Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De psalmen Davids (1663)

Informatie terzijde

Titelpagina van De psalmen Davids
Afbeelding van De psalmen DavidsToon afbeelding van titelpagina van De psalmen Davids

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.96 MB)

ebook (51.48 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De psalmen Davids

(1663)–Aernout van Overbeke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm CXI. Een vermaninge tot Godts lof (uyt betrachtinge van sijn wercken) als oock om God te vreesen.

[pagina 326]
[p. 326]

Hallelujah.



illustratie

 
'K Sal den Heere loven all' mijn dagen
 
Ter plaets daer Vromen zijn vergaert,
 
Godts wercken zijn van hooger waerd',
 
Die in haer een lust schept en behagen
 
Sal haer najagen.
 
 
 
2.   Majesteyts en heerlijck zijn sijn' daden,
 
Hy pleeght gericht dat eeuwigh is,
 
Hy laet ons ter gedachtenis
 
Sijne wond'ren, hy komt ons verzaden
 
Met sijn genade.
 
 
 
3.   Hy heeft die hem vreesen spijs gesonden,
 
Hy heeft haer in des hongersnoot
 
Versien met dranck en voedsaem broodt;
 
Hy denckt aen sijn heylige verbonden
 
Tot allen stonden.
 
 
 
4.   Hy heeft aen sijn volck getoont sijn krachten,
 
Want Godt die gaf in hare handt
 
Een erfdeel al der Heyd'nen landt,
 
Die sy eerst verjoegen of ombrachten
 
Met haer geslachten.
 
 
 
5.   Op sijn werken mach men sich vertrouwen,
[pagina 327]
[p. 327]
 
Dewijl daer waerheyt inne steeckt
 
En dat geen oordeel haer ontbreeckt,
 
Sijn bevel mach men voor seker houwen,
 
En daer op bouwen.
 
 
 
6.   Sijne wercken zijn als vaste wallen,
 
Sy sullen nimmermeer vergaen
 
Maer in de waerheyt eeuwigh staen,
 
Hoe veel dat sy zijn, geen van haer allen
 
Sal oyt vervallen.
 
 
 
7.   Hy heeft bystandt aen sijn volck bewesen
 
En haer verlost, sijn trouw' verbondt
 
Heeft hy op eeuwigheyt gegrondt,
 
Sijnen Heyl'gen naem, die elck moet vreesen,
 
Sal eeuwigh wesen.
 
 
 
8.   't Is waerachtigh dat de vrees des Heeren
 
't Beginsel van de wijsheyt is,
 
En die hem vreest verkrijght gewis
 
Goet verstandt. Altoos sal 's Hooghsten eere
 
En lof vermeeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken