Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh (1648)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh
Afbeelding van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sanghToon afbeelding van titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.79 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

(1648)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio  A8v]
[fol.  A8v]

VVie begint, die wint.



illustratie
In magens et Volnisse sat est


 

BEllerophon (so de Poëten dichten) was de Sone van Glaucus, Koning der Ephyreen, door wiens deugdlijcke schoonheyt Stenobaea, de huysvrouwe van Praetus, Koning van Argiven (te vergeefs) verlieft zijnde, hem beschuldight heeft van nood' dwangh, waer over hy hem naer Lyceam tot Iobatem den Koning gesonden heeft om gedood te werden, maer dese niet willende sijn huys met het bloed deses edelen Jonghmans besmetten, heeft hem ten strijde gevoert tegen de Solimos. Maer als hy die selve oock door sijne dapperheyt hadde overwonnen en vele gevaer uytgestaen, wierde hy ten laetsten nae het ysselijcke monster Chymaera ghesonden, 't welck hy door de hulpe van Neptunus, met het paert Pegasus, oock mannelijck heeft gedoodt, en 't landt van dat grouwlijck gedrochte verlost. Wanneer hy daer na, als door een hoogher geest gedreven, oock met Pegasus hoogher dingen wilde ondersoecken, is hy (naer beneden siende) daer afgevallen. Hier uyt nemen vele, dat sijne wille tot hooghe saken is te prijsen, al is 't schoon dat hy tot sijn wit niet is gekomen: In magnis & volnisse sat est. Eenige houden dit voor een historie, andere voor een Physische

[Folio  B1r]
[fol.  B1r]

of natuurlijke beschrijvinge. ander voor een Ethisch of leerlijk bediedsel. altijt dit isser van, dat wy daer door worden geleert niet te suffen inde aengevangene loop-bane des levens, maer dat wy altijd moeten voortvaren, om de wetenschappen meer en meer te ondersoecken, en niet doen als de Boer by Horatium, die altijd overleyde hoe hy een huys wilde bouwen, maer nimmermeer begost hy een steen aen te leggen, over sulcks wierde sijn huys noyt begost. So doen oock vele, die door hare te groote neuswysigheyd, vele dingen weten over te leggen, maer onderstaen nimmermeer hare gedachten in 't werck te stellen.

 
VVie altijdt dreygt, en noyt begint,
 
Die vanght een vuyst vol losse wind:
 
Met dreyghen word geen dingh gewrocht,
 
Noch yet dat treflijck is volbrocht,
 
VVie slechts wat deftigs neemt ter hand,
 
De lust daer toe die is geen schand:
 
Al blijft hy steken in sijn vlijt,
 
Soo prijst hem evenwel de nijd.
 
BEllerophon, most ghy dus na de wolcken vliegen,
 
En op Minervas Hengst den Hemel oock bespien?
 
Dijn swacke lust, eylaes! sal 't willig hert bedriegen,
 
Want hy valt onbedacht die 't over al wil sien.
 
Wist ghy niet wie den brandt der zonnen wil genaken,
 
Smelt door te grooten hitt', door 't scheemren van 't gesicht?
 
Wie met sijn teer vernuft wil alle wijsheydt smaken,
 
Die valt al eer hy 't weet, en sneuvelt al te licht.
 
En evenwel dijn Ziel is waerdigh om te prijsen,
 
Die met een fris gemoed, yet Godlijcks heeft bestaen,
 
Dijn hoogh-verheven geest krijght d'eere van de Wijsen,
 
Vermidts dijn kloeke breyn yet treflijcks heeft gedaen.
 
‘Wie altijdt leyt en peynst en nimmer derf beginnen,
 
‘Wie altijdt overleght de swarigheydt van 't werck:
 
‘Wie altijdt leydt en maelt en rammelt met de sinnen,
 
‘Bouwt nimmermeer een huys, en minder noch een kerck.
 
‘Slaet handen aen den ploegh, en legter niet te wroeten,
 
‘Te spelen met u breyn, maer grijpt de steenen aen,
 
‘En metselt metter daed: de Konst sal u gemoeten:
 
‘Hy heeft genoegh gewilt die 't slechts heeft onderstaen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken