Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 1 (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 1
Afbeelding van Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.72 MB)

XML (0.96 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

bibliografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bibliographie der Middelnederlandsche taal- en letterkunde. Deel 1

(1888)–Louis D. Petit–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 194]
[p. 194]

XV. Dramatische Poëzie.

Zie Jan te Winkel, Gesch. d. Ned. letterk. I bl. 514-538.

a. Inleiding.

849. H.E. Moltzer, Geschiedenis van het wereldlijk tooneel in Nederland, gedurende de middeleeuwen. Acad. proefschrift. Leiden 1862. 8o.
850. Aem. W. Wybrands, Het kerkelijk drama der middeleeuwen. - Kalender v.d. Protest. in Nederl. VI (1861) bl. 100-161.
851. Alph. Royer, Théatre Néerlandais au XIV siècle. - Histoire univ. du théatre, I (1869) bl. 203-210.
852. J.H. Gallée, Bijdrage tot de geschiedenis der dramatische vertooningen in de Nederlanden gedurende de middeleeuwen. Acad. proefschrift. Haarlem 1873. 8o.
853. Aem. W. Wybrands, Opmerkingen over het geestelijk drama hier te lande in de middeleeuwen. - Studiën en Bijdr. op het gebied d. histor. theologie III ( 1876) bl. 193-293.
854. - Aanteekeningen betreffende de geschiedenis van het geestelijk drama. III De vertoonplaats onzer oude spelen. - Het Tooneel I (1878) bl. 117-126.
855. J. Maes, Oorsprong en ontwikkeling van het Nederlandsche drama in de Middeleeuwen. I. - Het Belfort III (1888) bl. 175-183.

b. Verzamelingen.

856. Altniederländische Schaubühne. Abele Spelen ende Sotternien. Herausgegeben von Hoffmann von Fallersleben. Breslau 1838. 8o.
Horae Belgicae VI.
Bl. i-lii bevatten de uitvoerige Inleiding. Bl. 1 en 2: Een beghinsel van allen spelen; bl. 3-166 de hierachter vermelde stukken; bl. 167-242: Anmerkungen zum Beghinsel etc., o.a. op bl. 236-238 het Lat. gedicht: Conflictus veris et hiemis. Bl. 243-261 bevatten het Glossarium.
Beoord. d. J. de Saint-Genois in Messager des sciences 1838 bl. 317-322.
- M. de Vries, Over Hor. Belg. VI bl. 2 (Een beghinsel van allen spelen, vs 33). - Proeve v. mnl. taalzuivering (1856) bl. 184-185.
857. De Middelnederlandsche dramatische poezie ingeleid en toegelicht door H.E. Moltzer. Groningen 1875. 8o.
Biblioth. v. middelned. letterk. afl. 1, 3, 9, 13, 16.
De Inleiding bevat: § 1 Kerkelijk (geestelijk) drama (Mysterie en Mirakelspel); § 2 Wereldlijk drama (Abele spelen, Sotternien, Cluyten). - Bl. 1-495 bevatten de hierachter vermelde stukken; bl. 496-538 als bijlage: Fragment van een in Nederrijnsch dialect geschreven Paaschspel, terwijl bl. 539-557 de Woordenlijst bevatten.
[pagina 195]
[p. 195]
858. Het Nederlandsche kluchtspel van de XIVe tot de XVIIIe eeuw. Met inleiding, toelichting en woordverklaring [door J. van Vloten]. 1e Afl. Van de XIVe tot de XVIe eeuw. Haarlem 1854. 8o.
Van deze uitgave is verder niets verschenen. In 1878-1881 zag echter het volledige werk in 3 dln het licht als een 2e vermeerderde druk.

c. Kerkelijk (geestelijk) drama.

859. Eerste bliscap van Maria.
a.Die eerste bliscap van Maria, Misteriespel van het jaer 1444, [uitg. naar het HS. van den Heer Lammens] met ophelderingen van J.F. Willems. - Belg. Museum IX (1845) bl. 37-140.
Afzonderlijk verschenen o.d.t.:
De eerste bliscap van Maria. Misteriespel van het jaer 1444. Met eene inleiding over soortgelijke spelen, en met ophelderingen door J.F. Willems. Gent 1845. 8o.
b.Het mysteriespel, genaamd De eerste bliscap van Maria, uitg. door H.E. Moltzer. - Middelned. dram. poezie (1875) bl. 329-418.
Herdruk van de voorgaande uitgave.
- A.V.R. Tekstkritiek, Middelned. dramat. poezie bl. 342 vs 335. - Navorscher XXVII (1877) bl. 438-439. P. Leendertz Wz. Aldaar bl. 439-447.
860. Sevenste bliscap van Maria.
De sevenste bliscap van Maria. Mysteriespel der XVe eeuw. Uitg. [naar het HS. der Kon. Bibliotheek te Brussel] op last der Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde door K. Stallaert. Gent 1887. 8o.
861. Spel vanden Heiligen Sacramente.
a.Dat is tspel van den Heiligen Sacramente van der Nyeuwervaert, uitg. [naar het HS. in het Archief der St Barbarakerk te Breda] door C.R. Hermans in zijne Gesch. d. Rederijkers in Noordbrabant, II (1867). Bijlage, bl. 11-96.
Vooraf gaat in proza: ‘Dit is hoe dat theilich weerdige Sacrament van den Nyeuwervaert vonden waert ende een deel van syne miraculen’, benevens in dicht: Dees versen sullen u bedieden ende verclaren die figueren, die in prochiaens choer staen be.... van den heiligen Sacramente van der Nyewervaert enz.
b.Dit is tspel vanden Heiligen Sacramente van der Nyeuwervaert. Uitg. en met aanteekeningen [en woordenlijst] door Eelco Verwijs. Leeuwarden 1867. 8o.
Nederl. klassieken uitg. door Eelco Verwijs, VIII.
- J.H. van Dale, Verbeteringen? - Taalgids IX (1867) bl. 98-114.
[pagina 196]
[p. 196]
c.Dat es tspel van den heiligen Sacramente vander Nyeuwervaert, uitg. [naar voorg. uitgaven] door H.E. Moltzer. - Middelnederl. dramat. poezie (1875) bl. 419-495.
862. Paaschspel.
Mittelniederländisches Osterspiel, mitgetheilt [naar een HS. in de Kon. Bibliotheek te 's Hage] von J. Zacher. - Zeitschrift f. deutsches Alterthum II (1842) bl. 302-350.
Ook opgenomen onder den titel van: Fragment van een in Nederrijnsch dialect geschreven Paaschspel door H.E. Moltzer in zijn Middeln. dramat. poezie (1875) Bijlage bl. 496-538.

d. Wereldlijk drama.

863. Esmoreit en de sotternie Lippijn.
Vergel. het opstel over Theophilus en Esmoreit van A. van Hasselt in De Gids 1839 Mengelw. bl. 152-168 en 202-215 en W.J. Hofdijk, Ons Voorgeslacht IV (Leiden 1874) bl. 294-307.
a.Een abel spel van Esmoreit, sconincs sone van Cecilien, ende ene sotternie daer na volghende [Lippijn], uitg. naar het Hulthemsche HS. door H. Hoffmann von Fallersleben in Horae Belg. VI [Altniederl. Schaubühne] 1838 bl. 3-48, 216-219 en door H.E. Moltzer in Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 1-74.
b.Jan te Winkel, Het slot van den Esmoreit. - Taal- en Letterb. VI (1875) bl. 74-179.
c.Le jeu d'Esmorée, Fils du Roi de Suede. Drame flamand du XIIIe siècle traduit par C.P. Serrure. - Messager des sciences III (1835) bl. 12-40.
864. Gloriant en de sotternie De Buskenblaser.
Zie W.J. Hofdijk, Ons Voorgeslacht IV (Leiden 1874) bl. 307-314.
a.Een abel spel ende een edel dinc van den hertoghe van Bruunswijc, hoe hi wert minnende des rode lioens dochter van Abelant [bekend onder den naam van Gloriant], ende ene sotternie na volghende [de Buskenblaser], uitg. naar het Hulthemsche HS. door H. Hoffmann von Fallersleben in Horae Belg. VI (Altniederl. Schaub.) 1838 bl. 49-99, 219-224 en door H.E. Moltzer in Middeln dramat. poezie (1875) bl. 75-137.
b.J.H. van Dale, Bladvulling (Spel van den hertoghe van Bruyswyc vs 732-735). - Taal- en Letterb. II (1871 ) bl. 155.
865. Lanseloet Van Denemarken en de sotternie De Hexe.
a.Historie van den edelen Lantsloet ende die scone Sandrijn. Ter Goude in Hollant, Govert van Ghemen z.j. (c. 1486). 4o.
Zie Campbell Annales No. 974.
b.Een spel van Lantsloot van Denemerken ende die scone Sandrijn. Uitg. naar den druk van c. 1486 door H. Hoffmann von Fallersleben. - Horae Belg. V (1837) bl. 1-44.
[pagina 197]
[p. 197]
c.Een abel spel van Lanseloot van Denemerken, hoe hi wert minnende ene joncfrou, die met siere moeder diende, ende ene sotternie na volghende [de Hexe]. - Slechts de varianten van het Hulthemsche HS. werden onder dezen titel medeged. door H. Hoffmann von Fallersleben in Horae Belg. VI (Altniederl. Schaub.) 1838, bl. 157-166.- De Sotternie is in haar geheel naar het Hulthemsche HS. aldaar afgedrukt op bl. 100-104, 224-228.
d.M. de Vries, Over het Spel van Lantsloet enz. vs 68, 148. - Proeve v. Mnl. taalzuivering (1856) bl. 137, 138.
e.- Tekstcritiek. Abele spel van Lanseloet vs 571. - Taal- en Letterb. IV (1873) bl. 75.
f.Een abel spel van Lanseloet van Denemerken, hoe hi wert minnende ene joncfrou, die met synder moeder diende, ende ene sotternie na volghende [Hexe]. Uitg. naar het Hulthemsche HS. door H.E. Moltzer. - Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 141-189.
866. Van den winter ende vanden somer en de sotternie Rubben.
a.Een abel spel van den winter ende van den somer, ende ene sotternie na volghende [Rubben]. Uitg. naar het Hulthemsche HS. door H. Hoffmann von Fallersleben in Horae Belg. VI (Altniederl. Schaub.) 1838, bl. 125-156, 233-242 en door H.E. Moltzer in Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 216-255.
Bl. 236-238 van de eerstgen. uitg. bevatten de tekst van een Latijnsch gedicht uit de middeleeuwen get.: Conflictus veris et hiemis.
b.M. de Vries, Over Hor. Belg. VI bl. 139 (Winter ende somer, vers 450). - Proeve v. Mnl. taalzuivering (1856) bl. 9.
867. De Truwanten.
Ene sotte boerde ende ene goede sotternie [de Truwanten]. Uitg. naar het Hulthemsche HS. door H. Hoffmann von Fallersleben in Horae Belg. VI (Altniederl. Schaub.) 1838 bl. 121-124, 231-233 en door H.E. Moltzer in Middeln. dram. poezie (1875) bl. 210-215.
868. Drie daghe here.
a.Ene sotte boerde ende ene goede sotternie [Drie daghe here]. Uitg. naar het Hulthemsche HS. door H. Hoffmann von Fallersleben in Horae Belg. VI (Altniederl. Schaub.) 1838 bl. 105-120, 228-230 en door H.E. Moltzer in Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 190-209.
b.W.L. van Helten, Tekstcritiek op Drie daghe here 336. - Tijdschr. v. Ned. Taal- en Letterk. V (1885) bl. 272.
[pagina 198]
[p. 198]
869. Cluyte van Playerwater.
a.Een cluyte van Playerwater. Tafelspel, uitg. volgens een HS. van de 15e eeuw [uit de Archieven der Academie van Antwerpen]. Met aanteekeningen door F.H. Mertens. Antwerpen 1838. 8o.
b.Een cluijte van Plaijerwater of van den man diet dwater haelde. Uitg. [naar hetz. HS. als a] door H.E. Moltzer. - Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 257-284.
- M. de Vries, Over Cluyte van Playerwater vs 43, 49, 59, 145, 228, 236, 268, 279, 356, 399 en 408. - Proeve v. Mnl. taalzuivering (1856) bl. 155-157.
c.Jan te Winkel, De ‘Cluyte van Playerwater’ in de 17e eeuw. - Noord en Zuid VI (1883) Bijblad bl. 17-23.
870. Nu noch.
a.Ene ghenouchelicke clute van Nu noch, van iiij personagien, te weten, de man, de ghebuer, dwijf ende de pape. Uitg. naar een HS der XVIe eeuw door J.F. Willems. - Belg. Museum II (1838) bl. 107-134.
b.Ene ghenouchelicke clute van nu noch, van IV personagien te weten, de man, de ghebuer, dwijf ende de pape. Uitg. door H.E. Moltzer. - Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 291-311.

e. Samenspraken.

Zie Jan te Winkel, Geschied. der Ned. Letterk. I bl. 530-532.
871. De levende en de doode Koning. Tweespraek.
Beg: Ic ben een coninc mechtich ende rike.
Naar het Hulthemsche HS. uitg. door J.F. Willems. - Belg. Museum II (1838) bl. 237-240.
Verg. F.H. Von der Hagen Grundriss bl. 408.
872. Disputacie tusschen den sone ende den vadere.
Beg.: Berecht mi nu te deser tijt.
Naar het Hulthemsche HS. uitg. door J.F. Willems. - Belg. Museum V (1841) bl. 76-81.
873. Van Scalc ende Clerc.
Beg.: Die hem bi heren sal gheneren.
a.Fragment eener berijmde zamenspraak [tusschen Scalc en Clerc] uit de 13e eeuw, met eene inleiding en aanteekeningen naar een HS. v.d. Mtsch. d. Ned. Letterk. uitg. door M. de Vries. - Nieuwe Werken van de Mtsch. der Nederl. Letterk. VI (1844) bl. 123-149 en 157-183.
b.Scalc ende Clerc (Tweespraak). Uitg. door J. van Vloten in Jacob van Maerlant's Kleine gedichten (1878) bl. 70-81 en opnieuw in zijne uitgave van Jacob van Maerlants Merlijn (1880) bl. xiii-xvi.
Zie over deze uitgave: Van enen manne die gherne cnollen vercoopt door Eelco Verwijs (1878) bl. 62-68.
[pagina 199]
[p. 199]
874. Ene dispitacie tusschen enen Clerc ende sinen Meester.
Beg.: Meester, II saken in die werelt sijn.
Naar het Hulthemsche HS. uitg. door C.P. Serrure. - Vaderl. Museum II (1858) bl. 166-171.
875. Samenspraek tusschen een' gezeten' en een rondzwervenden menestrel.
Deen Gheselle calengiert den anderen die wandelinghe.
Beg.: Gheselle, mi en can verwonderen niet.
Naar het Hulthemsche HS. uitg. door J.F. Willems. - Belg. Museum VII (1843) bl. 318-324, m. pl.
876. Maskerade.
218 verzen, volgens Hoffmann's Uebersicht No. 575: Eine Mummenschanz, worin die auftretenden Personen einzelne Verse sprechen. Uitg. door C. Carton naar een HS. van den Burggraaf De Croeser De Berghes. - Oudvl. liederen (1849) bl. 425-436.
877. Tafelspeelken.
Een tafelspeelken van twee personnagien om up der dry Coninghen avond te spelen. Naar een HS. der XVIe eeuw uitg. door J.F. Willems in Belg. Museum II (1838) bl. 102-106 en opnieuw door H.E. Moltzer in Middeln. dramat. poezie (1875) bl. 285-290.
878. Tafelspeelken.
Een tafelspeelken van twee personagien, eenen Man ende een Wijf, gecleet op zyn boersche. - Naar een HS. der XVIe eeuw uitg. door J.F. Willems in Belg. Museum II (1838) bl. 121-134 en opnieuw door H.E. Moltzer in Mnl. dram. poezie (1875) bl. 312-328.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken