Bellerophon of Lust tot wiisheit, Gesangh der zeeden, Urania of Hemel-sangh
(1648)–Dirck Pietersz. Pers– Auteursrechtvrij
[pagina 84]
| |
Stemme: Quand jo miro le Rose.
| |
[pagina 85]
| |
Verschijnen in Godts Tempel,
Verwellekomt, in sijn gewijde drempel.
4. V Harpen en Tamboeren:
O Engeljes! wilt roeren:
En met u lieve keeltjes,
Nabootsen 's Hemels veeltjes,
En soo veel vreughd verwecken,
Dat u gesangh, mach alles over strecken.
5. O Dwingh-landt! Kinder-moorder!
O schandt-vleck! Rust-verstoorder!
Vol ziddren, angst en beven:
Ons Koningh moet doch leven:
Hoe dat ghy moordt de zielen,
Ons Koningh leeft, die kondy niet vernielen.
6. Is oyt in 's Hemels wooningh,
Verwelkomt eenigh Koningh?
Soo zijn dit sijne boden,
Dees liet Herodes dooden:
Vyt vreese van sijn Rijcken:
Ons Koningh leeft, en heerscht hier eeuwighlijcken.
‘7. Wie tegen Godt wil kampen,
‘ Wort overstulpt met rampen,
‘ Sijn prickel is te krachtigh,
‘ En sijne handt almachtigh:
‘ Dus staeckt u moorderyen,
‘ Ons Koningh leeft, dies suldy niet bedyen.
8. O Hemels Choor wilt krielen,
Vol blijdtschap om dees zielen,
Ontfanghtse met schalmeyen,
En met vergode Reyen:
En singht Godt der Heyrscharen:
Godt Zebaoth, dat die sijn volck wil sparen.
|
|