Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De woeste avonturen van de Bokkerijders (1972)

Informatie terzijde

Titelpagina van De woeste avonturen van de Bokkerijders
Afbeelding van De woeste avonturen van de BokkerijdersToon afbeelding van titelpagina van De woeste avonturen van de Bokkerijders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.84 MB)

Scans (21.64 MB)

ebook (6.06 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De woeste avonturen van de Bokkerijders

(1972)–Theo Pasing, Ger Ramaekers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

X

In 1749 komt er weer enigszins leven in de bandieten. Bokkerijder Geerling Daniels uit Wolfhagen-Schinnen, die in 1743 aan de justitie wist te ontkomen begint omstreeks 1749 de overgebleven bendeleden te verzamelen. Met zijn oude vriend Jonkheer Willem de Garavelle van Geleen slaagt hij er in de bende weer op sterkte te brengen. De Garavelle wordt kapitein. Jonkheer Winandus Duprez van Geleen en Geerling onderkapitein.

Geerling Daniels is op 8 april 1696 geboren in Wolfhagen als zoon van Joannes Daniels en Maria Klinckhamers. Op 18-jarige leeftijd komt hij voor het eerst met de justitie in aanraking. Samen met zijn moeder moet hij in Heerlen terecht staan omdat hij in Heerlen een kalkoen en linnengoed heeft gestolen. Hij huwt op 4 februari 1727 met Anna Winckens uit Schinnen.

Een jaar later is hij in de Douf (Merkelbeek) op dievenpad. Hij steelt er een schaap. Geerling verdient zijn brood als dagloner en schoenlapper.

Hij heeft negen kinderen, waarvan de twee oudsten bij zijn huwelijk met Maria worden erkend.

Als de bende, die uit restanten bestaat, wordt opgerold, heeft zij drie misdaden bedreven. Ongeveer 50 leden afkomstig uit Schinnen, Geleen en de Onderbanken komen voor deze daden in aanmerking. De misdaden zijn: diefstal bij de dames Gadee te Lutterade, een zware mishandeling van Hendrik Petrie en zijn vrouw in Puth-Schinnen een mislukte inbraak bij Willem Ackermans op de Kamp te Nuth. De bende wordt ontdekt, omdat Petrie een aantal overvallers, zoals Frans Hamers en Jacques Dujardin, heeft herkend. Op de pijnbank verraden deze bandieten de andere bendeleden. Geerling neemt opnieuw de benen. Hij vlucht naar zijn zoon Antoon, die met Maria Soons van Landsraad (een gehucht bij Gulpen) was gehuwd en daar woonde. Op verzoek van de schepenbank wordt Geerling Daniels in Landsraad aangehouden. De arrestatie verloopt echter niet zo vlot als de schepenbank heeft gehoopt. Als de justitie voor het huis van zijn zoon verschijnt verstopt Geerling zich op zolder. De gerichtsbode ontdekt hem daar, maar hij moet het met zijn leven bekopen.

Geerling slaat de man zonder pardon dood. Er volgt een urenlange belegering van het huis. De schepen Justenius komt op een gegeven moment uit zijn schuilplaats. Geer-

[pagina 75]
[p. 75]


illustratie
In de Crombacherhof werd Michel Hecktrain door de Bokkerijders overvallen. De hoeve in Spekholzerheide draagt nog steeds dezelfde naam. Hij wordt thans bewoond door de familie Senden-Schrijnenmacher. Het toeval wil, dat eigenaar E. Senden een afstammeling is van de Bokkerijder Manus Senden uit Heerlerheide.


ling ziet de man lopen en schiet hem met een karabijn een kogel in het hoofd. De mannen, die rond het huis liggen zijn niet bij machte Geerling van de zolder te halen. Zij vragen versterking, die hen door de schutterij van Gulpen verleend wordt. Ook nu duurt het nog enkele uren voordat de woeste Bokkerijder zich laat overmeesteren.

Als de mannen Geerling naderen steekt hij zich met een mes twee keer in de buik. De wonden zijn vreselijk diep. Maar nu is het de beurt aan de justitie. Nu kent zij geen pardon met de woesteling. Geerling wordt naar Schinnen gesleept en in het Kasteel Terborg opgesloten. Een paar dagen later overlijdt hij op 28 januari 1751 in de gevangenis aan zijn verwondingen.

Geerling is dood. Een groot aantal bendeleden is door de justitie gepakt, maar nog altijd zijn er Bokkerijders in leven, die de basis leggen voor de beruchtste tijd in Lim-

[pagina 76]
[p. 76]

burg, de periode van de tweede bende onder leiding van chirurgijn Joseph Heinrich Kerckhoffs.

De tweede bende start haar activiteiten op 22 september 1750. Zij plegen een inbraak bij pachter Joannes Jansen van het riddergoed Nierhoven te Lövenich (3 kilometer ten zuiden van Erkelenz) en mishandelen de bewoners. Op 3 januari 1752 wordt Frans Küsters uit Herzogenrath voor 50 jaar uit het land van Herzogenrath verbannen, omdat men hem op heterdaad bij een diefstal had betrapt. In de nacht van 9 op 10 november 1754 wordt er bij Michiel Hechtrain van de hoeve Crombach te Spekholzerheide ingebroken. De Bokkerijders maken echter lawaai waardoor Michiel wakker schrikt. In zijn wei ziet hij, dat twee kerels bezig zijn goederen in zakken te doen. Michiel grijpt een bijl, springt uit het raam en rent de wei in.

De twee mannen zijn zo verdiept in hun bezigheid dat zij de boer niet horen aankomen. Michiel slaat een van hen met de bijl op het hoofd. De man zijgt versuft ineen. De andere kiest meteen het hazepad. De boer gaat achter hem aan, maar de Bokkerijder is sneller. Intussen is de neergeslagen Bokkerijder ook weer enigszins bijgekomen en probeert er eveneens vandoor te gaan. Dat alles heeft tamelijk veel lawaai gemaakt. Andere Bokkerijders, die reeds op weg naar huis waren, keren terug om de in het nauw geraakte complicen te helpen.

De boer komt voor een geweldige overmacht te staan. Alleen zal hij het onderspit moeten delven. Michiel begint daarom luidkeels om hulp te roepen. De pachter en de knechts van de hoeve komen op zijn hulpgeroep af. De Bokkerijders hebben Michiel reeds vastgegrepen, maar als zij de horde knechts op zich af zien komen, verdwijnen zij in het duister. De gewonde Bokkerijder slepen zij met zich mee.

De volgende dag begaat de gewonde man echter een grote fout. Hij gaat naar de dokter in Herzogenrath om zijn wonden te laten verbinden. De schout Johannes Leonard Poyck van Kerkrade heeft echter lont geroken.

Hij geeft opdracht de man in het bosje van Rolduc aan te houden. De argeloze man laat zich overrompelen. Hij wordt opgesloten in het kasteel te Herzogenrath. Op de pijnbank bekent hij, dat hij lid is van een dievenbende en dat hij bij de inbraak bij Hechtrain betrokken was. Hij vertelt verder, dat hij de namen van zijn complicen niet kent, omdat hij zelf uit Bonn afkomstig is, en zich pas enkele dagen in het land van Herzogenrath ophoudt. Ondanks herhaalde tortuur blijft hij bij zijn verklaringen. De justitie komt wel zijn naam te weten. De Bokkerijder noemt zich Andreas Noolbach. Hij moet 13 maanden in de cel op zijn executie wachten. Op 9 december 1755 wordt hij aan de galg te Chèvremont opgehangen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken