Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Seditione Civile. Burgerlijck Oproer.

Een gewapende Vrouwe mette spies in de rechter hand, en in de slincker een Eyckentack, voor haere voeten sullen twee honden staen, die malkanderen aenblaffen: en de tanden sien laeten.



illustratie

Geen ander saecke verweckt de oproeren, oorlogen en Burgerlijcke oneenigheden, als het lichaem met sijne lusten en begeerlijckheden: alle oorlogen, komen voort, om datmen Rijckdom soeckt te verkrijgen, en men soeckt de Rijckdommen met gewelt om 't lichaem te dienen, en 't selve gemack aen te doen: en daerom soeckt men, om sijne lusten te versaedigen, de wille en genegentheden nae te jaegen, die dan oock van de sinnen worden opgestoockt, 't zy door hoope van Rijckdom, of om de Liefde van sijn Beminde, of om staetsucht van te heerschen, of om voorwendinge van hoogheyt: niet willende voor yemant wijcken, maer elck den loef afstrijcken. En door sulcken middel, komen de Burgers den gerusten Staet des Vaderlants te verwarren, saeyende door de stadt misverstanden, gevende sich door een verweckt oproer in de wapenen. Daerom is zy oock gewapent gemaelt. Van dees oproer behoort sich een yder goet Burger te onthouden, om de gemeene rust

[pagina 73]
[p. 73]

wille, en dieselve geheel uyt te roeyen, gelijck Philostratus seght. Derhalven is het een godlose saecke, dat de Burgers, onder haer selve quaed en schelmerye bedencken, gelijck Homerus seyt. Solon is voorwaer in sijne Wet niet te prijsen: wanneer hy een Man oneerlijck acht, die hem niet op d'een of d'ander syde voeghde, wanneerder een Burger oproer ontstonde. Waer van Plutarchus aen Apollonium gedenckt. En in sijne verhandelinge van 't gemeene beste, seyt hy, Men magh niemand beschuldigen, van dat hy sich niet wil voegen nae d'eene syde, om geweld te doen, hem afsonderende van de Burgeren: Maer veel eerder is een gemeen Burger te beschuldigen, die den oproer helpt stijven: En men behoort dien Man niet te lasteren, om dat hy aen der oproerigen ellende geen deel heeft: Want het blijckt dat die Man, sich in 't gemeen, over den ongeluckigen toestand der Burgeren, bedroeft. En men behoort, seyt Plutarchus daer voor al nae te trachten, datter nimmermeer oproer soude mogen komen. En dit is als een Burgerlijcke gauwigheyt voor een groot en heerlijck werck te achten. Daerom behoort een Burger sich in 't begin tusschen de verschillen te stellen, alhoewel die maer particulier of besonder zijn, op datter onder den Burgeren geen oproer geschiede: Want men komt van de particuliere of besondere dingen totte algemeene. Oock komt niet alle brand uyt de groote huysen, maer dickwijls ontsteeckt een verachte vonck of kaersse wel een geheel huys, 't welck daer nae tot een algemeene schaede uytbarst. Dierhalven voeghter Plutarchus by, dit alleene gebreeckter aen een politic Burgerlijck Man, dat hy sijne Burgeren van plichts wegen, eendracht en onderlinge vriendschap leere gebruycken, en dat hy daer nae trachte, dat alle twisten, tweedrachten, oproeren en vyandschappen mogen te niete gedaen en uytgeroyt werden.

De tack van Elce of eycken die zy in de slincker hand hout, wort voor een beeld van Burgerlijck oproer gestelt, om dat dese boomen sich tegens malkanderen stooten en slaen, ter tijd toe dat zy breecken. Waer over Aristoteles door 't aensien van Pericles seyt, dat de Beotiers dese Eycken gelijck waeren: Want gelijck sich dieselve onder malkanderen verscheurden, alsoo sloegen sich oock de Beotiers onder malkanderen. Door welcke beeldenisse wierde verstaen, dat gelijck dese boom groot, sterck, vast, dick, hart en swaer was om te houwen, en mette bijl te kloven, dat zy niet te min, sich onder malkanderen stootende, lichtlijck braecken. Alsoo was mede een Republique, hoewel die oock voorsien en bevestight is, niet lichtlijck door 't swaerd, noch met vyandlijcke macht te winnen, maer als sich de Burgers onder malkanderen stieten, dan vallen zy lichtlijck, en worden geheel, door den Burgerlijcken oproer, te gronde geworpen.

De Honden, die voor haere voeten, malkanderen aenblaffen, dienen tot een beeld van een Burgerlijck oproer, en alhoewel zy beyde Huys-dieren zijn, en van eenderleye aert, niet te min zijnse gewoon, malkanderen aen te blaffen en te plockhayren, 't zy om de spijse, of om de jalousie van de Vrijster, en om sich te tergen, blaffen zy ten laesten en laeten haere tanden sien, niet willende d'een den anderen wijcken: Alsoo oock de Mannen, die, alhoewelse huysgenoten in eene stadt zijn, komen door de geseyde reedenen in twist en verschil, stroyende in haer Vaderland schadelijcke oproeren van Burger twisten, even als dolle beesten en huyshonden, dorstende nae haere medeburgers bloed, die van alle Menschen voor onbeschaemde stoute en boose Menschen worden gehouden. Waer over Cicero seyt in de Oratie voor Sestius: Dese worden quaede en schadelijcke Burgers geacht, diewelcke de gemoederen der Burgeren tot oproer verwecken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken