Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven en sterven van een hedendaags aristocraat (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven en sterven van een hedendaags aristocraat
Afbeelding van Het leven en sterven van een hedendaags aristocraatToon afbeelding van titelpagina van Het leven en sterven van een hedendaags aristocraat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.90 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

proza

Subgenre

satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven en sterven van een hedendaags aristocraat

(1985)–Gerrit Paape–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[V]

Willem krijgt een catechiseermeester. Catechisatie te paard. Willem breekt zijn been en de catechiseermeester de hals

Het was niet moeilijk een onderwijzer te vinden die al de bekwaamheden bezat om het adellijk gemoed en hoofd met al die heilige en onheilige zaken te vervullen, welke men vooronderstelt een stelsel van godgeleerdheid uit te maken; maar het was ten uiterste moeilijk om de jongeheer te bewegen dat hij zich in deze kerkelijke wetenschap op de gewone wijs liet onderrichten. Om stil en zedig aan een tafel, met ongedekt

[pagina 27]
[p. 27]

hoofd te zitten; aldaar statig en ernstig ondervraagd te worden; eerbiedig antwoord te geven en christelijk vermaand te worden wanneer hij zijn les niet kende, of verkeerd antwoordde! Dit was iets zo strijdig met de aard en de levenstrant van de edele jongeling, dat hij ronduit verklaarde, zich nimmer hiertoe te zullen verledigen.

Alle smekingen, alle beloften, hoe nederig en groot, waren tevergeefs. Willem zei op al deze niet anders dan: ‘Ik wil niet!’ En na deze woorden gezegd te hebben, schoot er voor het ganse adellijke geslacht niets anders over dan eerbiedig te zwijgen en vaardig te gehoorzamen! Zo ver had de aristocratie van Willem het al weten te brengen.

‘Maar, mijn lieve zoon!’ zei mevrouw, bitter schreiende. ‘Moet gij dan geen onderwijs in de godsdienst hebben?’

‘O ja, ma mère! Zonder dat was ik geen edelman.’

‘Maar gij weigert door uw meester geleerd te worden!’

‘Dat is te zeggen op die wijs, zoals die burgerlijke rakker mij leren wil.’

‘Maar op wat wijs wilt gij dan leren?’

‘Op dezelfde wijs als ik alle andere kunsten en wetenschappen leer.’

‘Dat is te zeggen?’

‘Wel, dat is te zeggen - te paard!’

‘Te paard...? Goede hemel! Te paard catechiseren...! Wel kind...!’

‘Parbleu, ma mère! Geen tegenspraak.’

‘Ik spreek u niet tegen, mijn lieve Willem! Ik wilde u slechts het onvoeglijke onder ogen brengen om de heilige waarheden, dus al rijdende...’

‘Wat! Wat! Ik ben meer dan die waarheden.’

‘Maar, beste zoon!’

‘Hoor, het begint mij te vervelen! Ik wil niet anders! En zo die oude onzevaderkauwer mij geen les te paard wil geven, dan kan hij naar de maan lopen!’

[pagina 28]
[p. 28]

‘Nu, nu, bedaar, Willempje lief! Wij zullen er hem eens over spreken. Ik vrees slechts, omdat de man bejaard is, dat hij het paardrijden niet zal kunnen uitstaan.’

‘Laat hij dan op een ezel gaan zitten, dan zit de ene collega op de andere.’

Mevrouw wilde nog meer zeggen en vragen, maar Willem wipte met twee of drie sprongen uit haar gezicht, liet zijn paard zadelen en reed in volle galop naar een boerendorp waar het kermis was.

De edelman werd hierover geraadpleegd. Deze vond de verkiezing van zijn zoon een originele inval, die zijn zonderling vernuft en smaak eer aandeed. ‘En,’ zei hij, ‘wat scheelt het ook, of mijn zoon al zittend of rijdend tot kennis der goddelijke waarheden komt? Hoe gaat het met de meeste studenten? Komen zij veeltijds niet langs nog oneindig ergerlijker wegen tot kennis der heilige verborgenheden, en worden zij er een aasje te minder om geacht, in de fatsoenlijke wereld, zodra zij de domineespruik op en de bef om hebben?’

Mevrouw moest dit toestemmen. De laatste zwarigheid die zij opperde was slechts deze: dat de catechiseermeester misschien niet paard zou kunnen rijden.

‘Als dit uw zwarigheid is,’ zei de edelman, ‘stel dan uw hart volkomen gerust. Hij is een oud rijder; hij heeft in zijn jeugd onder de huzaren gediend, en verstaat dus de kunst van paardrijden in de grond.’

Hiermede was mevrouw voldaan. Men ontbood de catechiseermeester, stelde hem de zaak voor, en hij, alles moetende doen om aan een stuk brood te komen, nam aan om de jongeheer, al rijdende, te catechiseren.

De volgende dag zou de eerste les gegeven worden. De catechiseermeester had in geen negenendertig jaar te paard gezeten. Hij was oud en stram, en het paard waarop hij rijden moest jong en wild, zijnde dat van de gouverneur, hetwelk, tot overmaat van ongeluk, gewoon was het paard van de jeugdige edel-

[pagina 29]
[p. 29]

man door lief en leed, over hoog en laag, getrouw te volgen.

De oude heer moedigde de godgeleerde huzaar aan. ‘Hij klimt wel moeilijk te paard,’ zei hij, ‘maar hij zal wel vast in het zadel zitten!’

Mevrouw, steeds de echo van haar weledelgeboren echtgenoot, geloofde zulks ook; doch de gouverneur, zijn leerling en het paard kennend, haalde de schouders op, en wenste, met alle mogelijke nadruk, hem Gods zegen toe.

De oude Hellenbroeksman volgde de adellijke discipel in het begin tamelijk wel, vermits zij op een matige draf reden; doch een eind weegs ver gekomen zijnde, en indachtig wordend aan de plicht hem opgelegd, vroeg hij, op een catechiserende toon, aan zijn leerling: ‘Wie was de eerste mens?’

Willem zag eens even om, gaf zijn paard de sporen en vloog, als een baarlijke duivel, over heggen en struiken, door sloten en moerassen heen. Het paard van de catechiseermeester, zijn gewoonte volgend, luisterde naar stem noch teugel en vloog zijn metgezel achterna. Tegen zulk een dolle galop was de exhuzaar niet in het minst meer bestand. Alles draaide en werd vuur en vlam wat voor zijn ogen kwam. Hij waggelde, gilde, schreeuwde en vloekte... en eindelijk, toen zijn paard over een hek sprong, viel hij eraf en... brak de hals.

Dat Willem zich meer met het hollende paard bemoeide dan met de catechismusman die ervan afgetuimeld was, laat zich geredelijk begrijpen: dit beest, zonder enig bestuur, de onbeteugelde loop hebbend, ontzag niets en bracht de jonge edelman, die geen kamp wilde geven, op zulke verschrikkelijk onbegaande wegen, dat eerst het vluchtend paard en kort daarop de adellijke jongeling zelf, een poot en een been braken.

De boeren in deze omtrek, die zo wel deze allesvernielende paarden als de dolle edelman junior kenden, zegenden de barmhartige Hemel in hun harten en in hun binnenkamers, dat eenmaal surséance verleend was geworden op het omverrijden van hun ongehuwde dochters, dienstmeiden, kinderen, enzo-

[pagina 30]
[p. 30]

voort en op het vernielen en vertrappen van hun moestuinen en pas bezaaide koren- en haverlanden.

Hoe de adellijke familie gesteld was toen Willem, al kermend, met een gebroken been op een draagbaar werd thuis gebracht, en men de edelman verzocht orde te willen stellen zo op de catechiseermeester, die de hals, als op het paard, hetwelk zijn poot gebroken had, kan elk gevoelig lezer zich gemakkelijk verbeelden. Weeklagen van onderen tot boven, schreien, verbaasdheid, ontsteltenis, bezwijkingen, wanhoop enzovoort, van het ene einde tot het andere, maakten het adellijk treurtoneel uit. Drie, vier boden werden er gelijk afgevaardigd naar de voorname en beruchte heelmeester, die door mevrouw, ter gelegenheid van Willems oren, onder het burgerlijk canaille gerangschikt was geworden.

Bezwaarlijk liet de esculaap zich bewegen, om ten huize van de edelman te verschijnen. De veelvuldige tranen der bedienden echter, welke om hem heen vloeiden, behaalden de overwinning op zijn wakker geworden menslievendheid, en hij ging.

Veel moeite had het in om Willem tot de kuur van beenzetting te bewegen. Hij eiste als een onwrikbare voorwaarde dat de heelmeester hem geen pijn, hoegenaamd, zou aandoen, en dat het been binnen weinig dagen hersteld zou wezen! De chirurgijn werd moeilijk; de edelman werd verlegen en mevrouw weende bitter, omdat het onmogelijke niet mogelijk was. Na veel bidden en smeken, maar inzonderheid door de afgrijslijke smarten welke hij leed, liet Willem zich eindelijk overhalen om zijn been te laten zetten op dezelfde wijs als de gebroken benen van alle andere burgerlijke mensen gezet worden.

Onder het zetten echter toonde Willem zijn instinct. De meester wilde zijn werk verrichten volgens de beste en zekerste regels van de kunst; doch Willem eiste dat zijn been op zulk een manier als hij voorschreef - en dat wiskundig verkeerd was - zou behandeld worden; mijnheer en mevrouw gaven in nederige en

[pagina 31]
[p. 31]

beleefde bewoordingen te kennen, dat het hun hoogstaangenaam zou wezen, en de heelmeester dubbel visitegeld kon rekenen wanneer hij de ongelukkige lijder zijn zin gaf! De heelmeester ontbrandde in edele toorn, vroeg het believen van Willem, zette het been zoals de jeugdige aristocraat hem voorschreef, en het gevolg was dat Willem altoos trekkebenen ging en nooit meer paard kon rijden.

Zo dikwijls de chirurgijn Willem naderhand tegenkwam, kon hij niet nalaten naar dit been te kijken en te meesmuilen. De gang echter welke Willem aannam, deed hem een meer aristocratisch voorkomen verkrijgen dan hij anders gehad zou hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken