Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants
Afbeelding van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des VerstantsToon afbeelding van titelpagina van Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.75 MB)

XML (2.78 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cesare Ripa's Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants

(1971)–Dirck Pietersz. Pers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Anima dannata. Ziele die verdoemt is.

Naedien het dickwijls, in de Treurspeelen, voorvalt, en in de vertooningen van vervolgende dingen, van die soo wel versiert, Geestlijck als Werrelts zijn, datmen de ziele van eenigh Mensch, op een Tooneel moet vertoonen: soo is 't van noode, datmen eenigh licht hebbe, hoemen dieselve sichtbaerlijck sal invoeren. En derhalven sal men die vertoonen, datmen behoude de gedaente van een Menschlijck beelt, als mede de gedaente van 't lichaem. Zy sal naeckt staen, en met een seer fijne en doorluchtige sluyer bedeckt zijn, als mede met ontwonden hayren. De verwe van de vleesachtigheyt, sal duyster bruyn zijn, en de sluyer van swart. De ziele van 't lichaem afgescheiden zijnde, is geestelijck en onlichaemlijck, en daer is geen twijfel aen, of dieselve past, voor sich selve, dese beeldnisse, de toestellinge en andere hoedanigheeden, die de stoffe alleene raecken. Doch altijt, wanneermen dese vertooninge sal toestellen, soo moetment doen, door 't ontwerp van de lichaemlijcke sinnen, zijnde verbonden, om sulx onder dieselve lichaemlijcke gedaente, af te beelden, en dat om de saecke, die alreede verstaen is, tot ons opset te passen.

Soo geven wy haer dan de lichaemlijcke gedaente, met dese vryheyt, waer door men

[pagina 635]
[p. 635]

in 't gemeen, oock de Engelen afbeelt. En om dat de ziele de gedaente aen 't lichaem geeft, soo kan ick my niet inbeelden, datse dan van een ander beeld soude zijn: alhoewel wy weten, dat dieselve, als boven geseyt is, van de bepaelingen, die in stoffe bestaen, niet kan zijn omschreven. Laet dan de beeldnisse, om dat die bekent is, weder in zijn lichaem keeren, en dieselve voegen, nae 't geene verscheyden Poëten, en onder andere, gelijck die Virgilius in 't VI boek beschrijft, dat wanneer Aeneas in de helle gingh, soo had hy groote kennisse aen veelen, met wien hy in 't leven hadde verkeert. Dante seyt in 't III cap. van de Helle: Nae dat ick eenige sal hebben gekent. Doch men sal die beter kennen, wanneer men eenige merckteeckens heeft van haere gelegentheyt: Want het kan veeltijts voorkomen, datmen die met verscheyden gebreecken moet vertoonen, als gewont zijnde, of in grooter eere, of als eene die gepijnight wordt, of nae dat een yder best dunckt, om die nae haere aert en gelegentheyt te vertoonen. Naeckt wortse derhalven gemaeckt, om datse uyt haere natuyre vry is van alle lichaemlijcke verhinderingen. Petrarcha maecktse naekt en bloot. De hoofdhayren, die over haere schouderen zijn verspreyt, vertoonen niet alleene de ongelucksaligheyt van de verdoemde zielen, maer oock 't verlies van reeden en verstant, gelijck oock Dante seyt: Wy zijn gekomen totte plaetse, daer van ick u heb hooren seggen, hier zijn de bedroesde Menschen, die 't verstant hebben verloren. De vleessige bruynte en de verwe van den sluyer, bedieden de beroovinge van 't licht en van de genade Godes. Daerom Dante, spreeckende van de maniere en gelegentheyt der Helle, seyt, dat voor de poorte desselven geschreven stont, Ghy die hier in gaet, geeft vry alle hoope verloren.

 

FINE. Einde.



illustratie

De verklaeringe van dit beeld, gelieve de Leser nae te soecken op fol. 113, alwaer de Schrijver, alle reedenen desselven in 't lange, heeft uytgebreyt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken