Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.42 MB)

XML (1.78 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

IX. Hoofdtstuk.
Van de Plechtigheden die de Waardigheit der Kardinalen betreffen.

Ga naar margenoot+ De Kardinalen zyn RaadsheerenGa naar voetnoot(a) der Kerke, Raadgeevers van den Heiligen Vader, en zomtyds mede zyne Bestierders; want schoon haare Eminentiën van de onfeilbaarheit van Jesus Christus Stedehouder overtuigt zyn, echter draagenze zorg hem te bestieren, en weeten zyne oogmerken somtyds te dwarsbomen, wanneer zy gelooven dat ze de belangen der strydende Kerke benadeelen, of liever die van de Kerkvoogdy.Ga naar voetnoot(b) Een Roomsche Schryver onderstelt dat de Kardinalen door St. Pieter ingestelt zyn, om zyne Medehelpers, Raadgeevers, en Stedehouders in de bedieningen van zyn Pausschap te zyn. Volgens den zelven Schryver waren Linus, Cletus, Clemens en St. Markus waare Kardinalen, alhoewel zy toen noch deezen verhevenen naam niet voerden. Maar hoe 't ook zyn mag, indien de waardigheit van Kardinaal haar beginzel aan St. Pieter niet verschuldigt zy, echter laat ze niet na zeer oudt te wezen. Men gelooft mede dat haar beginzel min luister dan bestendigheit had. Paus Evaristus stelde zeven Diakenen of KardinalenGa naar voetnoot(c) in, om voor de benoodigdheden der arme Gelovigen van Rome bezorgt te zyn. Deeze Diakenen waren toen by den naam aangeweezen, of zoo men wil, by de Parochie van de Wyk waarin zy voorzitters waren, en dit is de eerste Oorsprong der tytels die de Kardinalen voeren. By deeze zeven Diakenen voegde Paus Hyginus zoo veel Priesters als Diakenen: maar hy begeerde dat die de eersten voor hunne Dekens erkenden, of voor hunne Kardinalen zoo men wil: alhoewel de Geleerden gelooven dit woordt van een laater styl in 't Latyn te zyn dan die van de eeuw van Hyginus. Men verzeekert dat 'er onder de regeering van Konstantyn den Grooten reeds agt en twintig deezer Diakenen en Priester-Kardinalen waren, die hunne tytelsGa naar voetnoot(d) niet alleen van de Parochie hunner Wyk voerden; maar ook van de erfgoederen die de Christenen mildelyk den Kerkelyken voor hun onderhoudt bespraken: en alzoo deeze mildadigheit somtyds zeer gewichtig was, bevond men in dien tydt dat een eenige Kardinaal dikmaals byna drie tytels bezat. Men zegt dat Gregorius de Groote het getal der Diakenen met diergelyke bedieningen, als die van Diakenen Kardinalen, tot op 70. vermeerderde: maar dat echter deeze laatste verkoornen in minder rang met de eersten stonden. Dit alles hindert niet dat tot omtrent den tydt van Hugo Capet de waardigheit van Kardinaal veel minder met die van de tegenwoordige is geweest. Dit is 't geen PasquiërGa naar voetnoot(e) aanmerkt, die 'er verscheiden gedachten byvoegt over de middelen die deeze Waardigheit den Paus verschafte om zyn gezag te vermeerderen.

Tegenwoordig zyn 'er drie Ordens van Kardinalen, als Bisschoppen, Priesters en Diakenen. Zes Bisschoppen zyn 'er, vyftigGa naar margenoot+ Priesters en veertien Diakenen. Sixtus de V.Ga naar voetnoot(f) heeft dit getal van Kardinalen op zeventig bepaalt, en deeze Vergadering is 't die men tegenwoordig het

[pagina 142]
[p. 142]

Gewyde Genootschap noemt. Deeze Vergadering heeft haar Kamer-HeerGa naar voetnoot(a) die jaarlyks verwisselt, daar die van den Paus voor zyn leven is; haar Geheimschryver is altoos een gebooren Italiaan; haar Klerk is beurtsgewys jaar om jaar een Duitscher, Spanjaardt of Fransman, als ook haar Computist. Breeder zullen we vervolgens van deeze Ampten in 't vervolg van dit tweede Deel handelen.

In 't jaar 1125. stelde de Paus Honorius de II. zeven Kardinalen-Bisschoppen aan, te weeten die van Ostia, Porto, Sta. Rufina, Sabina, Palestrina, Frescati en Albano. De Bisdommen van Porto en Sta. Rufina zyn vervolgens vereenigt; zulks 'er niet dan zes Kardinalen - Bisschoppen zyn. Nochtans word 'er van Kardinalen-Bisschoppen omtrent het einde van de agtste eeuw gewag gemaakt, en zulks onder het Pausschap van Stephanus den IV. Andere zeggen dat deeze Bisschoppen geen Kardinalen-Bisschoppen wierden genoemt, en tot de verkiezing van den Paus niet toegelaaten wierden, dan by 't Pausschap van Alexander den III. omtrent de twaalfde eeuw. Ten opzicht der Kardinalen-Diakenen, hebben wy hunnen Oorsprong en eerste Bedieningen beschouwt. De zaaken veranderden in vervolg van tydt: men heeft hun het Ampt van 't Apostolisch Erfgoedt te bestieren en het Aalmoezenierschap ontnomen, niet laatende dan dat van voor den Heiligen Vader het Euangeli te zingen. Wat de Kardinalen-Priesters aangaat, in de eerste tyden der Kerke was hun de zorg aanbevolen van de Gelovigen te doopen, en de Lyken der Martelaren te begraaven. Dus verhaalen het eenige Schryvers, en voegen 'er zelfs by, dat de Paus uit hun zyne Apostolische Legaten verkoor.

margenoot+
Hoedanigheden der Kardinalen aangemerkt en hunnen Oorsprong onderzocht.
voetnoot(a)
Pius de II. noemde hen Roomsche Senatoren. De zuiverste Schryvers van de eeuw van Leo den X. spreekende van Kardinalen en van 't Roomsche Volk, hebben dikmaals deeze aloude uitdrukking, Senatus Populusque Romanus gebruikt.
voetnoot(b)
Casal. de Vetr. Sacr. Christ. Ritibus.
voetnoot(c)
Men meent dat de naam van Kardinaal niet in gebruik is geraakt dan ten tyde van Paus Hyginus, omtrent den jaare 156.
voetnoot(d)
Na den Vrede der Kerke voegden deeze eerste Kardinalen by hunne tytels de namen van Heilige Martelaren en Belyders der Kerke.
voetnoot(e)
Recherches de la France. L. 3. Ch. 5.
margenoot+
Hoe het Kardinaalschap uit drie Ordens bestaat, en welke Ordens die zyn, aangeweezen.
voetnoot(f)
Of Paulus de IV. om het aloude Sanhedrin na te volgen uit 70. Oudsten bestaande, of veeleer om de gedachtetenis der 70 Discipelen van J.C. te vernieuwen. Dit is deeze Orde die Sixtus de V. door een Bul in 't jaar 1586. bevestigde. Casal. C. 83. de Veter. Sacr. Christ. Ritibus. Zie wat 'er een Italiaansch Schryver Lunadoro genoemt, van zegt, op het onderwerp der veranderingen van tydt tot tydt ten opzicht der verkiezing van Kardinalen voorgevallen. ‘Tot op het Pausschap van Innocentius den II. had men de gewoonte de Kardinalen een voor een te verkiezen, te weeten naar maate dat de doodt iemandt van 't Gewyde Genootschap wegrukte. Innocentius de II. en de Pausen die hem opvolgden, voerden de gewoonte in, van onder de Voogdy de plaatsen der verstorvene Kardinalen aan den geenen die leefden over te laaten: somtyds stelden ze het bestier der leedigstaande plaatsen aan den Aartspriester der Kardinalen.’ Nochtans maakte Innocentius de II. verscheiden Kardinalen teffens. Maar de scheuring van Avignon de Apostolische Stoel voor de overheeringen der Tegen-Pausen hebbende blootgestelt, groeide het getal der Kardinalen verre boven de gewoone takst, die tot deeze Scheuring toe 52. of 53. was geweest. De Italiaansche Schryver voegt 'er by, dat men om de nieuwe ongelegendheden voor te komen, na de demping van de scheurziekte, de Kardinalen van verscheiden Ordeningenin 't bezit van hunne tytels en waardigheden liet. Onder Leo den X. bevonden zich 65. Kardinalen; onder Paulus den III. 68. onder Pius den V. 76. de Heer Aimon, geeft in zyn Tafereel van 't Roomsche Hof aan een getal van 71. de tytels der aloude en nieuwe Kardinalen. Hy voegt 'er by dat deeze tytels boven het getal van 71. en somtyds 72. beliepen, voornamentlyk in buiten gewoone gevallen, zodanig als de bekeering van eenig groot Vorst zoude konnen zyn.
voetnoot(a)
Lunadoro Relaz. della Corte di Rome.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken