Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Imaginatione. Inbeeldinge.



illustratie

Een Vrouwe in verscheyden verwen gekleet, hebbende steyle hoofdhayren, en wiexkens aen beyde hoofdslaepen, gelijck Mercurius, en tot een kroon heeftse verscheyden beeldekens van helder bruyn, hebbende de oogen ten Hemel gekeert, staende in gedancken, als ofse in den geest was opgetogen, houdende d'eene hand boven d'ander op de borst.

De inbeeldinge, seght Aristoteles in 't III b. van de ziele, is een beweginge, die in der daed, van de sinnen heerkomt: te weten een kennisse van 't geene dat de andere sinnen, soo wel de gemeene als oock de uytwendige hebben gehoort, en gelijck hy oock in sijn II boeck van de ziele seyt, isse gemeen mette Menschen en Dieren. 't Welck oock van Themistius te gelijck in sijn III boeck van de ziele is uytgeleyt, alwaer hy seyt dat de inbeeldinge volmaeckt en onvolmaeckt is. En om dit van stuck tot stuck te verklaeren en haere beeldnisse uyt te leggen, sullen wy

[pagina 217]
[p. 217]

seggen, dat het kleed met verscheyden verwen, bediet, dat de inbeeldende kracht, de fantasien of inbeeldingen, van al 't geene haer oock vertoont wert, door de uytwendige sinnen, ontfanght. Daerom bediet dese verscheydentheyt van de verwen, het groot onderscheyt van dese voorwerpsels.

Met steyle hoofdhayren, en met vleugels aen de hoofdslaepen wortse geschildert, ten aensien van de snelle en haestige werckinge van dese kracht, in 't aenvatten van de fantasien, als mede om dieselve aen 't verstand te vertoonen: Wy sullen daer by voegen dat dese inbeeldinge sich stadigh beweeght, soo wel in 't slaepen als in 't waecken.

De kroone met verscheyden beeldekens verciert, bediet, dat de inbeeldende kracht, gelijck de Medicijns seggen, haere sitplaets heeft in 't eerste velleken van de herssens, 't welck in 't voorhoofd is, en dat de gemeene sinnen aen de inbeeldende kracht verscheyden gedaenten, of fantasien, die alsoo van de Philosophen genaemt zijn, overleveren: en door dese kracht komt de inbeeldinge, welcke kracht, als de aldereedelste, alle de andere sinnen onderdanigh zijn.

Zy staet als in gedancken en afweesigh, houdende beyde handen over den anderen, om te betoonen, dat terwijl de andere uytwendige hoedanigheden en sinnen, geene werckingen doen, niet te min soo werckt dese kracht dickwijls, als wy slaepen, waer van wy veele voorbeelden hebben, die van Valeriola, in 't 2 boeck van sijne observatien of waernemingen, als mede van Sextus Empiricus in 't leven van Pyrrho en veele andere zijn beschreven. En alhoewel C. Galenus dickwijls hadde geseyt, dat sulx niet kost geschieden: niet te min, in sijn 2 boeck van de beweginge der Musculen, soo bekent hy, also hy 't door de eervaerentheyt hadde beproeft, dat het de waerheyt was. En dit geschiet, om dat de geseyde kracht, die fantasien, dieder zijn ingedruckt, overbrenght aen de sinnen in de nachtwaecken. En dat plagh veeltijts te gebeuren, aen die geene, die vol van opstijgend, schuymachtigh en heet bloed zijn, en die overvloet hebben van seer heete geesten: oock aen snelle, weeck-gebacken en kleyne persoonen, die een groote vluchtigheyt van geesten, en een heel wreet gemoed hebben.

Aristoteles seght van de gemeene beweginge der Dieren: het Gesicht en de Inbeeldinge behouden de kracht van de werckende dingen, en door de beginselen van 't woord, komense totte sin van 't gesichte, als tot het eedelste, en om dat het gesichte niet kan doen sonder licht, soo hebben de Griecken het woort Fantasie genomen, 't welck van φως het Licht, en van φαινω Lichten heerkomt.

De wonderlijcke werckingen die dese inbeeldinge doet, zijn van Marcellus Donatus, in sijne wonderlijcke Medicinale historie overvloedigh verhaelt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken