Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Huurling en herder (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Huurling en herder
Afbeelding van Huurling en herderToon afbeelding van titelpagina van Huurling en herder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (19.51 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Huurling en herder

(1955)–Jan Overduin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XII

Elke dag heb ik met kloppend hart de post afgewacht. Ik begon reeds te vrezen dat zij niet meer met mij te doen wilde hebben. Maar vanmorgen is haar brief gekomen.

Ik ontroerde toen ik de bekende langwerpige enveloppe zag met haar forse handschrift. En even aarzelde ik het omslag open te scheuren, hoezeer ik naar haar antwoord verlangd had. Zal ze mijn berouw aanvaarden? Of zal ze mij, na alles, niet meer vertrouwen. Met de ongeopende brief in mijn handen weet ik: als ook zij mij loslaat, zal mijn laatste zelfvertrouwen mij ontzinken.

Op dit moment denk ik in een flits aan Helene, wier troostende handen mij die avond staande hielden. Ik breek de enveloppe open en lees:

[pagina 43]
[p. 43]
Van een reis terugkerend vond ik je brief, zodat ik nu pas kan antwoorden. Je vraagt of ik verwonderd ben. Als ik het precies mag zeggen: wel even verrast, maar niet verwonderd. Sinds onze laatste brief heeft het mij juist altijd wonderlijk toegeschenen dat mensen die zo dicht bij elkaar geleefd hebben ineens niets meer van elkander lieten horen, alsof ons lot elkander verder onverschillig kon zijn. En toen ik van Helene alles over Wouter gehoord had, waren mijn gedachten weer zo dichtbij, dat je brief mij niet erg kon bevreemden. Ik heb getracht mij enigermate voor te stellen wat Wouters dood voor je betekend heeft. Ik begrijp dat je het er onzegbaar moeilijk onder hebt, niet het minst als predikant. Maar desondanks kan ik niet anders zeggen dan dit: wees er dankbaar voor, dat je in deze beproeving gebracht bent, want ik weet het nu zelf door ondervinding: alleen door beproeving wordt een mens gelouterd. En al is de strijd zwaar, het is beter in het gevecht onder te gaan dan in een valse rust te leven. Misschien herken je mij niet als ik dit zeg. Maar evenmin is aan mij, sinds wij van elkaar gingen, het leven zonder lijden voorbijgegaan. Ik zal daar niet over uitweiden, want je hebt genoeg aan je eigen leed, en het heeft geen zin meer je met mijn moeilijkheden te bezwaren. Alleen wilde ik je zeggen - het kan je misschien tot troost zijn - dat ik door de diepte heen pas heb leren verstaan, dat ik de verkeerde richting opging. Het komt er dan op aan bij de kruising niet aan de kant van de weg te blijven zitten, maar de goede richting in te slaan. Dat wens ik jou ook van harte toe. En wat je eigenlijke vraag betreft: hoezeer ik ook geleden heb onder het verdriet dat onze wegen uiteen moesten gaan, ik kan nu zeggen dat er geen bitterheid in mijn hart is, en dat ik je voor je verder leven alles goeds toewens. -
Agnes.

Meer nog dan toen ik Wouters brieven herlas, doorwoelt mij een vreselijke spijt, die ik tot in mijn ingewand voel knagen. Ook haar heb ik dus nooit gezien

[pagina 44]
[p. 44]

zoals ze werkelijk was, maar steeds door het verkleinglas van mijn armzalig hooghartig egoïsme. En wat mijn geluk had kunnen zijn heb ik, evenals die Romein, eigenhandig vermoord! Maar temidden van dit nieuwe verdriet klamp ik me aan deze troost vast: zij leeft nog! Op hetzelfde ogenblik echter walg ik van mijn eigen gedachten. Nu ik haar nodig heb, zal ze voor de leniging van mijn nood moeten dienen! Heb ik eerder ooit aan haar gedacht? Heb ik niet altijd meer willen nemen dan geven? Ik voel mij gevangen in het web van mijn zelfzucht.

Hoe anders is Agnes! Zij schrijft alleen over mij en stelt haar eigen lijden achter. Zij spreekt niet van wat zij doorstreden heeft om mijnentwil, zij is alleen bedacht op mijn geluk, zonder bitterheid.

Er is iets ergs met haar gebeurd, ik voel het. Een ondragelijk verlangen om te weten wat zij heeft moeten lijden door mijn schuld maakt me moe. Als een razende ruk ik vruchteloos aan het rad van de tijd.

Ik herlees haar brief:... ‘dat ik door de diepte heen pas heb leren verstaan’...

Wat het ook zijn mag, het is door mijn schuld. Ik ben verantwoordelijk voor al haar moeiten en kommer, want ik heb haar onbeschermd achtergelaten, weerloos, zoals een vrouw dubbel weerloos is, wanneer een man haar van de bescherming der liefde berooft, en haar in de verlatenheid stoot.

Een misdadiger zoekt, door een geheimzinnige drang gedreven, de plek van zijn misdaad op. Zo word ik magnetisch getrokken naar het punt, waar ik haar onbeschermd achterliet, waar ik haar misdadig als een prooi aan het leven toewierp, zonder om te zien. Maar ik weet nu dat ik geen uur meer zal kunnen leven zonder mij te bekommeren over haar onbekend lot.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken