Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Adulatione. Vleyinge, Pluymstrijckerie.

Een vrolijcke Vrouwe met een gekreuckt aengesicht in weerschijn gekleet, houdende in de rechter hand een Blaesbalck om 't Vier op te blaesen, in de slincker een touw, en voor hare voeten sal een Chameleon staen.

De Vleyinge, na dat Cicero dieselve in zijne Tusculaensche Vragen beschrijft, is een sonde, dieder geschiet uyt loftuyterie, met soodaenigen ooghwit en gemoed, om iemant daer door te behagen: of het is een valsche overredinge of loogenachtige bewilliginge, die de geveinsde Vriend gebruyckt, door iemants ommegangh, om sich selve by hem in 't geloof te brengen, oock om van zijn eygen dingen, te doen verstaen, 't geene dat in der daed niet is, doende 't selve uyt lust of door gierigheyt.

Met weerschijn wort zy gekleet, overmits de Vleyer seer vaerdigh is om zijn aengesicht in alle voorval, te veranderen, oock zijne woorden, met Iae en Neen, te draeyen, nae dat het een yder smaeckt; gelijck Terentius 't selve in zijne Eunuchus uytdruckt, Al wat zy seggen (seght hy) prijs ick, en wat zy verachten, veracht ick mede, &c.

Het Chameleon wort gestelt, om datmen de genegentheeden en meeningen van andere luyden al te seer volght: Waer over Aristoteles seght, dat datselve Dier sich schickt nae de veranderinge der tijden, gelijk de Vleyer,

[pagina 556]
[p. 556]

diewelcke hem acht volmaeckt in sijne konste te wesen, wanneer hy sich best weet te voegen, om eens anders manieren (alwaert oock datse schandigh waren,) tot zijn eygen profijt, met verwonderingh aen te nemen. Wort oock geseyt, om dat het Chameleon seer vreesachtigh zijnde, by sich weinigh bloeds heeft, en dat insonderheyt rontom 't hert, soo schrickt het voor alle slechte beuselingen, en verandert sich. Waer uyt men sien kan dat de Vleyinge, een kenteicken van een kleyne geest en van een veracht gemoed is, waer in dat dieselve heerscht en gewilligh gehoorsaemt. Dies Aristoteles seght, alle Vleyers zijn slaefs, en oock verachte Menschen.

De Blaesbalck (die een bequaem wercktuygh is om 't Vier te ontvoncken, en 't ontsteecken licht uyt te blaesen, alleen door den wind,) geeft ons te verstaen, dat de Vleyers, met den wind van ydele woorden, het Vier van haere hertztochten en genegentheden, waer na zy gewilligh luysteren, of ontsteken, of dat zy het licht der waerheyt, dat haer anders, door de kennisse van haer self, behoorde te onderstutten, uytblusschen.

Het touw dat zy in de slincker hand heeft, bediet, gelijck Augustinus verhaelt over den IX Psalm, dat de Vleyinge den Menschen in de sonde verbint: seggende, de tonge der Vleyers bint den Mensche aen de sonde, want hy heeft vermaeck, niet alleen in die dingen te doen, waer in hy niet alleene niet sal gevreest worden een bestraffer te zijn, maer wort oock geseyt een wercker daer van te wesen. En voorts seyt hy, in den strick die zy verborgen hadden, is haer voet gevangen.

Het gekreuckte voorhoofd, nae dat Aristoteles in zijne Mensche-kenninge seyt, bediet Vleyinge.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken