Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio *2r]
[fol. *2r]

Den Konstlievenden Heere, Michiel le Blon, Agent wegen de Kroone en Koninginne van Sweden, by zijne Mat van Groot Britannien.

MYN HEERE:

 

Of schoon de Konsten en Wetenschappen, door het onweder der verbolgentheden en drift der verwoede krijgswapenen, hier en daer, hebben schipbreuck geleden, niet te min zijn dieselve, door de wackerheyt der geesten, noch altijt, in haer weesen behouden. Dat sulx waerachtig zy, betoonen ons de overblijfselen der konstige werken, die de voorgaende eeuwen ons hebben naegelaten: want de Konsten en Wetenschappen, volgen, hier in, de vruchtbaere jaren, die hoe zy meer van den Hemel werden begonstigt, te meerder vrucht leverense, hunnen Heere, weder: van gelijcke aert zijn oock de konsten, hoe die in voorspoediger tijden werden gequeeckt, soo brengense ons mede overvloediger spruyten, van haere volmaecktheyt, voor den dagh: gelijk men 't selve aen de bloeyende eeuwen, en aen de barre tijden, seer wel weet te onderscheyden. Onse Eeuwe, schoon die over al, door krijgs-geschrey is vervult, en in opgestegen vlamme blakert, niet te min behouden de konsten, ook midden onder de krijgstrompetten, eenighsins daer in haeren luyster: daer toe dan geene yveraers ontbreecken, die dieselve met alle vlijt, helpen bevorderen. Ick dan, willende onse eeuwe, met eenig blijck van toegenegentheyt vercieren, heb dit boek Iconologia, van den Romeinschen Ridder Cesare Ripa, tot vorderinge der Deughd, Konsten en Wetenschappen, in onse

[Folio *2v]
[fol. *2v]

Nederduytsche taele overgestelt, en u E E. 't selve, als eenen rechten Moecenas, willen opdragen: te meer u E E. my daer toe niet alleene ernstig heeft aengeraden, maer oock, als met spooren voortgedreven, dat ick dit werck, tot dienst en nut der konsten en liefde der Nakomelingen, niet behoorde te staken. Ick dan, als van nieuws opgeweckt, hebbe 't selve soo veele te ernstiger bevordert, als ick daer toe yvrigh wierde aengeport, en 't selve, door des Heeren genade, oock ten einde voltrocken. En gelijck Apelles zijne konst opentlijck vertoonde, op dat hy eens yders oordeel mocht verstaen, lettende alleene op den verstandigen, soo breng ick dit werck oock voor den dagh, op dat het van ygelijck gelesen, van gonstige gemoederen bejegent, en niet met al te nauwkeurige oogen mag werden belonkt. Hierom heb ick 't u E E. oock te liever willen toeschrijven, als die uyt opener inborst en zeedige Hoofsheyt, der vrienden feylen niet alleene gonstig over 't hooft siet, maer ook verschoont, en die daerenboven sich, van kindsbeenen af, in de goede konsten en wetenschappen geoeffent en verlustigt hebbende, dieselve, als noch, met een vaster en rijper oordeel, beyvert en bevordert. Van de nuttigheyt deses Boex sal ick niet spreken, alsoo 't werck selve, door den menighvuldigen druck, en de uytnemende verbeteringe veeler geleerder Mannen, daer van kan getuyghnis geven.

En alsoo dit boeck, van soo veele Edele, hooge, geleerde en weetgierige Mannen, met soo grooten yver en lust is aengenomen, ben ick dier vaster meeninge, dat het van u E E. in geen minder waerde sal werden gehouden, maer na u E E. genegene bescheydenheyt, also werden bevordert, dat het allen konstlievenden, soo der deugd, geleertheyt als eerlijcke weetenschappen, sal werden aengepresen. Mijn Heere: Onfangt dan 't selve, met soo groote toegenegentheyt, als 't u E E. Achtbaerheyt wort opgedragen, van u E E. dienstwillige

 

D. PIETERSZ PERS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken