Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De rymwercken (1709)

Informatie terzijde

Titelpagina van De rymwercken
Afbeelding van De rymwerckenToon afbeelding van titelpagina van De rymwercken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

Scans (13.58 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Claesz ten Hoorn



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De rymwercken

(1709)–Aernout van Overbeke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aen
Mejuffrouw N.N.

 
I.
 
Gy nood my wel te gast; wat is 't? ik drink, ik eet,
 
'k Ben zelver aen den disch wel aen uw zy gezeten:
 
Vry ik; gy hout u, of gy nergens van en weet:
 
Maer ik en vind geen smaek in kostelijke beten,
 
Ik ben verlekkert op uw zoete mond,
 
Mijn waerste lief, mijn schoone Roosemond:
 
Maer wat! ik klaeg het aen den dooven.
 
Dog 't Scheelt my niet; gy hoort mijn klagt, of niet;
 
Slae maer uw oogen eens op mijn verdriet:
 
Uw oogen hoop ik zoud gy ja gelooven.
 
II.
 
Nog is het my genoeg u maer alleen te zien;
 
En t' avond is 't gezeyt weer aen uw' disch te komen;
 
Wat grooter vreugt kom my op aerd geschien!
 
Dog 's avonds is 't maer vreugd, en 's ochtens niet als droomen.
 
Ik lag, ik spring! ik raes, ik tier, en gril;
 
Ik bruyk het al, op u na, tot mij wil;
 
Dog op het lest bevind ik my bedrogen.
[pagina 87]
[p. 87]
 
Ik pijnig nay om in uw' gunst te staen:
 
Maer wat ik doe, de zaek gaet u niet aen;
 
Gy blijft als ys, koud, stil, en onbewoogen:
 
III.
 
Nogtans verlang ik al na dezen avondstond.
 
My dunkt de Zon staet stil; wat nag Apol vertragen?
 
Of is't, dat hy dees uyr my nooit, of laet, en gond?
 
Of zit Boôtes wel, die babok, op den Wagen?
 
Zou wet de rekel meenen, dat hy weer
 
Zat by zijn steiloor, by zijn lompen Beer,
 
Om daer de Wagen in het spoor te mennen?
 
Rijd hy niet voort, zes dagen heeft hy werk,
 
Te looped om den Dagelijkzen perk,
 
Sat ik 'er op; ik zouw wel anders rennen.
 
IV.
 
Och! dat nu wederom de losse Phaëton,
 
Om 's Vaders gunst te zien, wierd Voerman van de Paerden,
 
En zette op zijn Hooft de stralen van de Son,
 
Het ging veel rasser voort, al kosten 't Zee, en Aerde;
 
Al zouw het al weer zmelten, wat 'er was:
 
Al wierd 't Gebergt verzmoort in eygen as:
 
Al zengde al het Noord en kouwde Landen,
 
En geen verschil was tussen dag en nagt:
 
Wie weet, of door dit vuur zijn heete kragt,
 
Het hart van Roosemond niet quam te branden?


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken