Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Emulatione. Afgonst, Prickel tot eere. Strijd om leer, is prickel van eer.

Een vrouwe die een schalmeye in de rechter hand houd, en in de slincker een eycken krans, met een palmtack met quispels en lovers geciert, en voor haere voeten plockhayren sich twee haenen.

Hesiodus bewijst in 't begin van sijn boeck van de wercken en daegen, dat de prickel tot eere en een goede naeme, seer loflijck is, aengesien door soodaenigen strijd, de deugdsaeme oock strijden met die geene, die neffens haer loopende, wat schijnen voor uyt te winnen. De meeninge Hesiodi is dusdaenig:

 
D'een buyrman draegt den andren haet,
 
Om dat het d'een wat beter gaet:
 
D'een Smit den andren Smit benijt,
 
D'een Backer doet den andren spijt.
 
D'een Beed'laer d'ander is verdriet,
 
De Speelman acht den Pijper niet.

Hier uyt komt het spreeckwoord: Figulus Figulum odit, 't is d'eene Beed'laer leet dat d'ander voor de deure staet. En dit sietmen doorgaens onder alle konstnaers van eenen handel, hoe deugdig oock dieselve zijn, dat d'eene den anderen haet. Daerom siet men dagelijx dat de studenten des anderen werck verkleynen en lasteren, want sy benijden het goed geruchte van hare deugdelijcke landsluyden; en 't gebeurt dickwils, dat zy die geene, nae haer dood, prijsen, die zy, by haer leven, hebben veracht: zijnde de student beweegt, en dat door een sekere eergierige nijdigheyt van eere, die in hem verweckt is, door den prickel van een heerlijck gerucht; begeerig zijnde om alleen uyt te munten door de hoogheyd, en voor d'opperste boven alle andere

[pagina 22]
[p. 22]

gehouden te worden; en soo slooft en pijnt hy sich af, om te geraecken, jae boven te komen, alle de teyckenen van volmaecktheyd.

't Hierogliphisch beeld van 't goed gerucht, is de Trompet, bediedende vermaertheyd en een goede naeme, seyt Pierius, want dieselve moedigt den soldaeten en wecktse op van den slaep. Insgelijx doet oock de Trompet van een goed geruchte, want zy weckt de deugdlijcke gemoederen op van den slaep der luyheyt, en maeckt datse altijt op den schildwacht staen, zijnde vrywillig, alleen om een goede voortgang te doen in haere oeffeningen tot een eeuwige naeme en eere. Van gelijcken doet oock de Trompet, die de gemoederen der soldaeten ontsteeckt, en doetse nae den krijg vlammen. De Trompet van een goed gerucht en eere, ontsteeckt mede de gemoederen tot een prickel van de deugd. Waer over Plutarchus aldus van de zeedelijcke deugd seyt, de Wetgevers verwecken in de steden eergierigheyt en afgonst, maer tegens vyanden gebruyckensc trompetten en fluyten, om den vlam der gramschap en begeerte van te vechten, te ontsleecken: En voorwaer soo isser geen sake die de gemoederen totte deugd meer ontsteeckt als de trompet van lof en eere: en dat insonderheyd in den Iongelingen.

De krans en de palm geciert met quispels, is een beeld van de belooninge der deugd, waer door de deugdsame in geduyrige strijd en afgonst staen.

De eyckekrans was in 't schouspel van Romen, een beeld van de belooninge der deugd, en waeren de Redenaers van de Latijnsche en Griexsche Prosa, de Musiciens en de Poëten daer mede gekroont, gelijck Martialis seyt. Ick sou dit konnen bevestigen met'et opschrift van Lucius Valerius dat hy van sijn dertiende jaer te Romen onder de latijnsche Poëten is gekroont geweest, inde kamp van Iupiter Capitolinus, die van Domitianus was ingestelt, gelijck Suetonius verhaelt. En hoewel in 't opschrift de eycken kroone niet word uytgedruckt, niettemin magmen dit anders niet verstaen, want in den strijd van Iupiter Capitolinus wierden de overwinners met eycken blaeders gekroont.

Van de Cytherspeelders seyt Iuvenalis: Pollio verwacht de Capitolijnsche eycke kroon, en de Histrioni of kamerspeelders mede, gelijck in het opschrift van Panuinus blijckt.

De palm en krans die met quispels is geciert, was oock de belooninge die aen de eerste overwinnaers wierde gegeven; maer de tweede kregen de krans mette quispels niet, gelijck Scaliger segt uyt Ausonius. Alhoewel de kranskens waeren kleyne bosselkens van witte wolle, gelijck Festus seyt. Maer men vindt oock, dat de kranskens van veele genomen worden datse van goud en syde sijn gemaeckt geweest. Daer over leestmen by Alexander van Alexandro, dat de Italianen de quispels alleen van goud vereerden. En Sidonius de Poëet seyt, Palma serica, dat is een Palm, met knopen en quispels van syde geciert. Leest Scaliger en Turnebus over dese plaetse, alwaer zy dese palmen en kranskens met quispels aen de eerste overwinners geven. Wy hebben dan dese gestelt tot een teycken dat de Emulatie of Afgonst ons prickelt totte hoogste eere, en tot het verkrijgen van de opperste belooningen.

De haenen die sich te saemen plockhayren, dienen tot een beeld van Afgonst en prickel tot eere. Chrysippus stelt ons de Afgonst en strijd der haenen tot een prickel van dapperheyd. Themistocles moedigde sijne soldaeten tegens de Barbaren, door't gevecht van twee haenen, anders nergens om, dan om daer door de overwinninge te verkrijgen. Waer over oock die van Athenen alle jaeren twee haenen, in haere openbaere schouwspeelen deden vechten, tot een prickel van eere, gelijck C. Rhodiginus verhaelt. Plinius seyt in sijn X cap. dat die van Pergamo alle jaeren een schouspel van haenen toestelden, als oft kampvechters waren. En I. Pollux seyt, dat de Barbaren twee vechtende haenen in haere medaglien sneden, zijnde een beeld van Afgonst, strijd en prickel van eere.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken