Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Geuzen (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Geuzen
Afbeelding van De GeuzenToon afbeelding van titelpagina van De Geuzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.73 MB)

Scans (10.51 MB)

ebook (11.03 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Geuzen

(1965)–A.H. Paape–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 151]
[p. 151]

[IX]

Hoe komt het, hebben velen zich vaak afgevraagd, dat de vonnissen in het Geuzenproces zo zwaar, zo onbegrijpelijk zwaar zijn geweest? Want, zoals ze het zelf tot op het laatste ogenblik gevoeld hebben, zo was het toch ook geweest: wat hadden ze al met al gedaan? En dan wordt er dikwijls gewezen op de februaristaking. Door die staking zouden de Duitsers besloten hebben tot een scherpe represaille op de slachtoffers, die ze toevallig bij de hand hadden.

Het lijkt noodzakelijk om die gedachte weg te nemen. Het proces was al begonnen voor de staking uitbrak. De dagvaarding was al verscheidene dagen daarvoor gereedgekomen, en die wees al duidelijk in de richting van een groot aantal doodvonnissen. De oorzaak voor de strenge aanpak van het Geuzenproces kan niet gezocht worden in die twee dagen, waarop Amsterdam gestaakt heeft. Hoogstens - maar ook daar is geen enkele concrete aanwijzing voor - kan de februaristaking er mede toe geleid hebben dat er niet op grotere schaal gratie is verleend. Maar er is een algemener oorzaak, een oorzaak die - vreemd genoeg - zowel geleid heeft tot de februaristaking als tot de achttien doodvonnissen, een week later. Die oorzaak moet gezocht worden in de groeiende tegenstellingen tussen de Duitse bezetters en het Nederlandse volk.

De periode waarin Nederland de kat uit de boom gekeken had, afgewacht had hoe de bezetting zich zou gaan ontwikkelen, zich in slaap had laten sussen door de meevaller van het gematigde optreden van de Duitsers in de eerste maanden, was voorbij.

Langzamerhand ging Nederland ontwaken. Enkelingen, maar steeds meerderen, gingen beseffen waar het heen zou gaan. Steeds meerderen gingen de behoefte voelen zich te weer te stellen tegen de nazi's. De Geuzen zelf hebben daar in niet onbelangrijke mate toe bijgedragen.

En de Duitsers gingen zien, hoe hun bezettingspolitiek in Nederland, hun poging tot verbroedering, tot mislukking gedoemd was. Ze hadden zichzelf maandenlang wijsgemaakt, hun superieuren in Berlijn voorgehouden, dat Nederland met vaste hand geleid zou kunnen worden in de richting van lotsverbondenheid met Duitsland.

[pagina 152]
[p. 152]

Maar tot hun schrik, hun teleurstelling, hun woede, zagen ze binnen een half jaar dat Nederlandse volk aan hun klauwen ontglippen; moesten ze toegeven, dat Nederland niet voor hun ideologie te winnen was. De tegenstellingen werden scherper, traden duidelijker aan het daglicht. De eerste maatregelen tegen de Joden hadden onrust gebracht, het provocerende optreden van de geestverwanten van de Duitsers, de nsb'ers, die in de herfst en winter probeerden ‘de straat te veroveren’, had in verscheidene steden en dorpen tot ernstige relletjes geleid. De ontevredenheid tengevolge van de rantsoenering van steeds meer levensmiddelen nam met de dag toe. Tegelijk met dat alles verdween bij het overgrote deel van de Nederlanders de twijfel over de afloop van de oorlog. Het falen van de luchtslag om Engeland, het stopzetten van de voorbereidingen van een invasie in dat land, de snelle opmars van de Engelsen in Noord-Afrika, de bereidheid van de Verenigde Staten aan Engeland en zijn bondgenoten economische en technische steun te verlenen - dat alles droeg ertoe bij dat in bezet Nederland de hoop op een uiteindelijke geallieerde overwinning groeide, en voor miljoenen tot zekerheid werd.

 

Zo zien de Duitsers Nederland geestelijk aan zich ontsnappen. Ze vrezen toenemende onrust, toenemend verzet. En ze willen dat zo snel mogelijk de kop indrukken. Ze doen dat op hun eigen manier, met hun eigen methoden. Om ‘schuldigen’ bekommeren ze zich niet. Het is hun te doen om ‘voorbeelden’. Voorbeelden waaruit het Nederlandse volk zal moeten leren dat het zich zal hebben aan te passen, zal hebben te gehoorzamen, zich zal moeten onderwerpen. Onderwerpen aan de nationaal-socialistische politiek en aan de oorlogsdoeleinden van nazi-Duitsland, onderwerpen aan alle maatregelen die de Duitsers in Nederland zullen nemen.

Rustig zal het blijven in Nederland. Elke Nederlander moet het weten: rust, kalmte, gehoorzaamheid, onderworpenheid, want anders...

Dat is de diepere oorzaak van de razzia's, die op 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam gehouden worden, en waarbij ruim 400 Joodse jonge mannen gearresteerd worden en naar een concentratiekamp

[pagina 153]
[p. 153]

gebracht. De relletjes in de Amsterdamse Jodenhoek, waarbij een gewapende nsb'er het leven verliest, de toevallige botsing van een Duitse patrouille met een Joodse knokploeg, dat zijn niet meer dan de terloopse - niettemin aan de Duitsers in de gegeven situatie zeer welkome - aanleidingen.

Maar ze vergissen zich. Amsterdam barst los in een staking, enkele omliggende steden volgen. De Duitsers realiseren zich hun vergissing wellicht niet eens. Te opgetogen zijn ze over de snelheid waarmee ze de staking onder de knie hebben. Dat ze inplaats van rust, onrust en nieuwe bereidheid tot verzet in de hand hebben gewerkt, beseffen ze niet. Ze gaan voort. Rust, kalmte, gehoorzaamheid, onderworpenheid. Voorbeelden moeten er komen.

Die voorbeelden komen. Het hele Nederlandse volk moet het weten. Dáárom wordt aan het proces tegen de Geuzen een zekere mate van openbaarheid gegeven. Dáárom worden er verslaggevers uitgenodigd. Dáárom krijgen die de instructie dat het Nederlandse volk uit hun verslag lering zal moeten kunnen trekken. Dáárom... Het is ook te lezen uit de woorden van de president van de krijgsraad, na het uitspreken van de vonnissen.

De Duitsers vergissen zich weer. Het Nederlandse volk hoort van het proces, leest de - twee kolom - verslagen, verneemt van het lot dat de achttien heeft getroffen. Het Nederlandse volk komt er niet door tot rust, kalmte, gehoorzaamheid, onderworpenheid. De Duitsers vergissen zich, zoals ze zich de hele oorlog door in de mentaliteit van de Nederlanders zullen blijven vergissen. Nederland is verontwaardigd, roept - voorlopig alleen nog maar in het eigen getergde hart - om wraak voor het aan de achttien, en door hen aan Nederland, bedreven onrecht.

Laat ons het woord geven aan een illegaal blad. Niet het eerste van de lange reeks van ondergrondse bladen - dat zou niet meer verschijnen. Maar aan het vierde. Aan Het Parool, in juli 1940 als eenmansblad voor het eerst verschenen onder de titel Nieuwsbrief van Pieter 't Hoen. In het nummer van 9 april 1941 schrijft het over de executies:

[pagina 154]
[p. 154]
Uw reactie op het courantenbericht zal wel dezelfde zijn geweest als de mijne: eerst verontwaardiging, tot machteloze woede uitbarstende, daarna gevoelens van bewondering en dankbaarheid voor en jegens deze, voor ons tot nu toe nog ‘Onbekende Soldaten’ en tenslotte een gevoel van diepe schaamte over eigen gedrag.
Wij roepen het onszelve en ook U toe: Ziet hier de toepassing van het beginsel, dat wij vaderlanders honderden malen hebben verkondigd: ‘Den Vaderland Getrouwe, blijf ik tot in den Dood!’
Welk een nobel voorbeeld gaven deze helden ons. Zij, die hun leven waagden zonder enige zucht naar eer, roem of voordeel, doch met grote kans hun einde te zullen vinden door de hand
onzer beulen, van de verwoesters van ons land, onze beschaving en onze volksvrijheden. Deze mannen handelden en deden de vijand afbreuk, waar zij maar konden en dat met inzet van eigen leven. Welk een voorbeeld voor ons, ouderen en jongeren, die geneigd zijn om altijd nog enige reserves te maken, terwijl het Vaderland alles van ons eist...
Hitler zal niet overwinnen! Het nazidom is niet de bestemming onzer Christelijke beschaving. De leugen, het verraad, het brute geweld, de gelijkschakeling der geesten, de dictatuur, het zijn de machten van het kwaad, die sterker tegenstand ontmoeten, naarmate zij monstrueuser vormen aannemen.
[pagina 155]
[p. 155]
De achttien mannen, die in de strijd vielen, zijn hiervoor het bewijs. Voor ons allen zullen zij zijn een lichtend voorbeeld. Het beste deel der natie zal er door hun voorbeeld van doordrongen worden, dat geen offer te groot is voor de strijd om de vrijheid.

Dat is de zin van hun lijden en van hun dood. Ze hebben zichzelf het antwoord op hun vraag: wat hebben we dan al met al eigenlijk gedaan? - nooit kunnen geven. Maar zelfs al zouden de Geuzen de Duitsers in militair opzicht geen enkel aantoonbaar of meetbaar nadeel hebben berokkend, dan nog hebben ze onschatbaar veel gedaan.

Zij zijn het geweest, IJzerdraat, Kijne, Kop, Keesmaat, Wielenga, Boezeman en al die anderen, die al in de tijd, toen Nederland nog in een geestelijk luchtledig verkeerde, de overtuiging, de bereidheid, de moed bezaten zich te weer te stellen tegen de invallers, de vernielers, de overheersers van ons land.

Zij waren de eersten.

Zij zijn het geweest die van meet af aan getoond hebben dat op onderdrukking maar één antwoord past: verzet. Zij hebben dat verzet gepleegd, op hun eigen enthousiaste, onbeholpen manier; zij hebben in dat verzet bijna alle fouten begaan die maar te begaan waren. Zij waren de eersten.

Niemand, bijna niemand in Nederland had ook maar de geringste kennis van illegale techniek of illegale taktiek; men moest die leren in de harde praktijk van het illegale bestaan.

[pagina 156]
[p. 156]
Zij waren de eersten.
Anderen hebben, gedurende de vijf jaren van de bezetting, in het verzet meer en belangrijker werk kunnen doen. De daden van de Geuzen waren op zichzelf niet van groot gewicht. Wie zal het tegendeel beweren? Maar zij, de Geuzen, zijn het geweest, die velen in den lande hebben wakker geschud, die in en door hun dood de afkeer jegens de bezetters hebben doen groeien, de bereidheid tot het bieden van weerstand nieuwe impulsen hebben gegeven. Het imposant verzet uit de jaren '43-'45 is geen ogenblik los te maken van dit pril begin.
Zij waren de eersten.
[binnenkant achterplat]
[binnenkant achterplat]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken