Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestige wercken (1678)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestige wercken
Afbeelding van Geestige werckenToon afbeelding van titelpagina van Geestige wercken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

Scans (87.57 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tafelspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestige wercken

(1678)–Aernout van Overbeke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 234]
[p. 234]

Register.

Corollaria.
AL genoegh van 't y del redeneeren. Fol. 63
De Vrolijcke.
Als ick ben by de wijn, en onder, &c. 136
Ad Fortunam. 161
Aen een trouwens gesinde. 191
Op een Luys.
'k BEn kleyn, veel voetigh, wit somtijts, en, &c. 91
Aen den Heer van Zuylighem.
Beleefde Heer, doe ghy my laetst mael fingen hoorde. 190
CUpidoos boogh lagh zonder pees of snaer. 86
Christina, die haer beste Cabinetten. 93
DEn amoureusen Sodiacq. 1
Dat my Jupijn quam noden. 45
De verkeerde Vijf Sinnen. 67
Den Reuck.
Deed ick qualijck dat 'k mijn Hofstee. 56
Dat is net achtmael te gast. 131
Op de wederroepingh van Carel de II.
De trommel krijgt een gat, het bersten der musquetten. 137
Op de afbeeldingh van Cornelis de Wit.
De outheyt wert nu kints, haer luyster is verdweenen. 157
Dit is de Wit die voor 's Lants vryheyt was geschapen. 157
De Smacek.
ELck singh vast dat hy sweet. 61
Extract van 't Kennip-Zaet. 74
Contra vijf Sinnen.
FYn man ongevoeligh knecht. 67
Tegen den Smaeckeloosen.
GEeft hem water in sijn gat. 69
Geen glaesjen hoe helder hoe suyver van glans. 80
Grooten discoureur en eeter. 87
Ghy nood my wel te gast, wat is 't, ick drinck, ick eet. 92
De Troosteloose.
Godinne, schoonste van ons Landt. 134
Geestige Reys-beschrijving naer Oost-Indien. 201
De Kroeghgist.
'k HEb vast-gestelt, en rijpelijck overwogen. 4

[pagina 235]
[p. 235]

Den verschen Weduwenaer.
Hier ruste nu die minne ruste. 7
Tegen den Dooven.
Hier komt noch een dooven an. 67
Het Na-gelagh van den Sodiacq.
Hier geplaeght te zijn met Comedianten. 121
Hoort hoe van Galens stam,, gram. 124
Heugh' en nieuwgelijcke dagh. 128
Op de Victorie die Cornelis de Wit op Chattam bequam.
Hoe vrolijck klonck 't geluyt wel eer van Judas sangh. 153
't Hooft van Hooft de goede Hoop. 178
Hier woonen twee Maeghden. 178
Hoe hoogh is 't menschelijck verstandt verheven, 187
Cupido.
IS'er ymandt mijns gelijck. 1
Poëta laureatus.
Ick groet u Lucrecy in dien ghy schep behagen. 12
Den Indifferenten.
Ick heb belooft mijn lief altoos te volgen. 16
't Gesicht.
Ick noem al dit singen, onnodige dingen. 58
't Iaer is suyver wederom. 170
KOddigh en aerdigh proces. 103
Kom groote Vorst, kom dael beneden. 140
Kleyne Iuffer groot van waerden. 162
Kackhuys klachte. 189
Ad LEopoldum primum. 179
Het Hooren-beest.
MEn lachte, danste, en men songe. 9
De Melancholijcke, ofte Hoop- en Troosteloose.
Mijn suchten en tranen zijn swacke Raets-Heeren. 18
De Vry-gemaeckte.
NU heb ick weer mijn eygen man. 135
Noch isser dan geen eynd van 't schrijckelijck woeden. 142
Den Veenboer.
O Bloet, die een gantsche nacht mocht eens opsitten. 34
Op Fijtjen die schoon is. 118
Op Koninghsmarck. 119
Op de doodt, idem.  

[pagina 236]
[p. 236]

Op Mallebol, aep van den Heer A. 120
Aen de Fortuyn.
O machtige Vorstin, die tusschen vrees en hoope. 158
Amoreusen Vryers bicht.
PHillis 'k beken dat 't in u stricken. 43
't Gevoel.
'k Placht myn somtijts in te beelden. 49
Op eenige insolent soort van Predicanten.
QUi hi cum longus pallius?  
Hoe sijn sy soo beschreyt. 182
RItsaert wilje Rijckaert worden. 26
Rondom lelijck.
SOo ghy 't oogh alleen wilt verblijden. 23
Tegen den Blinden.
Slaet de Handen aen de Kan. 68
Sollicitatie-brief. 71
Op een vreeselijcken Vraet.
Schootels sta nu ruym en vast. 175
De Vryster.
TOt nu toe ben ick toegehoort. 38
VYf Sinnen. 49
Tegen den Reuckeloosen.
Voor de reuckeloose scheeten. 68
Toe-gift.
Virgilius met sijn Troyaense gedachten. 77
Viderat Hadriacis &c. 118
De Wel-vergenoeghde.
WIe is'er die niet wenst uw slaef te weesen. 20
Rissaert.
Wat raet om nu mijn selfs op 't best te verweeren. 30
't Gehoor.
Wie wil hooren singen. 52
Wel wat dunckt u maet, zouw schryven. 82
Wel wat zegj' ondanckber eeter. 89
Hondt-gezangh.
Wat voor dagen heeft een Hondt. } 192
Foey wat dagen heeft een Hondt. } 192
Lijck-klachte over den Hondt.
Welcke droef heyt baert een Hondt. 195


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken