Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh (1648)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh
Afbeelding van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sanghToon afbeelding van titelpagina van Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.79 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh

(1648)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio  C7v]
[fol.  C7v]

Hy graeft sich selve een Kuyl.



illustratie
Malu consilium consultorj. pessimum


 

WIe om sijn naesten verdriet aen te doen, listen bedenckt, draeght aller menschen vloeck, en valt selve inden kuyl die hy voor anderen heeft gegraven. Wanneer Phalaris de Tyran van Agrigenten, om sijn grouwlijcke moord-lust daeglijcks nieuwe manieren van wreedheden bedachte, heeft Perillus, om sijnen Koningh eenen dienst te doen, gegoten een koperen Stier, dewelcke gloeyend gemaeckt zijnde, ende een mensch daer in gesloten, een seer ellendigh en ysselijck gebaer en gekrijt maeckte: Wanneer hy daer voor een goede vereeringe verwachte, liet hy Perillum daer eerst in steecken, en seyde: 't sou onbehoorlijck wesen dat ghy niet eerst soud beproeven wat konst ghy voor den dagh gebracht hebt, en liet hem daer inne verbranden. Soo slaet de ontrou sijn eygen Meester, en word alsdan van niemand beklaegt. De Tyran Phalaris selve is niet vry gegaen, wanneer hy (na sijn lange en over-groote moorderyen) de Burgeren tot wan-hope gebracht hadde, zijnse selve op hem gevallen, en hebben hem in desen gloeyenden Stier gesmeten, en met een vreesselick geloey doen verbranden. En heeft also beyde Heer en knecht een rechtvaerdige straffe op haren halse gehaelt.

[Folio  C8r]
[fol.  C8r]
 
Wie hier sijn even-mensch beswaert
 
Moet wesen van een Tyghers aert.
 
Een yeder kan dit wel bevroen,
 
Wat ghy niet wilt u selve doen,
 
Dat doet geen ander tot verdriet:
 
Want dit is doch de Liefde niet.
 
Het net dat ghy een ander spreyt,
 
Dat is een strick voor u bereyd.
 
De mick die ghy voor and're maeckt,
 
Die is een galgh daer ghy aen raeckt.
 
Dus wildy wesen wel bemind,
 
Tot 's naesten quaed geen list versint.
 
DE steen verplet den kop van die sy heeft gedreven,
 
En steygren doen om hoogh, door een geswinde vondt:
 
Perillus had hier van den eersten raedt gegeven,
 
Dies was hy 't eerste Wild in sijnder Stieren mondt.
 
Doen Phalaris uyt lust van wreetheyt socht te branden
 
d' Onnoosele gemeent: De Vinder van de straf
 
Most eerst aen dese steen, en aen dees klippen stranden,
 
En sijn Metalen Bul, die was sijn eygen graf.
 
De stricken eerst geleyd, de netten op-gehangen
 
Verwarren 's Jagers list, en brengen hem om hals:
 
Hy wordt in d'eygen bast geworpen en gevangen,
 
Want dit 's der vleyers loon, al zijnse noch so vals.
 
Een ander juycht van verr', en niemandt heeft ontfarmen,
 
Elck lacht in sijne vuyst, en seght: dit is de Man:
 
Laet hem dees loose schalck nu rooften en verwarmen,
 
En bulcken wat hy mach: hy is daer Meester van.
 
‘Wilt breydlen u gemoed, noch tot des naesten smerte
 
‘Bedencken eenigh quaed. Onthoud dit eens voor al,
 
‘Wie tot des naesten leet bouwt listen in sijn herte,
 
‘Draeght aller menschen vloeck, en siet sijn eygen val.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken