Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord
Afbeelding van Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoordToon afbeelding van titelpagina van Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (0.69 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord

(1961)–P.C. Paardekooper–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Voor VHMO en ander voortgezet onderwijs


Vorige Volgende

Ww-soorten

24 We kunnen de ww-vormen indelen naar de plaats in de zin. Dan krijgen we pv's, ow's en vd's. Maar welke tweede manier van indelen is er nog?

24 Kijken naar de verbinding met een ander ww. We krijgen dan de volgende soorten:

1 Zelfstandige ww's zijn niet met een ander ww verbonden:

hij (slaapt)
de hele fabriek (werkt)

Daarom kunnen ze behalve met het onderwerp nog heel goed met een ander zinsdeel verbonden zijn; ze blijven zelfstandig:

vader (timmert) een hondehok
het (weegt) [tien kilo]
hij (heeft) [honger]
je (bent) [ziek]

2 Hulpww's van het vd zijn met een vd verbonden:

illustratie

We horen ze gedeeltelijk soms hulpww van tijd, gedeeltelijk hulpww van de lvm noemen.

[pagina 17]
[p. 17]
3 Hulpww's van de ow zijn met een ow verbonden:

illustratie

We horen ze gedeeltelijk soms hulpww van modaliteit, gedeeltelijk hulpww van aspekt noemen.

 

4 Hulpww's van te + ow zijn met te + ow verbonden:

illustratie

5 Hulpww's van aan het + ow zijn met aan het + ow verbonden:

illustratie

25 Geef een paar voorbeelden waarin een ww-vorm eerst ingedeeld is volgens de plaats in de zin en daarna volgens de verbinding met een ander ww.

25 Eerste voorbeeld:

(hij) (zal) wel laat {gegaan} {zijn}

De indeling volgens de plaats in de zin is verwerkt in onze tekens. Dan is zal de pv, maar volgens de tweede indeling is het hulpww van de ow; het maakt het bestaan van de ow zijn mogelijk. Zal is dus de pv van het hulpww van de ow. Op dezelfde manier tonen we aan dat zijn de ow is van het hulpww van het vd, want het maakt gegaan mogelijk. Vervangen we gegaan door bv. gestudeerd, dan wordt zijn onmogelijk:

(hij) (zal) wel laat {gestudeerd} {hebben}

Tenslotte krijgen we gegaan; dat is het vd van het zelfstandige ww.

Tweede voorbeeld:

(hij) (zou) allang beter {moeten zijn}

Zou: pv van het hulpww van de ow (moeten);

moeten: ow van het hulpww van de ow (zijn);

zijn: ow van het zelfstandige ww.

 

26 Geef een derde manier om de ww-vormen in te delen.

26 Een derde indeling gebeurt met behulp van het lv. Ww-vormen die geen lv kunnen krijgen noemen we onovergankelijk; de andere zijn overgankelijk.

 

27 Hebben alle ww's een bvm en een lvm?

27 Alle ww's hebben een bvm; sommige hebben bovendien ook een lvm.

1 De overgankelijke ww's hebben 6 vormen: 3 in de bvm en 3 in de lvm:

[pagina 18]
[p. 18]
overgankelijk:

illustratie

Nummer 3 heeft hier bijna altijd hebben als hulpww, nummer 6 altijd zijn.

Bij de onovergankelijke ww's heeft nummer 3 soms hebben, en soms zijn.

 

Hij had gestolen en hij/het was gestolen zijn ter vereenvoudiging weggelaten; zo ook gevallen met er.

 

2 De onovergankelijke ww's hebben 3 vormen, hoogstens 4. Dat is dus maar één hok: alleen de bvm:

overgankelijk:

illustratie

overgankelijk:

illustratie

overgankelijk:

illustratie

28 Hoe vinden we dus of een gezegde bvm of lvm is?

28 1 Eerst gaan we na of we een overgankelijk of een onovergankelijk ww hebben. We vragen dus: heeft het 6 vormen of maar 3 of 4? Anders gezegd: heeft het twee hokken of één? Heeft het maar één hok, dan is dat automatisch het hok van de bvm. We hebben dan dus een éénhokkig ww, d.w.z. een onovergankelijk ww.

 

2 Heeft een ww twee hokken, dan is het nog de vraag, uit welk van die twee

[pagina 19]
[p. 19]

hokken de vorm uit onze zin afkomstig is. We zoeken dan dus welk nummer het is. Een voorbeeld:

ze (zijn) gevallen

Hij valt, viel, heeft gevallen, wordt gevallen, werd gevallen, is gevallen. Alleen de drie schuingedrukte vormen zijn mogelijk. Vallen heeft dus maar één hok; ze zijn gevallen is dus bvm.

Een ander voorbeeld:

ze (zijn) gezien

Hij ziet, zag, heeft gezien, wordt gezien, werd gezien, is gezien. Alle zes die vormen zijn mogelijk. Zien heeft dus twee hokken, is dus overgankelijk. In welk hok hoort ons voorbeeld nu thuis? Het is nummer 6, komt dus uit het tweede hok en is dus lvm.

 

29 Geef een vierde manier om de ww-vormen in te delen.

29 Een vierde indeling gebeurt met behulp van het onderwerp. Ww-vormen die alleen het als onderwerp kunnen krijgen noemen we onpersoonlijk; de andere heten persoonlijk:

het (regent)
het (sneeuwt)

Iets nauwkeuriger geformuleerd: we noemen een ww onpersoonlijk als het (alleen of in een ww-groep) óf het onderwerp tot het beperkt óf het lv:

illustratie

30 Geef een samenvatting van de ww-indeling.

30 A Indeling naar de plaats in de zin; pv, ow, vd, te + ow, aan het + ow;

B Indeling naar verbondenheid met andere zinsdelen:

1verbondenheid met een andere ww-vorm;
2verbondenheid met een lv;
3verbondenheid met (in hoofdzaak) een onderwerp.

4 Er zijn nog wel meer mogelijkheden om ww's in te delen met behulp van andere zinsdelen waar ze mee verbonden zijn. We kunnen het wkd. vn nemen (zich; vgl. antwoord 84); dan krijgen we wederkerende tegenover niet-wederkerende ww's:

illustratie

5 We kunnen ook een bepaald type niet-ww rest nemen, bv. bakker; we krijgen dan koppelww's tegenover niet-koppelww's:

illustratie

[pagina 20]
[p. 20]

31 Welke verbetering kunnen we nog aanbrengen bij het hulpww van de ow?

31 We vergelijken twee gevallen met elkaar:

illustratie

In het linkervoorbeeld kunnen we geen van de twee ow's weglaten; daar is had dus hulpww van twee ow's. In het rechtervoorbeeld kunnen we elk van de twee ow's weglaten; daar is zal dus hulpww van één ow (nl. van moeten) en moeten is er op zijn beurt hulpww van één ow (nl. van werken).

Hulpww van één ow kan zijn: zal, mag enz.;

hulpww van twee of meer ow's kan alleen zijn: heb en ben;

hulpww van het vd kan alleen zijn: heb, ben en word.

Daaruit volgt dat het hulpww van twee of meer ow's sterk verwant is met het hulpww van het vd. We moeten antwoord 24 dus als volgt verbeteren:

2 a.Hulpww van het vd;
b.Hulpww van twee of meer ow's;
3Hulpww van één ow.

 

Vgl. verder het Oefenboek, oefening 9d, 9e en 11b.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken