Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Syntaktische-elementenlijst (2014)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Syntaktische-elementenlijst

(2014)–P.C. Paardekooper–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

eindgroep van het abstrakte ww-p

De abstrakte eindgroep heeft ruim 30 plaatsen en is het besluit van de kleine zin. Het eerste stuk is de niet-werkwoordelijke eindgroep; die heeft meer als vijf plaatsen voor niet-ww resten die geen vn zijn, dus voor scheidbare delen, zn-patronen met een az, platte onweglaatbare zn-p's bij hebben, houden, krijgen; zijn, blijken; wegen, duren, wonen, kosten, liggen, zitten, staan en andere onweglaatbare zinsdelen die sterk met het hoofdww verbonden zijn.

 

Het tweede stuk omvat bijna uitsluitend de ww-vormen (niet de voor-pv).

 

Er zijn drie types eindgroep:

 

1. een zin heeft enkel een ww eindgroep: de klemtoon ligt bijna altijd op het hoofdww:

dat ie (moet) {leren} {scháátsen}
nou ze (wil) {kíjken}

2. een zin heeft enkel een niet-ww eindgroep: de klemtoon ligt meestal op het zn, bwbn of scheidbare deel daarbinnen:

ⵠ ◻ ○  
  (hou) [je] maar [táái]
  (hij) (is) [erg slím]

3. een zin heeft een niet-ww plus een ww eindgroep: de klemtoon ligt eveneens meestal op het zn, bwbn of scheidbare deel daarbinnen:

dat ie het [góéd] (moet) {keuren}
als ik [óp] (moet) {stappen}
[in de túín] {gewerkt}
[op z'n kóp] {krijgen}
[heel zwaar zíék] {worden}
[op je kámer] (was)

Zie 2.1.2.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken