Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Huurling en herder (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Huurling en herder
Afbeelding van Huurling en herderToon afbeelding van titelpagina van Huurling en herder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.01 MB)

Scans (19.51 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Huurling en herder

(1955)–Jan Overduin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXIII

Mijn lieve Agnes,

Nu ga ik je schrijven, want ik ben terug van de vergadering. Het is nu nacht, en in de nachtelijke stilte ben ik het dichtst bij je. Ik ben nu zo dicht bij je, dat het me is of ik het kloppen van je hart hoor. Na alles wat er vanavond besproken is, heb ik geprobeerd tot mijzelf te komen en heb ik enkele uren stil aan jou gedacht, en nooit is me zo duidelijk geweest dat ik onlosmakelijk met jou verbonden ben als juist op dit ogenblik, nu alles zich tegen onze vereniging schijnt te keren. En daarom wil ik, vóór ik al het andere schrijf, dit op je hart drukken: blijf altijd geloven dat, wat er ook gebeure, mijn liefde onvergankelijk is. Ik leef niet meer alleen, maar het is alsof jouw leven met het mijne tot één lot vergroeid is, al zijn onze lichamen nog van elkander gescheiden. Elk uur van onze scheiding doet mij lijden, lieveling, omdat wij bijeenhoren, maar er is niets dat onze verbondenheid zo scherp in mijn bewustzijn prent, als de pijn van dit gemis. Ondanks alles geloof ik in de triomferende macht van de Liefde, omdat dit iets van God is, omdat God zelf liefde is.

En nu schijnt het, dat onze liefde botst tegen de liefde, die ik voor mijn schapen moet hebben, en dat de een ten offer moet vallen aan de ander. Vanavond leek het wel heel duidelijk, dat het twee verschillende belangen

[pagina 82]
[p. 82]

zijn, die tegenover elkaar in een onverzoenlijk conflict staan. Maar toen ik thuisgekomen was en in de stilte dit raadsel overdacht, is het me duidelijk geworden, dat deze beide vormen van liefde verankerd zijn in die ene grote Liefde die zichzelf niet zoekt en van God is.

Daarom kan er ten diepste geen conflict zijn, Agnes, en daarom blijf ik geloven dat het eenmaal alles goed zal worden, al schijnt er nu geen uitweg mogelijk dan in het offer. Ja, zo was het vanavond. Het grootste gedeelte van de kerkeraad is er tegen dat je mijn vrouw zou worden. Als ik het toch doordreef - ze kunnen het tenslotte niet verhinderen - zou dat veel tegenkanting en onenigheid in de gemeente ten gevolge hebben. Dat zou mijn pastorale werk zeer benadelen.

In een eindeloze zielestrijd heb ik mij afgevraagd wat mij nu te doen staat. Jou opgeven kan ik niet. Ik geloof dat dit tegen Gods wil zou zijn. Maar ik heb ook ingezien dat ik niet het recht heb om hard tegen mijn tegenstanders in te gaan en hen nog meer te verbitteren, al is hun houding tegenover jou nooit te verdedigen. Als ik van hen vraag dat zij ten opzichte van jouw verleden in liefde alle dingen moeten bedekken, dan eis ik dat ook van mijzelf in hun dwalen ten opzichte van jou. Als hun herder moet ik hen terecht brengen, en daarbij mag ik hun niet in de weg staan. Dat zal alleen kunnen door waarachtige liefde, al zal de waarheid ook hard moeten gezegd worden, zonder iemand te ontzien. Mijn schapen zullen alleen hun herder herkennen, als ik mijzelf niet zoek. ‘De liefde zoekt zichzelf niet.’ God alleen weet hoe dat zal moeten zonder jou slachtoffer te maken. Ik geef mij in Zijn hand; ikzelf weet het niet meer. Ik vertrouw alleen op Zijn erbarming over onze nood en onze zonden, en over de nood en zonden van mijn schapen, waarvan ik geen goede herder geweest ben. Ik kan alleen nog vertrouwen op Zijn offer dat alle conflicten verzoent in Liefde.

Ach, Agnes, soms vraag ik mij als Esau vertwijfeld af, of God niet meer dan één zegen heeft. Of er toch misschien geen andere uitweg is dan het offer. Want ik kan toch niet over jou beschikken en jou meeslepen in het offer, terwijl ik alleen de schuld ervan draag, dat je in deze toestand gekomen bent. Als ik vroeger de-

[pagina 83]
[p. 83]

zelfde liefde voor je gehad zou hebben als nu, dan zou je hier geweest zijn niet als een aanstoot en ergemis, maar als een zegen. Ik ben het, die jou en mijn gemeente te kort gedaan heb. Straft God mij daarvoor? Laat Hij jou mee-lijden daaronder? Ik bid voortdurend: Heer, zend mij Uw licht, Uw waarheid. Red mij uit deze engte, waarin ik gedreven ben.

Lieve Agnes, vergeef me, dat ik je geduld nog langer op de proef moet stellen. Geloof dat ik je nooit loslaat. Maar begrijp dat ik ook mijn schapen wil vasthouden, om wier wil ik je het offer vraag Gods tijd af te wachten. Bid voor me, dat ik niet in verzoeking val om jouwentwil een nog slechter huurling te worden. Bid voor mij, die een goede herder wilde wezen, maar een moordenaar werd. Spaar me het verwijt dat ik je prijsgeef. Ik zou dat niet kunnen verdragen, want mijn liefde voor je is groter dan ooit. Overmorgen kom ik bij je. Ik wil je, al is het dan maar één dag, weerzien en spreken. Mijn verlangen naar je is zo groot dat ik niet langer wachten kan.

Lieve Agnes, ik kan je niet zeggen hoe erg ik het vind, dat ik je nog niet in mijn huis kan halen. Ik kan het haast niet verdragen dat ik je nog in je eenzaamheid moet laten. Hoe heb ik gehoopt dat ze medelijden met je zouden hebben, en daardoor de andere bezwaren zouden vergeten. Gelukkig zijn er velen hier, die er anders over denken dan de aanhangers van de koster, en die je in liefde zouden willen ontvangen. Maar helaas zijn de meesten nog niet zo ver. Zij zitten nog vast op allerlei vooroordelen en laten meer de wet dan het evangelie gelden. Met Gods hulp hoop ik hun hardheid te doorbreken, opdat ook zij je eenmaal liefdevol zullen opnemen, op Gods tijd. In die tussentijd zullen we het offer moeten brengen. Ik weet dat het zwaar is wat ik van je vraag, maar je brieven geven mij hoop dat je hiertoe bereid zult zijn. Door alles wat tussen mij en de gemeente van het begin af is voorgevallen heeft men weinig vertrouwen in me. Ik voel dat ik hierdoor alles zou verliezen, en dat mijn werk met lamheid geslagen zou zijn. Help me een klein beetje vertrouwen terug te winnen onder mijn schapen, die ik zo graag wat beter leiden zou. Als ik aan mijn roeping denk, voel

[pagina 84]
[p. 84]

ik mij schuldig tegenover hen, al zijn ze dan ook dwaalziek en weerstrevig. Ben ik er aan toe de koster lief te hebben? Ik heb er zelfs lang over moeten doen eer ik jou kon liefhebben, en misschien was ik zonder de dood van Wouter zover nooit gekomen.

Overmorgen kom ik zien hoe je tegenover dit alles staat. Hoe zal ik je vinden? Help me, Agnes, en wees sterker dan ik vaak ben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken