Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Astinenza. Onthoudinge van spijse.

Een Vrouwe die mette rechter hand den mond toesluyt, en mette andere hand vertoontse eenighe leckere spijse, mette spreuck: Non utor ne abutar, dat is, Ick gebruyckse niet, om dat ickse niet soude misbruycken.

Om te vertoonen dat het eeten van leckere dingen den Mensch lichtlijck en dickwijls doet vervallen in eenige sonde, gelijck daer en tegen, als men sich daer van af houd, soo wort het gemoed veel bequaemer totte overweginge, en 't lichaem wort oock veel vaerdiger tot deughdlijcke wercken. Daerom seghtmen dat de Onthoudinge een welgestelde matigheyt is van de spijse, voor soo veele totte gesontheyt, nootdruftigheyt en hoedanigheyt van den Persoon noodigh is, brengende aen 't gemoed verlichtinge, aen 't Verstand wackerheyt, aen de Memorie

[pagina 369]
[p. 369]

vastigheyt, en aen 't lichaem gesondheyt; gelijck sulx Horatius in zijn 2 Satyra in 't 2 b. te kennen geeft, wiens zedige Dichten wy aldus hebben gevolght:

 
Nutticht doch dees sobre spijs,
 
Nae de algemeene wijs:
 
Overvloet van kost en dranck,
 
Maeckt den Mensch als dof en kranck:
 
Steets gesoden en gebra'en,
 
Doen den Maegh self overla'en.
 
't Soete wort in gal verkeert,
 
En in slijm gedistilleert,
 
Als m' aen 't bancketteren gaet,
 
Bleeck men van den disch op staet,
 
En beswaert het lichaem seer,
 
Doch met sonden noch veel meer:
 
't Heyligh deel God toegewijt,
 
Sulck een gantsch ter aerden smijt:
 
Maer wie sober is van mond,
 
Slaept gerust en leeft gesont.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken