Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hollandse pretenties (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hollandse pretenties
Afbeelding van Hollandse pretentiesToon afbeelding van titelpagina van Hollandse pretenties

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.16 MB)

Scans (19.37 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hollandse pretenties

(1988)–Carel Peeters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]
Zoeken en vinden zijn één
Carry van Bruggen
[pagina 5]
[p. 5]

Vooraf

Tijdens een diner zit een jonge criticus in de buurt van de gerenommeerde schrijver over wiens laatste roman hij zojuist een kritiek heeft geschreven. De schrijver is in gesprek met een dame tegenover hem. Ze heeft het met de schrijver over de kritiek van de jonge criticus: wat hij er van vond? Had de criticus hem recht gedaan? De criticus concentreert zich uit alle macht op zijn bord, maar zijn oren openen zich zo wijd mogelijk om het ongetwijfeld complimenteuse antwoord naar binnen te laten vloeien. Och, antwoordt de schrijver, ‘it's all right - the usual twaddle.’

‘Het gebruikelijke gezwets.’ Dat te horen is geen geringe klap voor de jonge criticus. Niet vrij van ambitie leefde hij zelf in de veronderstelling dat hij een aantal elementen in de roman had aangestipt die niet van oppervlakkige lezing getuigden, hij had zich er niet van afgemaakt, sterker, hij had zelfs het gevoel dat hij daar de kern van de schrijver te pakken had.

Met deze situatie begint het verhaal ‘The Figure in the Carpet’ van de Amerikaanse schrijver Henry James, een verhaal over de tantaliserende ervaringen van een jonge criticus met het werk van de schrijver Hugh Vereker. Wanneer schrijver en criticus elkaar na afloop van het diner spreken kan de criticus zich enigszins herstellen van de klap. De schrijver had het niet zo kwaad bedoeld, hij

[pagina 6]
[p. 6]

vindt de kritiek in feite ‘charming’ en ‘awfully clever’. Waar hij in het gesprek met zijn tafeldame vooral lucht aan had gegeven was zijn eigen onlustgevoel, want juist bij het lezen van zulke schrandere en intelligente artikelen over zijn werk voelt hij zich een mislukkeling: zelfs deze spitse jongeheren of dames zijn niet in staat in zijn werk te lezen waar het hem eigenlijk om gaat. Ze weten niet de vinger te leggen op wat hij zijn ‘little point’ noemt. ‘Little point’ is een eufemisme. Volgens Vereker is dat ‘little point’ bij elke echte schrijver ‘the passion of his passion, the part of the business in which, for him, the flame of art burns most intensely.’ Natuurlijk vraagt de jonge criticus, nu ze toch zo geanimeerd over de diepere dingen van het schrijven zitten te praten, wat dat ‘little point’ in het werk van Vereker dan is. Maar die vraag wuift Vereker weg: hij denkt toch niet dat hij dat hier even langs zijn neus weg gaat vertellen? Wat de criticus krijgt zijn niet meer dan toespelingen, suggesties, vage indicaties en elke toespeling overtuigt hem er meer van dat het hier wel moet gaan om het epicentrum van diens schrijverschap, om the heart of the matter.

Hoe het verhaal zich uiteindelijk ontwikkelt is van ondergeschikt belang, van belang is dat de criticus koortsachtig aan het werk gaat om het geheim (the figure in the carpet) in het werk van Vereker te ontdekken. Het wordt een obsessie, hij plaagt er zijn vrienden mee, het laat hem niet los, maar hij vindt niet wat hij zoekt. Natuurlijk vraagt hij zich wel eens af of er wel een geheim is.

Essayisten, polemisten en critici hebben ideeën en pretenties, maar die hangen in alles samen met wat ze zijn: hun karakter, temperament, emoties, mentaliteit, psychologie. Daarvoor zijn het essayisten en geen beoefenaars van een wetenschap. Hun hersens hebben emoties en hun ideeën zijn speculaties over het concrete bestaan.

[pagina 7]
[p. 7]

Daardoor ontstaat in hun werk een karakteristiek ideografisch patroon: ideeën die voortkomen uit de wisselwerking van temperament, leven, denken en schrijven.

 

De essays en kritieken over essayisten, polemisten en critici in Hollandse pretenties zijn allemaal geschreven met het idee dat ik dit ideografische patroon op het spoor moest komen, in de veronderstelling dat ik dan ‘the very passion of their passion’ zou vinden. Omdat dit zelf ook weer essays zijn doet deze wisselwerking zich onvermijdelijk ook hier voor. Zo maakt het een groot verschil of men zich thuisvoelt bij de essays van Rudy Kousbroek of bij die van Andreas Burnier, of men het menselijk ego als een noodzakelijke hulpconstructie ziet of als een verderfelijke pretentie die het onheil in de wereld brengt.

Dat Vereker zo geheimzinnig doet over die passie der passies in zijn werk en dat we er uiteindelijk niets over te horen krijgen heeft alles te maken met de bedoelingen van Henry James met dit verhaal. Misschien is er een geheim, maar misschien ook niet en is het alleen maar Verekers wens zo'n geheim te hebben, iets dat hem voorthelpt, een verschuivende horizon, terwijl hij jaagt op iets waarvan hij zelf niet precies kan zeggen wat het is. In al die verschillende essayisten, polemisten en critici die hier aan de orde komen bevindt zich een essayistisch temperament en daarin verschuilt zich die passie der passies, die ze misschien zelf niet helemaal kunnen overzien, omdat ze niet overal tegelijk kunnen zijn. Het heeft een karakteristieke samenhang en een kern, die ontstaat uit de chemische reactie als gevolg van de combinatie van literaire smaak, de filosofie waarmee ze zich verwant voelen, het politieke richtingsgevoel, de morele instelling en de persoonlijke neigingen. Waar dit alles in hun ideeën samenkomt, daar gaat het mij om.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken