Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XV. Hoofdtstuk.
Van het Feest der Wet, het Feest der Lichten in 't Hebreeuwsch Chanuccah of Inwying genoemt, en het Feest van Purim.

Ga naar margenoot+ Dit Feest valt op den negenden dag der Tenten of Loofhutten in;Ga naar voetnoot(a) het is van de instelling der Rabbynen, en word op den 23sten September geviert, De Jooden verheugen zich als dan, vermits Godts hun de genaade bewyst de Wet te door leezen en te betrachten. Bekent is 't dat de lezing van de gewyde Boeken Moses in 52 lezingenGa naar voetnoot(b) word verdeelt, en dat men 'er op ieder Sabbat een leest: vallende dus de laatste lezing op den negenden dag van 't Loofhutten Feest, of op den naastvolgenden Sabbat.

Des avondts, wanneer de negenden dag begint, haalt men uit de Ark alle de WetboekenGa naar voetnoot(c) en men draagtze omgangs gewyze rondom de preekplaats. De Zanger heeft de voorrang in deezen omgang. 's Anderendaags 's morgens oeffent men weder de zelfde Plechtigheit, en men brengt vervolgens deeze Boeken met staatsie weder in den Hechal,Ga naar voetnoot(d) uitgezondert drie die menGa naar margenoot+ achter houd. In 't eerste Boek leest men het einde, in 't tweede het begin van de Wet, en in 't derde 't geen volgens Numeri 29. de offerhande behelst. Dit is wat 'er ons Buxtorf van zegt: maar men genoegt zich in 't algemeen in twee onderscheiden Boeken het einde en 't begin van de Wet te leezen. De twee persoonen, verkooren om deeze twee plaatsen der Wet te leezen, worden Bruidegoms genoemt. Deeze lezing geschied op 't gerucht van 's volks toejuichingen, en de Rabbynen waanen dat ditGa naar voetnoot(e) een wonderbaar bewaarmiddel tegen 's Duivels lasteringen is.

Ga naar margenoot+ Op den dag van deeze Plechtigheit, worden de Kerkelyke Bedieningen uitgedeelt, voornamentlyk die de Wet aangaan. Men verkooptze aan de meest biedende, en men besteedt het geldt tot onderhoud der armen en der Synagoge. Buxtorf, die 'er ons dit verhaal van geeft, zodanig hy dit in de Hoogduitsche Synagogen heeft gezien, zegt ons mede dit de Bedieningen zyn.

I.De bediening om de lampen van de Synagoge op te steeken.
II.Die van den wyn uit te deelen voor de openbaare inwying van den Sabbat en andere plechtelyke dagen, ten behoeve der armen, die geene middelen hebben zich de zelve te bezorgen.
III.Die van de Wetboeken open en toe te rollen.
IV.Deeze om de Boeken van de Wet op te heffen en dus opgeheven aan de Vergadering te vertoonen.
V.Die van het hout en de koorden aan te raaken, als dienen om het Wetboek toe en open te rollen en vast te hechten. Dit Hout word Hout des Levens genoemt, en de Jongelingen zyn gewillig deeze bediening waar te neemen, naardien zy zich vleijen dat de aanraaking van dit Hout, hun leven verlengt, hunne gezondheit bewaart en hen wys en verstandig maakt.
VI.Deeze om iets in de Wet op plechtelyke dagen te leezen.
VII.Die wanneer iemandt in de plaats van den geenen aangestelt word, die zich in eenige van de voornoemde bedieningen niet wel gedraagt.

De Sabbat die dit Feest volgt, word Sabbat van den aanvangGa naar voetnoot(f) genoemt.

De oorsprong van 't Feest der LichtenGa naar margenoot+ heeft Leon de Modena,Ga naar voetnoot(g) ons aangeweezen. Men genoegt zich niet de lampen in de Synagoge, in d'aangeweezen orde aan te

[pagina t.o. 126]
[p. t.o. 126]


illustratie
Synagogue des Juifs Portugais, à Amsterdam.
No 9
SIMCHA TORA ou IOYE pour la LOY.
A. Le Cadan Berescid } ou Epoux de la Loy, representant les Rois d'Israël qui etoient obligez de commencer, et de finir la Lecture de la Loy, le dernier jour de la fête des Cabanes. Le Cadan Tora êst celui qui la finit, le Cadan Berescid, est celui qui la recommence.
B. Le Cadan Tora......} ou Epoux de la Loy, representant les Rois d'Israël qui etoient obligez de commencer, et de finir la Lecture de la Loy, le dernier jour de la fête des Cabanes. Le Cadan Tora êst celui qui la finit, le Cadan Berescid, est celui qui la recommence.
CC. Deux Parnassins.




illustratie
Dessiné d'apres nature, et gravé par B. Picart 1725.
MANIERE de conduire les EPOUX de la LOY, chez eux.
A. Le Cadan Tora, le jour qu'il finit la lecture de la Loy, il est reconduit le soir, par le Cadan Berescid, qui est a sa droite, et un Parnassin a sa gauche, suivi des autres Parnassins, de Parens, et Amis, escorté de quelques Sergens. Et le jour que le Cadan Berescid commence la Loy, le Cadan Tora le reconduit à son tour, dans le même ordre, avec cette diference que le Cadan Berescid occupe allors la place du milieu.


[pagina 127]
[p. 127]

steeken;Ga naar voetnoot(a) maar een ieder ontsteekt ze mede in zyn huis, en de welgeregeltheit van den dienst vereischt dat het licht ter linker zyde van des huis ingang gevonden word. De Mezuza moet ter rechter zyde zyn, gelyk reeds is gezegt, zulks men tusschen twee gebodenGa naar voetnoot(b) doorgaat. 't Is vrouwen werk deeze lampen te ontsteken.

Men viert mode op dit Feest de gedachtenis van de Inwying der Tabernakels en men leest de lezing van Numeri 7.

Noch zyn 'er eenige byzondere gebeden voor dit Feest; onder andere is 'er een om Godt te zegenen, die bevolen heeft de Lampen in deeze dagen van Plechtigheit te ontsteeken. Dit Feest duurt agt dagen, nademaal ten tyde van de Machabeên, deeze beruchte verlossers der Jooden, de Besnydenis, die op den achtsten dag geschieden moest, was afgeschaft geweest, of door de vyanden van 't Jodendom opgeschort.

Ga naar margenoot+ Het woort Purim, waar van dit Feest van Purim den naam voert, is een Persiaansch woordt en betekent Lot. Het is het meervoudige van Pur. Dus noemen de Jooden de twee dagen deezer Plechtigheit, nademaal Haman hunnen vyandt het lot geworpenGa naar voetnoot(c) had, om hun op deeze dagen uit te rooyen.

De Vaste die 's daags voor de Purim gehouden word, is van der Rabbynen instelling: maar waarschynlyk is 't dat het Feest ingevoert is geweest, door een ProfeetGa naar voetnoot(d) die een tydgenoot van Haman was. Hoe het ook zy, de Purim zyn eenigermaaten de Vastenavondt der Jooden; Ook vierd men ze in den tydt van den Vastenavondt der Christenen: Maar met dit onderscheid, dat de Jooden die met boetoeffening en treurigheit in stee van vreugde doorbrengen. De Vaste moet drie dagen duuren, en de Godtsdienstigste neemen die zeer gestreng waar. De Jooden in 't algemeen verslytenGa naar margenoot+ die als een dag van lichaamsquelling. ‘Men geeft 's morgens den armen iets waarmede zy zich 's avonds verheugen konnen; men zend hen somtyds gerechten van hunne tafel, zulks zy te beter vergenoegt mogten zyn; men doet een inzaameling van den halven Sikkel, die men eertyds voor den Tempel betaalde, en men deeld ze uit, den geenen die in Pelgrimaadje naar Jeruzalem gaan, alwaar zy begeerig zyn, begraaven te worden, om van een lange reistogt op den dag der Opstanding bevryt te zyn, en zich zoo veel te nader by het Dal van Josaphat te vinden.

's Avonds gaat men naar de Synagoge, om 'er de Lezing van het Boek Hester te hooren, 't welk de Chazzan voor de Vergadering verklaart. De Lezer mag dan geduurende deeze Lezing zitten, daar hy anders wanner hy de Wet leest, moet staan. Na dit Boekdeel te hebben open gerolt, moet hy drie gebeden doen, om Godt te danken overzulks zy tot deeze Plechtigheit geroepen zyn, vermits hy hun van Hamans laagen heeft verlost, en hun leven tot den dag van dit Feest gespaart. Hy leest vervolgens de gansche Historie van Haman en Hester. Vyf plaatsen van deeze Lezing zyn 'er, waar in hy zyne stem zodanig verheft, waar mede men vrouwen en kinderen een schrik aan jaagen zoude. Hy tracht den slaapende wakker te houden, of wel zyne vreugde te betoonen. De naamen der tien kinderen Hamans moet hy zonder ademhaaling leezen. Wanneer men de naam van deezen Vervolger noemt, maakt men in de Synagogen een groot gerucht enz. Op eenige plaatse graveert men den naam Haman in een steen of hout, en als men deeze naam leest slaat men krachtig met een andere steen, tegen deezen waarin den naam gegraveert is, schreuwende: dat de naam van den godloozen verdelgt en uitgewischt worde. Men eindigt dit Godtsdienstig bedryf, door vervloekingen tegen Haman en zyn wyf uitgesproken; door Zegeningen over Mordechai en Hester, en door loftuitingen aan Godt opgedragen, als hebbende zyn Volk verlost en bewaart. Vervolgens vertrekt men uit de Synagoge, om te gaan eeten, en men komt 'er den volgende morgen weder, om andermaal de Historie van Hester te hooren leezen enz. Waar na men een zoo groote en algemeene ongeregeltheit aanrecht, zulks men eertyds dit Feest met de Bacchusfeesten der Heidenen, vergelyken kon. Deeze beschryving van dit Feest, hebbenwe van woordt tot woordt uit BasnageGa naar voetnoot(e) getrokken.

De vreugde is aan deeze Purim zoo krachtig verbonden, dat het geen oprechte Joodt zou konnen zyn die met den vryen teugel aan zyne vergenoeging gaf. Men zou immers gelooven moeten dat men vreemde krachten moet inspannen, om byna in een ogenblik van een strenge boetoeffening tot een zoo uitgelaaten vreugde over te gaan, die gansch geene maatregels heeft, om dus zonder tusschenpozing van 't eene in 't ander bedryfover te stappen. Maar geenzins. Deeze

[pagina 128]
[p. 128]

strydigheden werken nochtans een en de zelfde beweeging uit. Beide deeze merktekenen der menschen, ter deezer gelegenheit genomen, geeven ons het denkbeeldt van een zeer buigzaame staale kling aan de handt, zy buigt zonder kracht te oeffenen, en herstelt zich vervolgens aanstonds weder in den vorigen staat.

Voor deezen dag zyn 'er byzondere gegebeden en zegeningen, eveneens als voor de andere plechtgebruiken der Jooden.

De tien naamen der Zoonen van Haman zyn op een zeer byzondere manier in de MeghillahGa naar voetnoot(a) geschreeven. Men schikt ze byna gelykGa naar voetnoot(b) gehangenen aan een galg.

margenoot+
Het Feest van de Wet, wanneer en door wien ingestelt.
voetnoot(a)
Buxtorf. Syn. Jud. C. 27.
voetnoot(b)
Zie Basnage Hist. des Juifs. L. 6. C. 29.
voetnoot(c)
De Afbeelding van dit Wetboek vind den Lezer verbeeld in de Printverbeelding van de werktuigen der besnydenisse.
voetnoot(d)
Buxtorf. Syn. Jud. C. 27.
margenoot+
Hoe men die geenen noemt die tot de lezing van 't begin en einde der Wet verkooren worden.
voetnoot(e)
ibid.
margenoot+
En met welk een plechtelykheit dit word verricht, als mede de bedieningen uitgegedeelt.
voetnoot(f)
Te weeten, Sabbath Bereshith, wegens het laatste woordt, 't welk den aanvang van Genesis is.
margenoot+
Het Feest der Lichten waarom dus genoemt, en van welkeen oeffening het zy.
voetnoot(g)
Eerste Verhandeling derde Afbeelding Hoofdtst. IX.
voetnoot(a)
Buxtorf Syn. Jud C. 28.
voetnoot(b)
De Lampen aan te steeken en de Mezuza is ieder een byzonder gebodt.
margenoot+
Naams oorsprong van 't woord Purim, door wien ingestelt en wat dit Feest beteekent.
voetnoot(c)
't Boek Hester C. 9.
voetnoot(d)
Haggai of Maleachi, volgens Basnage Hist. des Juifs. L. 6. Ch 87.
margenoot+
Het Feest Purim beschreeven.
voetnoot(e)
ibid.
voetnoot(a)
Dus noemen de Jooden het Boek van Hester.
voetnoot(b)
Zie Buxtorf. Syn. Jud. C: 29

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken