Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 513]
[p. 513]

Datio. Tol, Schattinge.



illustratie

Een sterck Ionghman, die als Hercules gemaelt wort, met Musculen en Senuwen uytsteeckende, zijnde gekroont met Eycken loof, hebbende in de rechter hand een scheere, om wolle te scheeren, voor zijne voeten sal een Schaepken staen, in de slincker hand sal hy kooren-ayren, Olijftacken en Druyftrossen hebben, die nederwaerts hangen. Met bloote armen en beenen, net en schoon, totte planten van de voeten toe, oock vol van vlees en sterck van beenen.

Herodotus, Turnebus en andere verhaelen dat Sesostris de eerste geweest is die in Egypten op de aerdgewassen Schattinge heeft gebracht, en dat de Romeinen over het graen de tienden hebben ingestelt. Caligula is daer nae de eerste Vinder van de vuyle en ongehoorde Schattingen geweest, die op alle Mondkost Tol gestelt heeft, van die in Romen wierden gebracht, en oock stelde hy op alle Processen en Vonnissen den veertighsten penningh, op 't arbeytsloon en op de daghhuyren den achtsten penningh, en van de Hoeren nam hy de eerste winste, gelijck Suetonius verhaelt.

Van Mannelijcke sterckte is hy gemaelt, om dat de Tol den Princen sterck maeckt, en gelijck Cicero voor Pompejo seyt, Wy hebben geoordeelt dat de Tollen de senuwen van den oorlogh zijn. Dese sterckte wort breeder door de Eycken kroone uytgedruckt, wesende de Eycke een stercke, harde en vaste boom. En dese krans past den Tol alderbest, alsoo dit een Burgerkroone is, van A. Gellius alsoo genaemt, om dat die gegeven wierde aen die geene, die eenen Burger hadde verlost. Van gelijcken is oock de vrucht van den Tol, allen Burgeren te beschermen. En gelijck de Eyckeboom Iupiter was toegewijt, om dat de Heydenen geloofden, dat hy de steeden in zijne bewaeringe hadde: soo geven wy nu dese aen den Tol of Schattinge, als die geene waer door der Princen macht aenwast, onder wiens bescherminge de steeden staen.

De Scheere, om de wolle van de Schapen te scheeren, slaet op 't geene Tiberius de Keyser, in 't begin van zijne Regeeringe deede: veinsende nochtans zijne staetsucht en gierigheyt, daer hy naemaels wel dede blijcken, dat hy geheel daer in was versopen. Want hy vertoonde een goed proefstuck, wanneer zijne Raedsheeren hem rieden een nieuwe Schattinge op de Landen te stellen, dat hy daer op antwoorde, Het betaemde een goed Herder, dat hy zijne Schapen most scheeren en niet villen. En dit komt over een mette spreucke van Alcamenes, de soone van Teleucrus, die gevraeght zijnde, op wat wijse, iemand het Rijck wel kost onderhouden? antwoorde, Indien hy niet al te gewinsuchtigh is, een Laconische spreucke van Plutarchus. In d'ander hand worden hem kooren-ayren, Olijftacken en Druyvetrossen gegeven, om datmen op het Graen, Oly en Wijn insonderheyt pacht stelt. Ick segge insonderheyt, zijnde seecker, datter oock op andere dingen pacht is geset. Onder andere schrijft Vopiscus, dat de Keyser Aurelianus pacht stelde op Glas, Linnen, Vlas, &c. En wy weeten oock door 't verhael van Boterus, dat de Koningh van China jaerlijx 180 duysent kroonen treckt uyt de pacht van 't sout, van de stad Canton, en noch 100 duysent kroonen, voor de tiende van den Rijs van 't Land, ontrent dieselve stad. Daer worde te Romen 1606 een pacht van 't sout, soo wel voor Rijcken als Armen opgestelt, als mede een geheel nieuwe op de sneeuw, 't welck

[pagina 514]
[p. 514]

niemand beswaerde als die boven al in de gulsigheit wilden uytsteken, om de woorden van Plinius te gebruycken in zijn XIX boeck IV cap. tot wiens tijde soo veele aen de sneeuw, als tegenwoordigh, niet wierd te kost geleyt. Want nae zijn seggen, oock in 't XXXI boeck III cap. gebruyckten zy die nergens toe als om 't waeter te verkoelen, en eenige koockten 't nae de vindinge van Nero, om seecker te nemen het vermaeck van 't versche, sonder gebreck van de sneeu. Tegenwoordigh dient het niet alleene om het waeter, maer oock om den Wijn te verkoelen, de vruchten in te souten, en andere dingen van den Somer en Winter. En die tot dese verkoelinge zijn gewent, ververschen daer mede, als zy willen purgeren, hare Syropen en Medicinen. Sulx datmen daer van Iaerlijx uyten pacht te Romen treckt ses duysent kroonen.

De naeckte armen en beenen, die gaef en glat zijn, (om dat dese leden, door de kracht van handen en voeten, zijn Dienaers van den arbeyd en van de Menschlijcke handlingen en gangen, en uytvoerders van onse gedachten,) bedieden, dat de Schattinge moet opgestelt zijn van den Prins met een ernsthaftig en suyver gemoed, behoudelijck om dat de behoeftigheyt, de tijd en gelegentheyt sulx vereischt, en dat met een oprecht en getrou voornemen, niet soo seer om sich selve te verrijcken, als om 't gemeene beste daer mede vorderlijck te zijn, en niet uyt loutere gierigheyt en gedancken van eygen baet: Iae sullen oock niet gedoogen, dat haere Dienaers dagelijx (gelijck gemeenlijck geschiet) nieuwe beswaernissen en pachten bedencken op dingen die veracht, vuyl en oneerbaer zijn, gelijck Vespasianus deede, die nae 't geld soo begeerigh was, dat hy oock Tol op de pisse stelde. Waer over hy oock van zijnen oudsten Soone Titus wierde berispt: en alhoewel hem de Vader antwoorde, dat het geld, 't welck hy van de pisse trock, niet eens daer nae roock: Soo was daerom zijn gemoed niet vry, dat het niet een snoode reuck van sich gaf van zijne vuyligheyt en snodigheyt, en dat tegen de aert en 't gemoed van een oprecht Prince, dieder behoort eedel en grootmoedigh te zijn. Maer de winninge verblinde hem, soo dat hy vergat, 't geene Apollonius van Alexandrien te kennen gaf, dat om 't gemeene beste te bestieren, hy niet achten soude op de Rijckdommen, die door de schattingen en 't suchten van 't Volck, waeren by een gebracht; gelijck Philostratus in 't 5 boeck 13 cap. verhaelt, dat het goud most leelijck en vuyl werden geacht, dat uyt de traenen der onderdaenen wierde te saemen gehaelt. Waer over van gelijcken Domitianus, de tweede soone van Vespasianus, wierde gelastert, van dat hy al te ondraeghlijcke Schattingen op den Ioden stelde, met bevel, dat wie sich veinsde geen Iode te wesen, moste zijne heimlijcke leeden laeten sien, of hy besneden was of niet. Een schandige en verachte Schattinge. Suetonius verhaelt in 't leven van Domitianus, dat hy jongh zijnde, een oud Man van negentigh Iaeren hadde sien besichtigen of hy oock besneden was, en dat in tegenwoordigheyt van veele Volx.

Dese Schattinge hoe lasterlijck die was, salmen door de schaemte klaerlijck begrijpen, want alle braeve Mannen kosten nae 't goedduncken van den Fiscael beschuldight worden, die nochtans ontschuldigh waeren van de Ioodsche secte, soo mosten zy evenwel haer Manlijck lit vertoonen, indien zy sonder tegen-seggen de Schattinge niet wilden betaelen. Maer van d'ander sijde quam zijn Navolger de loflijcke Keyser Nerva Coccius, die soodaenigen schandigen Schattinge te niet dede: Waer over tot zijnder eere uyt het bevel van den Romeinschen Raed, een silvere penningh geslagen wierde, met zijne beeldenisse en naeme van d'eene sijde, en van d'ander sijde een Palmboom, alwaer in 't midden dese twee letteren SC stonden, en rontom Fisci Iudaici calumnia sublata, als, dat de lasteringe van den Fiscael over de Ioden was wegh genomen. Van welcke lasteringen, beschuldingen en onrechtveerdige Schattingen, die van den Keyser Nerva te niet gedaen en verboden zijn, kondy Dion Cassius in 't leven van Nerva lesen. Nae de voordaed van desen seer goeden Keyser, behooren dan de Princen den Volckeren te ontlasten van alle onbehoorlijcke opstellingen, en haer met harde en nieuwe lasten niet te beswaeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken