Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.42 MB)

XML (1.78 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

XII. Hoofdtstuk.
Van de Uitvaart en Lykstatie der Kardinalen.

Ga naar margenoot+ ‘Zoodraa een KardinaalGa naar voetnoot(a) overleden is, balzemt men het Lyk, en men draagt het den volgenden nacht naar de Kerk, alwaar men plechtelyk zyne uitvaart viert. Deeze Kerk is byna altoos een der grootste, zulks zy de meenigte volks begrypen kan. Zy is dan t'eenemaal met zwart vloers behangen, en verzien van Schilden, waar op de Wapens van den Overledenen verbeeldt zyn. Ook word de Kerk ter weerzyde van haaren buik met een groot getal witte brandende Waschkaerssen verzien.

Men recht in 't midden van deeze Kerk een groot Gesticht op, 't welk een soort van verheven Praalbedt is, met zwarte geblomde stoffe bekleed, nevens twee Hoofdkussens van de zelfde kleur, op elkander en onder het hoofdt van den Overleden Kardinaal gelegt; leggende het Lyk op het midden van dit Praalbedt uitgestrekt, en zodanig dat de voeten naar de groote Kerkdeur, en het hoofdt naar het hoog Autaar zyn gestrekt.

Het Lyk van den Overleden Kardinaal word met de Plechtelyke Gewaaden bekleedt, te weeten, het Koorkleedt, indien hy van de Orde der Bisschoppen is geweest, en de Kazuifel zoo hy Priester was, of het Monniksgewaadt indien hy het Diakenschap heeft bekleedt. De zes Ceremoni-Meesters woonen deeze uitvaart in de Kerk by, bekleedt met violette sergie Priestersrokken, en alle de Pausselyke Loopers met tabbarden van de zelve verwe, ter aarde sleepende, en houdende zilvere staven in handen. Ook zyn 'er twee Stafiers van den Overledenen, draagende aan 't einde hunner stokken een wimpel van violette taft met de Wapens van den Kardinaal, waar van men de uitvaart houd. Zy waaijen geduurig met deeze wimpels van weerzyden des Overledens aangezicht, mogelyk, beducht zynde dat hem de vliegen mogten steeken.

‘Den volgenden dag, vergaderen na de Vesper, de Bedelmonniken in de Kapel van deeze Kerk, alwaar zy de Vroegmetten der Dooden zingen, ieder Orde zingende beurtsgewys een der drie nachtdeelen, en de Muzyk-Meesters van den Paus de Laudes. Ondertusschen komen de Kardinalen in 't violet gekleedt in de Kerk, en verzien zich in 't inkomen van het Koorkleedt van de zelve verwe, waar mede zy voor 't Hoog Autaar gaan, alwaar zy het Pater Noster opzeggen enz. waar by zy eenige verzen van 't Gebedt Absolve voegen, 't welk tot den Dienst der Dooden behoort. Daar na doen zy de gewoone besprenging met Wywater, en gaan in 't Koor zitten, alwaar zy den Dienst der Dooden hooren, die verscheiden Kerkelyken en Monniken plechtelyk zingen. De andere herhaalen het in 't byzonder, blyvende zitten tot dat het gezang geëindigt is; alzoo de Kardinalen Bisschoppen en Priesters aan de Epistel zyde, en de overige van de Geestelykheit in laager gestoeltens, die rondom het Koor zyn hun plaats hebben, zitten de Kardinalen in hooger plaatsen, of op verhevener gestoeltens. Na deeze verrichting vertrekt een ieder, zonder eenige andere Plechtigheit.

Des nachts ontkleedt men het doode Lyk, en alsdan legt men 't in een loode Doodkist, beslooten in een andere van Sipressenhout, die men met een zwart laken dekt. Men brengt het in een Karos verzelt van den Kerspelpriester en des Overledens Aalmoezeniers, die by het toortslicht naar de Kerk gaan, alwaar men 't Lyk begraaven moet.

Het meerendeel der Kardinalen die te Rome woonen, worden gemeenlyk in de Kerk van hunnen Tytel begraaven, ten zy den Overledenen een Romein van Groot aanzien zy, die in 't Graf van zyne Voorouderen begeert te leggen, of een Overalpische die zyn Graf in de Kerk verkoren heeft, als de Kerkelyke van zynen Landaardt in Rome bezitten.

Vier Kardinalen zyn 'er die men met pracht en groote statie begraaft, te weeten, de Deken van 't Apostolisch Genootschap, de Groot-Biechtvader, de Onder-Kantselier en de Kamerling; en deeze Plechtigheit geschied in de volgende orde.

Nadat de Dienst der Dooden in 't overstaanGa naar margenoot+ der Kardinalen gezongen is, vertrekken deeze Eminentiën en men begint de Processie. Aan 't Hoofdt van deeze

[pagina 150]
[p. 150]

Processie gaan de Weeskinderen die men Illiterati noemt te weeten, ongeletterden: na hun volgen verscheiden Broederschappen, waar van de Boetelingen brandende Waschkaerssen in handen hebben. Zy zyn met hunne Monnikskappen gedekt, en met hunne groote Tabbarden van verscheiden verwen, volgens hunne Instelling, bekleedt; als roodt, zwart, wit, violet, blaauw, geelachtig, bruinachtig en veele andere waar van de mengeling zonderling is.

Na deeze onderscheiden Broederschappen gaan de Bedelmonniken en anderen, ieder volgens hunnen rang. Vervolgens komen de Waereldlyke Kerkelyken van de Parochie des Overledenen Kardinaals, en deeze van de Kerk alwaar hy moet begraven worden, wanneer zy geen Geregelden zyn.

Indien de Kardinaal die men begraaven zal, Aartspriester van een der drie Hoofdtkerken van Rome is, woont het Kapittel de begraving by, en zelfs wanneer het de begraving van een Tytelvoerende Kardinaal van St. Laurens in Damazo, of van Sta. Maria over den Tyber betreft.

Op 't einde van de uitvaart volgt het Lyk, met de Plechtelyke versierselen opgetooit, volgens de Orde die de Kardinaal in 't Gewyde Genootschap had, maar wanneer hy niets dan het Diakenschap bezeten heeft, zet men hem niet te min een Myter op 't hoofdt; dus uitgedost word hy op de schouders van zyne Stafiers in 't midden van zyne Huisgenooten en Vrienden gedragen, die hem geleiden in den rouw gekleedt, te weeten: zyne Livreidragers gaan voor het Lyk, en zyne Aalmoezeniers, Edellieden en Amptenaren, volgen het zelve. Aan weerzyden van 't Lyk gaan mede twee ryen Zwitzers van 's Paussen Lyfwacht, hebbende Hellebaarden in de handt, en in de achterhoede een gedeelte van de Pausselyke Huisgenoten in Ruiterpracht; vervolgens de Kapiteins van de Zwitzersche Lyfwacht, de Stafdragers van den Paus, een Ceremoni-Meester met zyn Hofmeester, de Noodhelpende Bisschoppen, de Apostolische Protonotarissen, de gemeene Kapellanen, de Apostolische Stalmeesters en de Kamerlingen buiten demuuren.

Als een der Kardinalen Vorsten, of van de aanzienlykste geslachten overleden is, zend de Paus dikmaals alle zyne Huisgenoten op zodanig een uitvaart, gelyk mede met die der vier Kardinalen, die den rang houden als reeds is gezegt.

Wanneer men het lyk van een KardidinaalGa naar margenoot+ naar de Kerk draagt, alwaar het zal begraaven worden, zingt men 'er den volgenden morgen in 't overstaan van 't Gewyde Genootschap, een plechtelyke Mis voor de rust zyner ziele, en in deeze gelegenheit gebruikt men alle de Ceremoniën die by de uitvaart van den Paus worden waargenomen, behalven dat 'er in een Pausselyke uitvaart vyf Noothelpende Kardinalen in Plechtelyken Gewaade bekleedt zyn, daar in deeze niet dan vyf Bisschoppen zyn die de besprenging, bewierooking en de gewoone gebeden doen, in 't Gewoonte-Boek voor deeze bediening aangeweezen.

Het Roomsch CeremoniaalGa naar voetnoot(a) beschryft de negendaagsche gebeden, die men voor de overledenen Kardinalen doet. De eerste en laatste dag moeten 'er hondert en vyftig Missen gedaan worden, en men geeft aan ieder Dienstdoenden Priester een klein stuk geldt en twee kleine kandelaars. Op de andere zeven dagen doet men 'er hondert. De andere Plechtigheden die eveneens als in gewoone Missen over de Dooden zyn, zullen we hier niet weder herhaalen, naardien wy 'er reeds in 't Hoofdstuk van de Lykmissen, Uitvaarten enz. van gehandelt hebben.

margenoot+
Plechtigheden over de Lykstatie tot de Uitvaart der Kardinalen aangeweezen, en waarin die bestaan.
voetnoot(a)
Aimon. Ubi supra.
margenoot+
Processie en hoe, by de Lykstatie gehouden.
margenoot+
Zielmissen voor den overleden Kardinaal gedaan.
voetnoot(a)
Sacr. Caerem. Eccl. Rom. L.I. In prima & nona die --- consueverunt legi in Ecclesia ubi fiunt Exequiae centum quinquaginta Missae, & datur per eleemosynam cuique celebranti unus Grossus Papalis & duae parvae candelae. Aliis septem diebus intra novenam dicuntur centum Miss quolibet die, &c.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken