Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Supplicatio. Ootmoedigh versoeck.

Een Maeghdeken met Lauwer gekroont, hebbende in de slincker hand een korf vol alderleye schoone bloemkens en welrieckende blaeders en kruyden, die zy op een Autaer stroyt, en dat met seer groote eerbiedigheyt, aen de voet van 't selve Outaer, is een bedde met groote en verscheyden cierselen.

De Romeynen hadden een gewoonte, wanneer zy iets van hare Goden wilden ver-

[pagina 392]
[p. 392]

soecken, dat zy rolkoetsen gebruyckten, 't welck bedden waeren, die in den Tempel stonden, wanneer zy den Goden om hulpe, bystand en gunste wilden bidden: En dese supplicatien of rolkoetsen, wierden gemaekt tot vrolijckheyt, of om der Goden gramschap te versoenen: In welcke tijd de Raedsheeren met haere Vrouwen en kinderen in den Tempel en totte Autaeren der Goden gingen: en dickwijls plachten oock, in diergelijcke gelegentheyt, de eedele Iongelingen en vrygemaeckte slaven, als oock de Iuffers, al gekroont, daer in te gaen, dragende Lauwertacken, hebbende by haer, met groote pomperye, de heylige koetsen der Goden: en plachten aldaer te bidden en te versoecken, en oock met heylige gedichten haer heyl en vreede toe te wenschen. En zy trocken haere rolkoetsen voor de Autaeren der Goden uyt, die met veele ciersels waeren opgepronckt, en stroyden aldaer, gelijck geseyt is, groene en welrieckende blaeders en bloemen van allerleye slagh, die zy oock van binnen en van buyten de Tempels wierpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken