Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De hedendaegsche lang-tonge (1774)

Informatie terzijde

Titelpagina van De hedendaegsche lang-tonge
Afbeelding van De hedendaegsche lang-tongeToon afbeelding van titelpagina van De hedendaegsche lang-tonge

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.08 MB)

ebook (5.01 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De hedendaegsche lang-tonge

(1774)–J.A.F. Pauwels–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Op-dragt aen den aendagtigen ende goedgunstigen lezer.

HIer zult gy, mynen Hooggeägten Lezer; wonderlijke zaeken komen te lezen: eensdeels, omdat sy aen U vremt zullen voorkomen, eensdeels om dat sy zonder bewimpelinge voorgestelt zijn; edog, de zelve met gezonde herssens overwogen hebbende, zal deze verwonderinge allengskens verdwynen, gelijk door den opkomenden dagen-raet de dikke dampen des logts verschuyven: Immers, gelijk gy zult moeten bekennen, alles is hier volgens de Waerheyd voorgestelt, die het doel-wit moet zyn, waer nae eenen Schryver sijne Penne stieren moet: voegt hier by eene klaere Uytlegginge van de zaek, door dewelke Gy aenstonds vatten zult, waer in Gy pligtig zyt, en waer uyt Gy vervolgens trekken zult een voorzigtig Gepeys van U te beteren; 't is Dit, dat

[pagina 7]
[p. 7]

den Leermeester zyn moet van eene Tonge, om de zelve als eenen Discipel te formêren in de dagelijksche samenspraeken: Daerom zeyde zeer wyselijk den voorzigtigen Chilon, Dat de Tonge voor het gepys niet loopen mag: Dat is: dat men eerst wel moet overpyzen wat ons te zeggen staet, eer wy het zelve veropenbaren: 'T is nae den Regel van deze Vermaninge, dat, zoo Jonk als Oud, zoo Ryk als Arm, zoo groot als klyn zig behoort te schikken, om te leeren hoe hy sijne Tonge voorzigtiglijk zal bestieren: maer, gelykerwys vele zaeken niet bekomen worden zonder moeyte, zoo moet men, dit zonder eenigen aerbyd te zyn, zig niet laeten voorstaen, want, als'er oplettentheyd ivers noodig is, dan is het zeker in syne Tonge wel te bestieren: Ja hoe meer moeyte eene zaek vereyscht, hoe grootere zorge men tot de zelve moet besteden.

Wat hier voorder toe vereyscht word, zal ik in 't volgende Deel breeder aentoonen, alwaer van de welgeregeltheyd der Tonge zal gehandelt worden.

Twee zaken zyn'er, van de welke ik U, Rypzinnigen Lezer, voor-af deel geven moet:

Ten eersten, imand zoude misschien zeggen, dat vele van deze zinne-beelden uyt andere Boeken hunnen oorspronk nemen: dit bekenne ik geirne voor een groot deel;

[pagina 8]
[p. 8]

maer voege daer ook by: Wat zoude het, by Exempel, aen eenen Schilder baeten verscheyde, zelfs de alderbeste, verven by de hand te hebben, en daer en tusschen de zelve niet weten te gebruyken? Ik, alhoewel geenen Schilder, ende andere met my, vatten ligtelijk, dat de verven niets en baeten als-wanneer den Schilder geene wetenschap heeft van de zelve te Appliceren; waer uyt ik besluyte, dat het aen my wynig ofte niet zoude gebaet hebben, de gelijkenissen by der hand te hebben, ende de zelve niet te konnen toepassen.

Ten tweede: eenen Nauwkeurigen zoude van my somtyds vraegen: waerom ik dit Werk niet breeder hebbe uytgeleyd? en dezen beantwoorde ik aldus: Ik hebbe maer alleenelijk willen de bezonderste fouten voôrstellen, omdieswille dat het buyten myne magt is alle de misbruyken der Tonge optehaelen, hier in volgende den wyzen Raed van den subtielen Poëet Horatius: aldus schryvende:

Sumite materiam, vestris, qui Scribitis, aquam Viribus, & versate diu, quid ferre recusant Quid valeant humeri...

De beteekeninge is, om zoo te spreken, deze:

 
Gy die iets tragt in't ligt te brengen door uw schriften
 
Wilt met een ryp beraed het kaf van't koren siften:
 
Dat is: ziet altyd toe, wat nut of dienstig zy;
 
Aen dezen dient gejok, een ander dient geschry:
[pagina 9]
[p. 9]
 
Let wat uw Penn' vermag; en wilt niet hooger vliegen
 
Of door een' dwazen drift u schandelijk bedriegen:
 
Let of het pak is ligt, of dat het is te zwaer';
 
Iet Schryven zonder magt, is last en groot gevaer.

Op dezen voet hebbe ik willen voortsgaen, niet hooger vliegende, als myne vleugels konnen beryken; dog betrouwende, dat den Lezer dit mijn Werk in dank zal aennemen

Wat aengaet de manier van Schryven, deze is op sommige plaetsen Samenspraeks gewys voôrgestelt, zoo om den Lezer de zaek beter te doen bevatten, als om met de zelve eenige zoetigheyd te mengelen, dewelke hoe vattelyker sy word voorgestelt, hoe sy de zinnen meer verkwikt, aengezien eenvoudige dingen dikwils de kragtigste zyn om te vermaken, zomtyds ook wel de bekwaemste om te stigten.

Voorders ik hebbe tot meerder Onderwys van den Lezer verscheyde Sententien, Getuygenissen, ende Historien hier-en-daer tusschen gevoegt, aengezien doôr deze de zaek bekragtigt word: zoekende aldus meerderen imdruk te veroorzaken op de gemoederen om het nadeel der Tonge, kennende het zelve, te schouwen.

Eyndelijk hebbe goed gevonden het misbruyk der Tonge in den eersten Boek, en het goed gebruyk der zelve in den tweeden Boek

[pagina 10]
[p. 10]

te voegen, om aldus klaeder het een van het ander te konnen onderschyden, stellende, zoo veel het my mogelijk is, het Kwaed tegen het Goed ten opsigte van elk Zinne-beêld.

Zoodan ik verhope, dat mynen aendagtigen ende goedjonstigen Lezer dezen mijnen Aerbyd met de oogen van goedwilligheyd zal aenzien, den welken ik hebbe ondernomen om eene kwaede Tonge te bestraffen volgens verdiensten, op dat hy, is 't dat hy zig pligtig kent, zig voôrtaen beter beraede, om alzoo andere doôr sijn Exempel tot de zelve betragtinge te trekken. Het welke is verhopende, den welken zig met alle Genegentheyd Onderteekent:

 

 

Uwen Bereeden Dienaer

 

J.A.F. PAUWELS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken