Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Legge. Wet, van den Heere Giov. Zaratino Castellini, Roman.

Een bedaeghde Vrouwe, van een seer eerwaerdigh opsicht, sittende in een Rechterstoel met groote aensienlijckheyt, hebbende op 't hoofd een Koninghs-kroone, en in de rechter hand eenen Scepter, waer aen een letter-rolle hanght, met dese spreucke, Iubet & prohibet, dat is, zy gebiet en zy verbiet. Op de slincker knye houdse een recht en open Boeck, waer in geschreven staet, in legibus salus, dat is, in de Wetten staet de behoudenisse. Haer slincke hand leunt op 't Boeck, waer mede zy houd het Pauslijck Rijck en de Keyserlijcke kroone.

Dese beeldnisse was voornaemlijck gegront, op de bepaelinge, die van de Griecken is genomen; te weten, de Wet is een heylige band, gebiedende wat eerlijck is, verbiedende wat daer tegen is strijdigh. En hierom wort de Wet een deftige Vrouwe vergeleken: want gelijck een deftige Vrouwe haer huysgesin bestiert, alsoo regeert en onderhoud de Wet het gemeene beste. Zy wort bedaeght gemaeckt, om datse al in 't begin des Werlds gemaeckt is, ten tijde van onse voorouderen, want soo haest zy gebooren waeren, verboot God aen Adam en Eva, datse van de vrucht des booms niet souden eeten. Daer na volghde de Wet Moysis, die oock van God was geschreven, en de Wet des Euangeliums, die van zijnen lieven Soone, waerachtigh God en Mensche, is gegeven: ter sijden stellende de Oudheyt des Wets, door Minoe, aen den Cretensen, van Draco en Solon, aen den Atheniensen, van Licurgus, aen die van Lacedemon, van Numa Pompilius, aen den Romeinen, en van den Romeinschen Burgerstand in haere twaelf tafelen, die zy getrocken hadden, uyt de welgeschiekte Republique van Athenen. Zy sit in den Rechter-stoel, om dat, nae de Wet der geleertste Wetgevers, zy sittende moet werden vertoont. Zy heeft een Koninx kroone op 't hoofd, om datse een heylige bepaelinge is: oock maghmen haer met reeden heyligh noemen, want zy is oorsaecke dat het goede geoeffent en het quaede geschouwt word. Waerover Demosthenes seyt, een yder behoort de Wet te gehoorsaemen, om veele en verscheyden reedenen, insonderheyt om datse is een vindinge en geschenck Godes. Waerover haer de

[pagina 608]
[p. 608]

Romeinsche Redenaer noemt, heylige Wetten, heylige Verbonden, die men sonder waerdige straffe niet magh overtreden.

Den Scepter houdse in de rechter hand, om datse eerlijcke en oprechte saecken gebiet, en de tegenstrijdige verbiet. En gelijck een Koninginne van alle Volckeren, soo wortse oock van den Koning gevreest, oock van alle, die onder haeren Rijxstaf zijn begrepen.

Het Boeck bediet, de geschreven Wet, die men niet moet overtreden, want in haer, gelijck de Philosophen seggen, is de behoudenisse der steeden gelegen: Want sooder geene Wet was, die de ongebondene dertelheyt breydelde, de Werrelt raeckte op 't hollen, en was vol schelmerie, moord, overlast, bedrogh, en duysent boosheden, en de geheele ruste soude werden verstoort, en alle welvaert soude te gronde gaen. Daerom seyt de Philosooph: 't Is wenschlijck dat de stadt door de Wetten werde beschermt.

Het Pauslijck Rijck en de Keyserlijcke kroone, die zy mette slincker hand op het Boeck houd, zijn beeldnissen van de Wetten of Rechten, te weeten van de Pauslijcke of Canonike, en de Burgerlijcke of Keyserlijcke. En hier in is begrepen de kennisse van de Godlijcke en Menschlijcke Wetten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken