Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De psalmen Davids (1663)

Informatie terzijde

Titelpagina van De psalmen Davids
Afbeelding van De psalmen DavidsToon afbeelding van titelpagina van De psalmen Davids

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.96 MB)

ebook (51.48 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De psalmen Davids

(1663)–Aernout van Overbeke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm LXXXII. Vermaninge aen de Rechters datse haer ampt waernemen sullen; waerschouwinge voor onachtsaemheyt, met een dreygement van straffe.



illustratie

 
GOdt sagh des werelts Vorsten aen,
 
Hoe 't op der aerden toe mocht gaen,
 
Hoe dat sy 't maeckten in het rechten,
[pagina 246]
[p. 246]


illustratie

 
Hy sagh hoe datse het geschil
 
Tot nadeel van de Vromen slechten,
 
Niet na de reden, maer na wil.
 
 
 
2.   Hy riep, ghy Rechters hoe lang sal
 
Den Goddeloosen te geval
 
Valschoordeel van u zijn geweesen?
 
Helpt Armen, en helpt Weesen voort,
 
En spreeckt na gunst van dien of desen
 
Het vonnis niet, maer als 't behoort.
 
 
 
3.   Maeckt dat die arm is en verdruckt,
 
Werdt uyt der Boosen handt geruckt;
 
Maer 't schijnt sy daer niet om en geven,
 
En wand'len steed's in duysternis,
 
Soo dat des werelts gronden beven,
 
En alles waggelt wat 'er is.
 
 
 
4.   Ick hebbe wel geseyt, dat ghy
 
Zijt Goden, en gevoeght daer by,
 
Ghy zijt des Alderhooghsten kind'ren,
 
Nochtans geen van u allen kan
 
Wanneer ick kom, sijn doodt verhind'ren,
 
Maer sterft gelijck een ander man.
 
 
 
5.   Als and're Princen, kond oock ghy
 
Vw' graf en doodt uur niet voorby,
 
Ghy volght al mee der Vorsten lijcken.
 
Daerom, o Godt, dael nederwaert,
[pagina 247]
[p. 247]
 
En komt ghy self het Oordeel strijcken,
 
Want ghy besit de gansche aerdt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken