nu half was opgebrand, naar zijn mond en zoog. Aan weerszijden van het begin van zijn scheiding, was een stukje van de haargrens te zien. Ik liet mijn ogen weer dalen, over zijn voorhoofd, wenkbrauwen en wimpers en hield ze stil op zijn pupillen. Hij blies rook uit, uit beide mondhoeken, terwijl hij naar mijn wangen keek. Ik volgde het verschuiven van zijn blik over mijn gezicht. De hand met de sigaret bracht hij op de rug, waarna hij de mond opende; het ging heel vlug, maar ik zag zijn lippen van elkaar gaan, langzaam, alsof ik vertraagd waarnam en de lichtprikkels over mijn netvlies uitwaaierden; en ik hoorde zijn stem, die vroeg:

‘Is er wat?’ waarna ik hem zijn mond zag sluiten. Ik zag de arrogante lijnen van zijn lippen, zijn flauw gewelfde neusvleugels daarboven en ik voelde mijn gezicht, het zweet kolkte in mijn handen.

Tijdens het geven van een antwoord was ik gedwongen te glimlachen. Ik vroeg, heel stompzinnig:

‘Hoezo?’

Nu lachte de jongen ook, maar zijn lach beviel mij niet. Net voor hij mij antwoordde, wendde ik het hoofd af, naar het bos, zodat ik in mijn linkeroor zijn stem hoorde, die uitdaagde en spotte tegelijk: ‘Je gezicht is hartstikke rood.’

Ik mompelde, liep naar de dichtstbijzijnde boom, de schouders ophalend, de linkerhand omhoog brengend, langs mijn wang zwaaiend, de wangen opbollend, meteen kort en snel uitademend, zeggend:

‘Het is ook verrekt warm.’ Ik bukte mij, alsof ik iets zag, mijn hoofd hing diep voorover, waardoor ik de jongen als van heel ver hoorde: ‘Ik heb er helemaal geen last van.’ Ik zag de voet van de beuk, waarbij ik stond, verder keek ik nergens naar. Het leek of mijn gezicht door een vuur bestraald werd en ik vroeg mij af, waarom ik gebukt stond, terwijl ik net zo goed rechtop kon staan, om naar de stam van de beuk te kijken en de jongen te antwoorden. Maar ik wist geen antwoord. Hoewel dat geen reden was, niet overeind te komen. Nog meer bloed zakte naar mijn hoofd.

[pagina 60]
[p. 60]

Toen merkte ik, dat ik mijn gedragingen vreemd ging vinden. Ik had de verkeerde keuze gedaan en besefte, dat de houding, waarin ik stond, niets te maken had met de oorzaak ervan. Er was een misverstand ontstaan tussen het blozen en het middel, dat ik te baat nam om er van af te komen. Het blozen en het middel schoven langs elkaar heen, in plaats van dat het laatste het eerste ophief. Daardoor gedroeg ik mij als een gek, als een slecht acteur, die van zijn ernstige rol een klucht maakt. Om het misverstand uit de weg te ruimen, moest ik beginnen met niet meer te bukken. Dat zou wellicht ook het afnemen van het blozen ten goede komen. Nu stroomde er alleen nog maar meer bloed naar mijn hoofd.

Ik kwam rechtop, vervolgens draaide ik mij om, nonchalant, met het rechterbeen als spil, terwijl ik het hoofd gebogen hield, de lippen iets naar voren had gestoken en mijn gelaatsuitdrukking erop wees, dat ik dacht. Het was, op slag, een totale verandering. Mijn gezicht koelde af. Ik trad op de jongen toe, die met de voet de sigaret in de grond wreef. Weer moest ik doen, alsof er geen breuk in onze verhouding was geweest. Ik loochende, toen ik energiek uitriep:

‘We gaan!’ Ik liep alvast van het theehuis weg, zonder te weten in welke richting ik moest, erop rekenend, dat de jongen mij achterna zou hollen om, indien nodig, mij op mijn vergissing te wijzen. Maar ik hoorde zijn voetstappen niet, wel zijn verbaasde stem:

‘Hè?’

Ik stond stil en draaide mij om. Terwijl ik de wenkbrauwen optrok, vroeg ik:

‘Wat is er?’

‘Waar ga je naar toe?’

‘Naar de naakte meid natuurlijk.’ Ik triomfeerde: het had behoorlijk grof geklonken.

De jongen maakte geen aanstalten naar mij toe te komen.

‘Schiet op!’ commandeerde ik, toen hij halsstarrig bleef staan.

‘Nee.’

‘Maar ik wil naar de naakte meid.’

[pagina 61]
[p. 61]

‘Ik niet.’

‘Waarom niet?’ Had mijn grofheid hem afgeschrikt, was hem het contrast opgevallen tussen mijn ontsteltenis bij het blozen en mijn vulgariserende houding nu? Was mijn neerhurken bij zijn kinderlijkheid te plomp geweest en daardoor misschien niet in overeenstemming met zijn opvoeding? Ik gedroeg mij ongetwijfeld weinig verfijnd. Het beklemmende gevoel, dat alle pogingen, mij bij hem aan te passen, elkaar door hun onhandigheid weerspraken, deed mij mijn gedrag plotseling ongeloofwaardig en vals voorkomen. Hoe moest ik het dan aanpakken? Hij bleef daar maar staan, vijandig, als een alweer te veroveren object. Ik moest mij inhouden niet te schreeuwen. Mijn mondhoeken begonnen te trillen. Dit was toch belachelijk. Waar was ik eigenlijk mee bezig? Uiteindelijk was de jongen een mij totaal onbekend kind. Wat had ik met hem te maken? Wat ging het mij aan, wat hij dacht, wat een onbeschoftheid was het, hem zijn fantasieën af te persen. En dan mijn geklets over die naakte meid. Doordat ik daar op inging, maakte ik van het spel, dat zij voor hem was, ernst en werd zij obsceen.

Ik kuchte en zei:

‘We gaan een stukje wandelen.’

Nu trad hij op mij toe.

‘Die kant op,’ wees hij. Wij volgden een pad, dat de voortzetting was van dat, dat naar het theehuis leidde. De jongen liep stil naast mij. Ik rilde. Ik voelde mij schuldig en tegelijk ergerde ik mij daaraan. Het was duidelijk, dat door mijn lompe gedrag alle intimiteit tussen ons verdwenen was. Ik wilde met hem praten, maar ieder woord, dat ik kon bedenken,was ontstellend platvloers. Het enige dat mij overbleef was zwijgen, in de hoop dat hij mij, door een woord of een gebaar, een aanleiding zou geven.

Ik wierp steelse blikken op zijn profiel en ik zag zijn fierheid en onafhankelijkheid, in zo sterke mate, dat ik mij een boerenkinkel voelde. Mijn lichaam, dat ik nooit als bijzonder fors had beschouwd, leek mij nu uitzonderlijk grof en het kwam mij voor, dat ik sjokte als een gorilla, mijn te lange armen bijna

[pagina 62]
[p. 62]

over de grond slepend. En dan mijn stem, zwaar en lijzig, naast de zijne, die gepolijst was, doorzichtig en zuiver. Ik voelde mij ineens neerslachtig en mijn zoeken maar het vrouwelijk wezen leek mij een verregaande onbescheidenheid, een verschijnsel, dat niet bij mijn plompe lichaamsbouw en troebelheid van geest paste.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken