Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het avontuurlijk uitzicht. Een essay over literatuur en kritiek (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het avontuurlijk uitzicht. Een essay over literatuur en kritiek
Afbeelding van Het avontuurlijk uitzicht. Een essay over literatuur en kritiekToon afbeelding van titelpagina van Het avontuurlijk uitzicht. Een essay over literatuur en kritiek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.44 MB)

Scans (5.36 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het avontuurlijk uitzicht. Een essay over literatuur en kritiek

(1976)–Carel Peeters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 75]
[p. 75]

XII

Toen Edward Bear op een mooie dag zijn denkplek helemaal had schoongeveegd en er geen stoffige gedachte meer te zien was, haalde hij zijn veertien, of vijftien, potjes honing voor de dag en zette ze allemaal keurig naast elkaar op een schoon plekje. Hij zocht een takje en begon een verhandeling over de veertien, of vijftien, samenstellende delen van intellectuele honing die hij nodig achtte voor goede en levende literaire kritiek.

Het eerste bestanddeel was passie, en Bear wees daarbij op het eerste potje honing dat duidelijk groter was dan alle andere. Tijdens het lezen en herlezen moet er sprake zijn van een sterke wil om iets te weten te komen, alsof men er persoonlijk belang bij heeft; de keuze van het boek heeft nieuwsgierig en leergierig gemaakt en die nieuwsgierigheid wil bevredigd worden.

Als tweede bestanddeel noemde Bear denken, en dat wilde voor hem zeggen dat de passie daardoor niet op hol kon slaan maar gelijke tred hield met het opnemen en in het hoofd prenten van feiten, ze met elkaar in verband brengen en het goed te onthouden. Hierbij diende wel de denkhouding aangenomen te worden, omdat het hier ging om het opnemen, verwerken en assimileren van kennis.

[pagina 76]
[p. 76]

Het bezit van een opvatting over de cultuur, hoe vaag ook, noemde Bear daarna als het derde bestanddeel. Hij vond zelf het verband dat T.S. Eliot wilde leggen tussen cultuur en religie stoffig; cultuur bestaat uit de bestaande en denkbare dingen, zonder metafysische betekenis, en de oneindige combinaties van die dingen, waardoor er steeds nieuwe dingen en ideeën ontstaan. Voor deze bondige formulering nam hij wel de halve denkhouding aan, en dat bleef zo tot hij ook nog had uitgelegd dat naar zijn idee cultuur ontstaat uit het overwinnen van weerstanden, door ‘the recalcitrance of the material the mind works on’, zoals Lionel Trilling het noemde.

Dit had ook te maken met het vierde bestanddeel, dat bestond uit het bezit van kennis. Bear verdeelde die kennis in drieën en wees er ook drie potjes honing mee aan. De eerste was de kennis die men meegekregen heeft met de opvoeding; hij doelde hiermee vooral op de conditionering die veel karaktereigenschappen al vroeg vastlegt. De tweede soort kennis was de ervaring die men met het volle verstand heeft opgedaan: de kennis van mensen, wat men gehoord, gezien en uit vrije wil gelezen heeft. De derde soort kennis betrof de speciale belangstelling en studie, zoals de studie van de literatuur.

Daarna noemde Bear het analytisch vermogen. Zelf had hij eens door de analyse van een situatie - het omvallen van Owl's huis - klaarheid en duidelijkheid gebracht op een manier die Oversteegen ‘structureel’ zou noemen. Piglet noemde het ‘clever’, Owl sprak van een ‘Astute and Helpful Bear’. Het vermogen had alles te maken met het zien van verbanden en patronen in een roman, gedicht of essay zodat de gedachtengang, de ontwikke-

[pagina 77]
[p. 77]

ling van het verhaal en de thematiek duidelijk worden. Het bezit van persoonlijke ideeën beschouwde Bear ook als een onontbeerlijk bestanddeel. Die waren natuurlijk voor iedereen verschillend, omdat ieder zijn eigen combinaties maakt met zijn ‘persoonlijk patroon’ en het ‘cultureel patroon’. Hierop aan sloot het zelfbewustzijn als kritische eigenschap en dat had weer alles te maken met de overtuigingskracht, het onderscheidingsvermogen, de kritische verbeelding, de smaak en de mate waarin men kritiek wilde zien als een ‘art of interesting us in things’, zoals Henry James zegt.

Bear was zo druk met zijn verhandeling dat hij danig de tel kwijt was geraakt. Dat voorkwam tenminste dat hij wanhopig naar zijn vijftiende potje honing zou gaan zoeken. Toen hij uitgesproken was ging hij naar zijn huisje en kwam terug met een grote lege stopfles. Hij zette hem voor zich op de grond en deed de inhoud van alle andere potjes erin. Dat ging niet zo gemakkelijk, zodat Bears linker en rechter poot vol honing kwamen te zitten. Hij merkte het nauwelijks maar likte tijdens het karwei gedachteloos alles van zijn poten, met een gezicht alsof Matthew Arnold gelijk had toen hij schreef ‘that the mind the source of great pleasure’ kan zijn.

Bear voegde alle eigenschappen bij elkaar in de stopfles en vroeg Christopher Robin of hij er een etiketje op wilde plakken waarop in duidelijke letters ‘Intellectual Honey’ stond. Dat was eigenlijk overbodig, want hij wist best wat erin zat, maar het stond wel leuk, zei hij. Tegen zijn vrienden zei Bear altijd dat deze pot honing zijn persoonlijke uitrusting was die hem ‘Ready for Anything’ maakte. Dat was ook zo, want hij voorzag zich altijd van iets eruit als hij avonturen tegemoet ging, en ook tijdens

[pagina 78]
[p. 78]

de avonturen zelf was de pot binnen handbereik.

De samenstellende delen van de intellectuele honing zijn de persoonlijke verworvenheden van een kritikus; de speciale samenstelling ervan maakt dat hij als persoon niet te verwisselen is. Van deze uitrusting maakt hij gebruik als hij boeken leest, bestudeert en erover schrijft, hij wendt het aan. Hetzelfde geldt voor de schrijver van het boek, die zijn tot ideeën gevormde gevoelens, kijk op een verschijnsel in een personage, of tussen personages en de relaties die zij hebben met culturele ideeën of maatschappelijke omstandigheden, op een bepaalde manier tot een roman of gedicht heeft gecombineerd. Literaire kritiek is daarom een ars combinatoria. Het is de kunst van het combineren van verschillende soorten feiten: literaire kritiek legt verbanden binnen het literaire werk zodat het betekenis krijgt; en ze legt verbanden met wat er verder op de wereld wordt gedacht en gedaan. Maar die verbanden kunnen alleen ontstaan doordat de kritikus zijn kennis, zijn voorkeuren, zijn cultuuropvatting, zijn onderscheidingsvermogen, verbeelding, overtuigingskracht, analytisch vermogen, passie om iets weten, aanwendt. Deze combinaties brengen de roman, het essay of gedicht op een ander plan, op het niveau waarop er door mensen over gepraat en gedacht kan worden: omdat er lijnen zijn getrokken naar de belangstelling en de dingen die mensen bezighouden, dingen die ze willen weten of gebruiken.

Omdat het gaat om verbindingen tussen verschillende soorten ideeën en kennis, die tot verschillende levensgebieden behoren en daarin geen definitief vastliggende rol vervullen, kunnen die combinaties niet weten-

[pagina 79]
[p. 79]

schappelijk zijn. De overtuigingskracht van de kritikus komt daarvoor in de plaats en is afhankelijk van de redenering en van de kwaliteit van de ideeën die ontstaan uit de nieuwe verbindingen. De ‘ars combinatoria’ is een kunst, zodat er op een creatieve manier te werk gegaan moet worden. De kritikus loopt daarom voortdurend risico's omdat hij een roman of essay uitdaagt. Hij is weliswaar ‘uitgerust’ om die risico's te overwinnen, maar in die uitrusting zitten zoveel onzekere elementen dat zijn verbeeldingskracht het druk heeft.

De ars combinatoria maakt de literaire kritiek tot een genre dat dicht bij het essay komt. Het heeft een eigen instrumentarium van begrippen, ideeën, generalisaties. Het is een onderdeel van de literatuur als een ‘criticism of life’. Deze formule van Matthew Arnold betekent dat de literatuur gezien wordt als een middel de werkelijkheid te onderzoeken, onderscheidingen aan te brengen en te beoordelen. Het is een voortdurend proces van assimilatie en afstoting.

Maar om tot die assimilatie en afstoting te komen moet de literaire kritiek het karakter hebben van een ontdekkingstocht en gepaard gaan met de passie om te weten, in de wetenschap dat alle kennis, van welke aard ook, met elkaar samenhangt. Maar niet minder in de wetenschap dat eigenschappen, vermogens, obsessies, ideeën verschillend verdeeld zijn. Zo zal men met sociologische kennis weinig kunnen vinden en uitrichten in het werk van Van Oudshoorn, omdat het in zijn werk vooral om een psychologisch patroon gaat; in het werk van Ethel Portnoy zal enige kennis van de cultureel-antropologische manier van kijken wel iets boven water kunnen halen. Zo is het ook met het werk van Hermans waar-

[pagina 80]
[p. 80]

van de samenhang tussen psychologie en filosofie in het oog springt. Bij Gerrit Krol is de polemisch anti-metafysische instelling verpakt in een groot aantal andere obsessies enz. Het uitzicht van een literair kritikus is bijzonder avontuurlijk als hij de literatuur als betekenisvol en als een vorm van kennis ziet en het risico aandurft om die betekenis te gebruiken om verbanden te leggen die niet eerder bestonden.

Edward Bear heeft eens argeloos het paradigma geformuleerd dat in het hoofd van een literair kritikus zou moeten zitten: bij het zien van zijn denkvriend Rabbit ontwikkelde zich deze gedachtengang in zijn hoofd: ‘Aha!’ said Bear (Rum-tum-tiddle-um-tum) ‘If I know anything about anything, that hole means Rabbit,’ he said, ‘and Rabbit means Company’, he said, ‘and Company means Food and Listening-to-Me-Humming and such like. Rum-tum-tum-tiddle-tum.’ Het bewonderenswaardige aan deze manier van denken is de samenhang tussen de dingen die wordt opgemerkt, de ‘honey-like thinking’ die eruit spreekt, waardoor Rabbit niet alleen goed gezelschap, wat te eten en een gewillig oor betekent, maar ook nog de bron is voor een goede stemming die kan leiden tot rum-tum-tiddle-ums.

Aldus is het met de literaire kritikus, die uit nieuwsgierigheid op avontuur gaat om bij terugkeer te vertellen hoe mooi, interessant, slecht, hartverscheurend, spannend, moeilijk en gevaarlijk het allemaal was. Zijn reisverslagen zitten vol feiten, analyses, inzichten en ideeën. Ze zijn geschreven met de passie om anderen te winnen voor een schrijver, interpretatie of visie.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken