Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XII. Hoofdtstuk.
Van het Feest der Verzoening of den Chipur.

Ga naar margenoot+ IN Leviticus 16. en 23. vers 17. word van dit Feest gesproken. Op den aanvang van die Feest vergadert men in de Synagoge; een ieder ontsteekt 'er zyne kaers; men heft de gebeden en lofzangen op met een verheven en klaagende stemme. Men moet den Jooden het recht niet ontrekken 't geen hen toekomt: zy neemen alles met een ongemeene zorgvuldigheit waar 't geen men de Schorsse der boetoeffening noemen mag, en alzoo de nabootzing ter deezer gelegenheit veel vermag, faalt 'er weinig aan dat de aanschouwer niet beurtsgewyze een werkelyke ontroerenis zyner zonden gevoelt, wanner hy alle de uitwendige teekenenGa naar voetnoot(b) van zonden berouw in den persoon van een Joodt ziet vereenigen, die zyne boetoeffening tracht te volbrengen, en zich zelfs plechtiglyk voor Godt, door een lange reeks van optelling zyner zonden, doemt. Deeze bekentenis is volgens de orde van 't A.B. opgestelt. Ieder misdaadt heeft zyne letter, en vertoont zich te lichter in de overdenking van den zondaar.

De Vrouwen ontsteken mede de kaerssen in huis en trekken 'er goede of quaade voorteekenen uit, naar dat het licht helder of duister brandt.

De Jooden verklaaren de quelling van de ziel, waar van Leviticus 23. gesproken word, door de gansche berooving van 't geen het lichaam vermaakt en de geest verlustigt: maar voor de kinderen die noch geen elf jaaren bereikt hebben, voor zwangere vrouwen, voor jonge kraamvrouwen, voor zuigende vrouwen, voor zieken en oude luiden zyn 'er uitzonderingen ingestelt.

Op den eersten avondt van 't Feest gedoogtGa naar margenoot+ men den geenen in de Vergadering die een ergerlyk en ongeregelt leven voeren, en men noodigt 'er hen zelfs, naardien zy onder de gelovigen moeten gerekent worden, gelyk de GalbanumGa naar voetnoot(c) onder een goed reukwerk. Twee Rabbynen zich plaatzende de eene ter linker en den ander ter rechter zyde van den Zanger, doen deeze plechtelyke noodiging, en verklaaren aan de Vergadering, dat zy met deeze zondaars bidden mogen. Vervolgens opent den Zanger de Hechal en zingt een zeer lang gebedt, 't welk de Vergadering zachtelyk navolgt. Dit gebedt vernietigt de geloften, de eeden en onbedachte besluiten van 't voorgaande jaar; voor zoo veel men die vrywillig en by zich zelven heeft gedaan.

Eenige Boetvaerdigen brengen den ganschenGa naar margenoot+ nacht en somtyds den volgenden dag staande door, zonder van plaats te veranderen, geduurig in den gebede en overdenking bezig zynde: maar die geenen die t'huis de nacht overbrengen, moeten den volgenden dag met het opkomen van den dageraat zich weder in de Synagoge laaten vinden en hunne boetvaerdigheit achtervolgen. Op het eindigen van den dag, strekt de Rabbyn zyne handen naar 't volk uit en geeft hun deGa naar voetnoot(d) Ze-

[pagina 122]
[p. 122]

gening van Moses. Het volk ontfangt die met groote neederigheit, dekkende hun gezicht met hunne handen, vermits het gelooft dat Godt zich achter den Rabbyn onthoud, en dat de mensch zoo stoutmoedig niet moet zyn, hem t' aanschouwen. Insgelyks dekte de handt Godts het aangezicht van Moses, toen deeze WetgeeverGa naar voetnoot(a) zich voor hem vernederde wegens de zonden Israëls. Waarschynlyk is 't dat hier van de waare oorsprong deezer gewoonte afkomstig zy.

Na de zegening gaat de Chazan op de verheven preekplaats en blaast op den Hoorn; men viert de Nieuwe Maan, zodraa de plechtigheit van de Verzoening geëindigt is. Eenige Jooden zyn 'er die aanstonds na de Verzoening de Tenten voor het Loofhutten Feest oprechten.

Een Joodt die volmaaktelyk de taak van boetvaerdigheit vervult als den Synagoog voor den Chipur belast, is een man die onstraf baar boven het bereik der gemeene Godtvruchtelingen word aangezien; want de Goddelyke stem verzekert het,Ga naar voetnoot(b) dat hy voortaan zyn broodt met vreugde eeten kan, en dat Godt zyne goede werken aanneemt. Dit is zuiver Pharizeeusch: maar men moet echter eenige persoonen van een moeielyker Godtsdienstigheit uitzonderen, die begeeren dat men op een zoo stichtelyke manier zyn berouw laat blyken, dat de Goddelyke barmhartigheit nooit voor de wederkomst in vier en twintig uuren werde bloot gestelt.

margenoot+
Van welk een plechtelyke boetoeffening der Jooden Verzoenfeest verzelt gaat
voetnoot(b)
Deeze merktekenen zyn bezoedelde en versleten kleederen, rouw gewaaden of dood kleeden; een droevig en neerslagtig gelaat; een ruige baardt; de oogen neergeslagen, 't welk de boetvaerdigheit quynende vertoont en zelfs tot weenen geneegen; een treurige stilzwygendheit; een. Heilige hevigheit die den boeteling aanport door de Schaare der Godtvruchtigen te dringen, om de eerste in de Synagoge te zyn; een zeer krachtige ingetogenheit terwyl men de lyst zyner zonden overziet, als of men 't gebruik zyner zinnen verloor. Eindelyk eene volmaakte soberheit, die de dierelyke Geesten uitput, en naaulyks zoo veel overlaat dat 'er het lichaan geduurende de betrachting van den Geest van kan bestaan. Zie de Afbeelding van 't gebruik van den Verzoendag by de Hoogduitsche Jooden.
margenoot+
Alle ergerlyke en in ongeregeltheit leevende Jooden op het Verzoenfeelt genoodigt.
voetnoot(c)
Zie Buxtorf Syn. Jud. C. 26.
margenoot+
Hoe eenige Boetelingen dag en nacht in hunne boetoeffening doorbrengen.
voetnoot(d)
Volgens Numeri 6.
voetnoot(a)
Exodus 33.
voetnoot(b)
Buxt. C. 26.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken