Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De psalmen Davids (1663)

Informatie terzijde

Titelpagina van De psalmen Davids
Afbeelding van De psalmen DavidsToon afbeelding van titelpagina van De psalmen Davids

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.96 MB)

ebook (51.48 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De psalmen Davids

(1663)–Aernout van Overbeke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm XXV. Na de Oude Compositie.

Op de wijse, by den 1 Psalm aengewesen.



illustratie

 
TOt u heff' ick mijn ziel, o Heer,
 
Mijn Borcht, op wien ick bouwe,
 
Geen ramp vernietige mijn eer
 
Terwijl ick u vertrouwe;
 
Op dat mijn vyanden niet bly
[pagina 71]
[p. 71]


illustratie

 
Van vreughd' opspringen, als sy my
 
In mijn ellend aenschouwen.
 
 
 
2.   Geen schaemte maeckt haer wangen root
 
Die wachten op Godts zegen,
 
Maer wel, die sonder reen of noot
 
De trouweloosheyt plegen.
 
Heer maeckt my dijnen wegh bekent
 
Op dat ick eenmael wert gewent
 
Te wand'len in uw' wegen.
 
 
 
3.   Heer, onderwijst my in uw' Leer,
 
Ick wacht' u gantsche dagen,
 
Ghy zijt een Godt mijns heyls, denck Heer,
 
Wanneer ick lagh verslagen,
 
Hoe dat ghy door barmhertigheyt
 
My weder hebt te recht geleyt,
 
En sorgh voor my gedragen.
 
 
 
4.   Ick hebb' u altoos lief gehad,
 
't Zy dat ick waeck of slape,
 
Ghy waert genadigh, selfs eer dat
 
De werelt was geschapen,
 
De Vroomen zijn in u verblijdt,
 
Ghy zijt voor uwe knechts altijdt
 
Een seker schilt en wapen.
 
 
 
5.   Gedenck geen sonden mijner jeught,
 
Noch hoe ick ben geweecken
 
Van 't onvervalschte padt der deught,
 
Siet niet aen mijn gebreecken,
 
'k Ben dickmaels van uw' wegh misleyt,
[pagina 72]
[p. 72]
 
Ick bidd' om uw' barmhertigheyt
 
Wilt u aen my niet wreecken.
 
 
 
6.   De Heer die is oprecht en goet
 
En mild in sijn weldaden,
 
Hy sal des Sondaers losse voet
 
Weer stellen op sijn paden,
 
Hy sal haer weder nemen aen,
 
En den Sachtmoedigen sijn paen
 
Aenwijsen uyt genade.
 
 
 
7.   Vw' wegh is goedertierentheyt
 
Voor die, die heyligh leven,
 
Voor die uw' heyl'ge Wet uytbreyt
 
Door uwe handt geschreven.
 
O Heere laet my niet in noot,
 
Wilt om uw' naem mijn schult, hoe groot
 
Sy wesen mach, vergeven.
 
 
 
8.   Want Heer aen u heb ick misdaen,
 
Het welck ick niet ontkenne,
 
Wijst my weer op der Vroomen paen,
 
Wilt my geduurigh menne
 
In 't rechte spoor, op dat ick niet
 
Door overtreen raeck in 't verdriet,
 
Maer tot het goet gewenne.
 
 
 
9.   Wie is de man die vreest den Heer?
 
Die sal Godts gunst verwerven,
 
Hy sal hem wijsen in sijn leer,
 
Sijn zaed sal noyt versterven,
 
Sijn ziel sal in de nare nacht
 
Gerustigh slapen, sijn geslacht
 
Dat sal de aerd be-erven.
[pagina 73]
[p. 73]
 
10.   Daerom soo sal ick op den Heer,
 
Alleen mijn oogen wenden,
 
Al slaet hy, hy geneest my weer,
 
Hy sal my bystant senden,
 
Want all' mijn vrienden zijn nu wegh,
 
'k Ben arm en eensaem, en ick legh
 
Versoncken in ellende.
 
 
 
11.   Mijn hertseer en benauwtheyt heeft
 
Sich uytgestreckt in 't ronde,
 
Helpt my uyt mijne noot, en geeft
 
My balsem in mijn wonden:
 
Ick bidd' u siet mijn moeyten aen,
 
En wat ick al hebb' uytgestaen,
 
Neemt van my 't pack der sonden.
 
 
 
12.   Heer siet mijn vyanden, hoe groot
 
En sterck sy zijn van krachten;
 
Help m' om mijn onschult uyt de noodt
 
Dewijl ick u verwachte,
 
O Heere, wilt uw' felle straf,
 
Vw geesselsweepen wenden af,
 
Van Israëls geslachten. 1. Gloria.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken