Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Toon afbeeldingen van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13,63 MB)

XML (2,16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach


Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXIII. Hoofdtstuk.
Van der Jooden Trouwen en Bruiloften.

Ga naar margenoot+ DEeze nevenstaande Printverbeelding in twee Afbeeldzels bestaande, vertoont de Trouw der Hoogduitsche en die der Portugeesche Jooden. Maar tot de Beschryving door Leon de Modena, over deeze Plechtgebruiken en 't geen op de Bruiloften voorvalt, gedaan, zullenwe noch eenige byzonderheden byvoegen: Het glas 't welk men breekt met kracht neerwerpende, en de asse die men op eenige plaatsen op den Bruidegom strooit, verbeelden, volgens eenige, de verwoesting van Jeruzalem: maar men acht met meerder grondt, dat deeze beide behandelingen de broosheit des levens en de onbestendigheit der rykdommen verbeelden.

Op den Bruiloftsdag schikken zich de Bruidegom en Bruidt ten kostelykste naar hun vermogen op. De Bruidt word met staatsie door vrouwen en dochters haarer vrienden naar 't bruiloftshuis geleidt. Haar hoofdt is ontbloot en de hairen zyn ontwonden; men plaatst haar tusschen twee bejaarde vrouwen; anderen omhangen het, kemmenGa naar margenoot+ 't, schikken 't op, en krullen 't, en dekken haar aangezicht. De maagdelyke zedigheit gedoogt niet haaren Bruidegom te zien. Zy volgt de kuische Rebekka na, die Isaak niet konnende aanschouwen, het aangezicht bedekte. Te Venetië schikt men de Bruidt met zekere lokken op, die men Banetes noemt; in navolging, zoo de Rabbynen zeggen,Ga naar voetnoot(e) vermits Godt Eva zodanig het hoofdt versierde, toen hy haar met Adam trouwde.

De opgetooide en gedekte Bruidt wordGa naar voetnoot(f) onder een verhemelte geplaatst, door vier jongelingen opgehouden, of op vier stylen rustende. De Bruiloftstroon is gemeenlyk in een tuin of openplaats, en daar is 't dat de bruiloftszegening word uitgesproken De Bruidegom komt 'er met zyne speelgenooten en vrienden verzelt enz. en de Buidt word 'er met haare gezellinnen begeleid. De gansche Vergadering roept, gezegent zy deeze die komt. De jeugt zingt

[pagina 142]
[p. 142]

vervolgens Bruiloftszangen met toortsen in de handen. De Bruidt wend zich driewerf rondom de Bruidegom, en hyGa naar voetnoot(a) tweemaal rondom de Bruidt. De omwandelingen van de Bruidt zyn gegrondt op 't geenGa naar voetnoot(b) Jeremias zegt: dat de vrouw den man omringen zal. Men werpt haar, (zoo men meent in Duitslandt) eenig graangewas toe, terwyl 'er gezegt word: wasch en vermeerder u.

De Bruidt word aan de rechter handt van den Bruidegom geplaatst, vermist David zegtGa naar voetnoot(c) uwe vrouwe is aan uw rechter handt. Men wend zich naar 't Zuiden, en dekt zich met den Taled. De Huwelyks Plechtigheit is in alle Landen niet eveneens. Buxtorf zegt, dat de Rabbyn de Taled van den Bruidegom over 't Hoofdt van de Bruidt haalt, in navolging van Boaz, dieGa naar voetnoot(d) het pandt van zyn rok over Ruth uitspreide. Deeze Plechtigheit zou mede de naauwe huwelyks gemeenschap, de echtelyke zedigheit, enz. verbeelden konnen. Vervolgens bied den Rabbyn de wyn den Bruidegom aan, en spreekt den zegen over 't huwelyk. Na dat de Bruidegom gedronken heeft, steekt hy de ring aan den vinger van de Bruidt, en zegt: Gy zyt myne Bruidt, enz. Men brengt andermaal de wyn voor de nieuw gehuwden, die 'er een weinig van drinken, en men werpt het overige weg. Indien 't een dochter is die trouwt, moet het een naauw glas zyn: maar wyd, indien 't een Weduw zy. De Lezer zal mogelyk zelf van dit geheim de verklaaring konnen doen. Wat de overige Plechtigheden aangaat, kan men omstandiger by Leon de Modena nazien.

Men dient zich op de Bruilofts-maaltydtGa naar margenoot+ van eenig gevogelte, door zeven zegeningen geheiligt. De eerste opdissing die men voor de Bruidt doet, is een hoen met een ei. Nadat de Bruidt gedient is, vallen de Bruiloftgasten op 't overige van dit gevogelte aan. Het hoen is zeer nadrukkelyk; het geen de Bruidt haare toekomende vruchtbaarheit voorspelt, en dat ze met niet min gemak baaren zal als deeze Hen haare eieren legt. De Maaltydt word van gewoone Bruilofts-vreugde gevolgt. De Speelgenooten leiden terwyl de nieuwe getrouwden in hunne kamer, en daar is 't, alwaar de laatste rol van 't Bruilofts-spel word afgespeelt.

Nadat de Bruidt uit haaren maagdelyken staat tot deeze van Vrouw is overgegaan, laat de jonge Man haar ten einde van eenige gestelde dagen ongerept.

Wy zullen ons niet inlaaten het inwendige van de nieuwe huishouding, noch in 't verhaal van alle echtelyke plichten voor te draagen. Daar zyn Geleerden die de Jooden over dit onderwerp naauwkeurig onderwyzen. 't Staat aan den Man de schult van zynen plicht te voldoen; en wat de Vrouw aangaat haar eerste oogmerk zal zyn, uitverkorenen in 't Joodsch Geloof te verwekken.

margenoot+
Met welke byzonderheden het trouwen der Jooden verzelt gaat,
margenoot+
en waar in het tooizel van de Bruidt bestaat.
voetnoot(e)
Buxtorf. Syn. Jud. C: 39.
voetnoot(f)
Idem ibid, & Basnage Hist. des Juifs L. 6. Ch: 22.
voetnoot(a)
Basnage zegt tweemaal: maar Buxtorf zegt eens.
voetnoot(b)
Hoofdtst. 31. vers 22.
voetnoot(c)
Psalm 45.
voetnoot(d)
Dus vind men de 9 verzen van 't 3de Hoofdtst. van 't Boek Ruths vertaalt.
margenoot+
Hoedanig de Bruiloftsdisch word gestoffeert.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken