Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Syntaktische-elementenlijst (2014)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Syntaktische-elementenlijst

(2014)–P.C. Paardekooper–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

ow- en pv-geb. wijs en gebiedend az

A. Vormverwantschap tussen de twee geb. wijzen

1. Ow- en pv-geb. wijs richten zich enkel tot een tweede persoon als ond. of als aanspreking:

even bij die deur {wachten}, jij
(jij) even bij die deur {wachten}
(wacht) (jij) maar even bij die deur

2. Een nul-lv kan verwijswoord zijn naar een plat zn-p als uitloop-lv:

  Ø [op] {rapen}  
(raap) Ø [op]   dat boek

3. Ze kunnen - uiteraard - geen verbinding krijgen met een hulpww van een vd of van twee of meer ow's:

niet te lang {gelopen} {gaan} {hebben} (uitg.)
(ga) niet te lang {gelopen} {hebben} (uitg.)

Met de types hulpww van aan het + ow (gaan, komen, blijven) zijn verbindingen mogelijk:

tot zes uur [aan het] {werken} {blijven}
(blijf) tot zes uur [aan het] {werken}

Ook met die van soms weglaatbaar te + ow zijn verbindingen mogelijk, altans met een niet-woord:

niet zo (zitten} [te kletsen} (of: {zitten} {kletsen})
(zit) nou nergens aan [te peuteren}  

B. Betekenis-verwantschap tussen de twee geb. wijzen

De betekenis is ‘verzoek, aandrang, bevel m.b.t. een of meer aangesprokenen om iets te doen of te laten’. Vaak verzachten bijwoorden dat verzoek enz.:

jongens,   even {komen} {kijken}
jongens, (kom) nou es {kijken}

Maar bij niet-woorden zijn zulke verzachtende woorden zeldzamer:

(wacht) niet op mij
niemand hier [toe] {laten}
nergens aan {komen}

Zie 2.2.8vv.

C. Vormverwantschap met het gebiedende az

Het az is weinig bestudeerd, ofschoon het een heel groot terrein beslaat. Ik noem enkele delen ervan:

 

1. groepen met met een/zonder:

met een jas aan
zonder
muts

2. (half)vaste uitdrukkingen

het huis in en uit
tot
drie keer toe

3. gevallen met heen die tegelijk een vz eisen:

door de sloot heen
over de sloot heen
ᴗ de sloot heen (uitg.)

4. gesprekzinnen:

- wat moet die jongen met die ouders vol onbegrip?
- natuurlijk het huis uit

5. het gebiedende az:

er is met jou geen land te bezeilen; het huis uit

We beperken ons tot het laatste type, omdat het aansluit bij de ow-geb. wijs.

Omdat het huis uit enz. geen ww bevat, vervallen C2 en C3, en blijven alleen C5 en B over:

  het huis uit, jij  
jij, het huis uit (C5)  

Ook hier is de betekenis gebiedend, en wel in hoge mate. ‘Verzachtende’ woorden zijn dan ook niet op hun plaats.

D. Hulpww's en geb. wijzen

Veel hulpww's hebben geen geb. wijs, of enkel een met beperkingen, bv. een verplicht niet-woord:

1. (ga) maar aan het spitten; aan het spitten {gaan};
 
2. lijk maar te slapen (uitg.)
  blijk   (uitg.)
  schijn   (uitg.)
 
3. (lig) maar niet te lang te slapen
  (sta) maar niet te lang te kletsen
  (loop) nou niet te suffen
 
4. a. wil maar niet luieren (uitg.)
  kun   (uitg.)
  mag   (uitg.)
  moet   (uitg.)
 
  b. (ga) maar es goed {sporten}; maar es goed {gaan sporten}
  (blijf) maar lang {slapen}; maar es lang {blijven slapen}
  (kom) maar vroeg {werken}; maar es vroeg {komen werken}
 
5. (heb) maar goed {gewerkt} (uitg.)
  (wees) maar niet {gevallen} (uitg.)
  (word) maar niet zo {geplaagd} (uitg.)
  (wees) maar niet zo {geplaagd} (uitg.)

Sommige ww's hebben geen geb. wijs (4a), andere hebben er als hulpww geen (D2, 4a en 5) en nog andere hebben er ook als hulpww een (1 en 4b).

De regels zijn dezelfde voor pv- en ow-geb. wijs. Bijna geen enkel type hulpww heeft geen enkele beperking.

E. Hoofdww's en geb. wijzen

Hoofdww's die het ond. tot de derde persoon beperken, hebben automatisch geen geb. wijs:

(regen) maar niet (uitg.)
me (dunkt) maar niet

Hoofdww's plus niet-ww rest hebben geen persoonsbeperking:

(regen) Ø maar niet [nat] (2e p)
(laat) (ik) maar niet [nat] {regenen} (1e p)

F. Besluit

Bijna geen enkele groep hulpww's heeft geb. wijzen. Bij de hoofdww's zijn er enkele ‘automatische’ uitvallen.

De verwantschap tussen pv- en ow-geb. wijs valt sterk op. Verrassend is die met de az-types.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken