Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker
Afbeelding van De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerkerToon afbeelding van titelpagina van De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.22 MB)

ebook (5.63 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker

(1993)–Max Paumen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Inleiding

Het rommelt behoorlijk aan het kolenfront in Europa. De ondergrondse winning in mijnen van zwarte steenkool is in het hele werelddeel op haar retour en wel in versnelde pas. In West-Europa sluit de ene mijn na de andere. In Oost-Europa is men wegens gebrek aan andere betaalbare energiebronnen nog tot de kolen veroordeeld, maar ook daar gaan mijnen dicht en worden mijnwerkers massaal ontslagen; onder de communisten werd niet op een mannetje meer of minder gekeken, en men wil zich aan de westerse economie aanpassen.

Al bijna dertig jaar houden de kolen en vooral de mijnwerkers me in hun ban. De interesse werd gewekt toen in 1965 minister van Economische Zaken drs. Joop den Uyl in de stadsschouwburg in Heerlen kwam vertellen dat de Nederlandse mijnen hun beste tijd hadden gehad. Acht jaar later werden de laatste Nederlandse mijnen gesloten. De ingrijpende operatie, die veel leed onder de mijnwerkers veroorzaakte, is in Nederlands Limburg inmiddels met min of meer goed gevolg geklaard. In Belgisch Limburg, maar ook in Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Spanje en landen van het voormalige Oostblok moet men die lijdensweg nog goeddeels beginnen. Ik was er destijds in Heerlen bij en ik heb nadien voor mijn krant NRC Handelsblad het hele proces, inclusief de herstructurering van het industriële patroon van Zuid-Limburg, beschreven. Ook daarna liet de zaak me niet los. In het begin van de jaren tachtig schreef ik samen met mijn collega ir. Simon Rozendaal, die toen nog redacteur wetenschappen bij de NRC was, een serie artikelen die als onderwerp hadden de vraag of het wel verstandig was geweest om de hele Nederlandse kolenindustrie van de hand

[pagina 10]
[p. 10]

te doen. Opvallend was toen dat België nog grootse plannen had met zijn kolen, die tien jaar later echter zo werden verguisd dat alle mijnen werden gesloten. Tussentijds was ik regelmatig in Belgisch Limburg om daar de veldslagen te verslaan tussen de Rijkswacht en de mijnwerkers, die streden tegen de sluiting van hun mijnen. Zwartberg 1966, waar drie mensen werden gedood, staat nog diep in mijn geheugen gegrift: barricades in de straten, traangas alom, vrouwen en kinderen die in de cafés, waarin ze waren weggekropen, werden beschoten: alsof het oorlog was. In de zomer en het najaar van 1992 en in de winter van 1993 maakte ik een reis langs verschillende mijnstreken in Oost- en West-Europa. Ik was in België, waar de kolenwinning in 1992 geheel werd beëindigd, maar ook in Duitsland en Engeland omdat deze twee landen in West-Europa nog de meest beduidende mijnindustrie hebben. In Nederland rakelde ik de mijngeschiedenis nog eens op. Daarnaast maakte ik reizen naar Roemenië, Polen en Tsjechië kort nadat daar de scheiding met Slowakije tot stand was gekomen. De drie voormalige Oost-bloklanden koos ik uit omdat men ook daar bezig is om - onder veel protest van de mijnwerkers - de mijnindustrie te saneren waardoor vele tienduizenden arbeidsplaatsen op de tocht staan. Tsjechië trok óók mijn aandacht omdat daar dezelfde man als in Belgisch Limburg, crisismanager Thyl Gheyselinck, adviseerde over herstructurering en privatisering. Na al die bezoeken en de gesprekken met vakbonden, mijndirecties, mijnwerkers en vertegenwoordigers van de overheden bleek me dat vooral in West-Europa de mijnwerkers bezig zijn aan ‘De laatste gang’, wat ook de titel werd van dit boek.

Het is geen wetenschappelijke verhandeling geworden; meer een journalistieke beschrijving in een combinatie met oral history. Hoewel ik besef dat uit zuiver economische gronden er voor het grootste deel van de Westeuropese mijnindustrie geen plaats meer is en mijnen op de lange termijn altijd aan hun einde komen omdat het om een uitputtingsindustrie gaat, gaat het me net als de mijnwerkers aan het hart dat een tijdperk wordt afgesloten.

Bij het schrijven van dit boek heb ik bijzondere steun gehad van de Belgen Urbain Grognard uit Genk en prof. dr.

[pagina 11]
[p. 11]

Hendrik Keeris uit Gent, respectievelijk oud-mijnwerker en hoogleraar economie, en van drie Nederlandse oud-mijnemployés: ir. Winand Schiffelers uit Nuth, dr. ir. Jan Stuffken uit Heerlen en de heer Jo Weijnen uit Maastricht. Ze behoedden me met hun wijze raadgevingen voor uitglijders of ze voorzagen me van kostbaar archiefmateriaal, waarvoor ik ze hartelijk bedank. Mijn collega Marcel Haenen van de krant gaf me tekstuele en redactionele tips, waarvoor ik hem bijzonder erkentelijk ben omdat ze mijns inziens de leesbaarheid van het boek ten goede kwamen. Mijn zoon Max Paumen jr., die documentalist is, bediende me gedurende mijn excercitie voortdurend van publikaties in binnen- en buitenlandse media over de Europese mijnindustrie. Daardoor bleef mijn informatie up-to-date, wat nodig was omdat gedurende het schrijven er vele berichten van het front binnenkwamen, die de situatie telkens weer veranderden. Veel plezier heb ik gehad van de verklarende woordenlijst die is gevoegd bij het boek In en om de mijn van het gepensioneerde hoofd Voorlichting van dsm Paul Frische.

Omdat ik altijd wat met kompels heb gehad, draag ik dit boek aan hen op. En aan mijn kleinkinderen Floor en Thomas, die zich - wie weet - in de toekomst misschien toch nog wel eens zullen koesteren in de behaaglijke warmte van de kolen, die evenwel zeer waarschijnlijk nooit meer van eigen (Nederlandse) bodem zullen zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken