Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.42 MB)

XML (1.78 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 2

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XVIII. Hoofdtstuk.
Van het Gedrag met den Heer Dellon in 't uitgaan van de Inquisitie gehouden; hoe men hem in een Tuchthuis om onderweezen te worden bragt, en weder in de Inquisitie geleidde, om 'er de opgelegde Boete aan te neemen en te voldoen.

Ga naar margenoot+ Ik was van de Handeling des Geloofs wedergekomen, zodanig vermoeit en verzwakt, dat ik niet min verlangde my wederom in myne gevankenis te zien om 'er my uit te rusten, dan ik den voorigen dag verlangt had om 'er uit te komen.

Myn Geleider verzelde my tot in de Zaal; en de Alcaïde my in de Galery gebragt hebbende, ging ik my zelf opsluiten, terwyl hy de anderen het geleide gaf. Ik leide my aanstondts in myn bedt, verwachtende het avondeeten, 't welk niet dan uit broodt en vygen bestond, alzoo de belemmering van dien dag belette dat de keuken niets te schaffen verzorgt had. Echter rustre ik deezen nacht veel beter, dan ik in langen tydt hadde konnen doen: maar met het aanbreeken van den dag, verwachtte ik met ongeduldt wat 'er verder van my worden zoude. Omtrent zes uuren quam de Alcaïde my het kleedt afeisschen, 't welk ik in de Processie gedraagen had, en ik hem gewillig overgaf, willende mede hem de Sambenito geeven: maar hy begeerde die niet aan te neemen, naardien ik 'er my vooral des Zondags en op Feestdagen mede opschikken moest, tot dat myn vonnis t'eenemaal volvoert was.

Men bragt my omtrent zeven uuren het ontbyt, en een weinig daar na wierd my aangezegt myn goedt te pakken, en my gereed te houden om uit te gaan, wanneer men my roepen zoude.

Ik gehoorzaamde met allen mogelyken vlyt deeze laatste order; omtrent negen uuren was 't dat de Wacht de deur myner gevankenisse opende; ik laade dan op zyn bevel myn pakkaadje op myne schouders, en volgde hem tot in de groote Zaal, alwaar reeds het meerendeel der Gevangenen waren.

Na alhier eenigen tydt vertoeft te hebben, zag ik omtrent twintig van myne medegevangenen die tot de geesseling verweezen waren, inkomen, en den beul overgelevert wierden, om 's anderen daags door

[pagina 295]
[p. 295]

alle de straten der Stadt de geesselstraf t'ontfangen. Dus vergaadert zynde, verscheen den Inquisiteur, voor wien wy alle knielden om zynen zegen t'ontfangen, na het stof zyner voeten te hebben gekust. Men belaste vervolgens aan de Zwarten die weinig of geen pakkaadje hadden, die van de Blanken te helpen draagen. Deeze van de ingekomen Gevangenen die geen Christenen waren, wierden aanstonds ter plaatse gezonden door hun vonnis aangeweezen, eenige in ballingschap, andere naar de Galeien of kruitmolens, Casa da polvera genoemt; en deeze die Christenen waren, zoo wel Blanken als Zwarten, wierden in een huis gebragt, voornaamentlyk in de Stadt gehuurt, om 'er hen geduurende eenigen tydt te onderwyzen.

De Zaalen en Galleryen van 't huis waren voor slaapplaatsen der Zwarten bestelt; en wy Blanken wierden in een afgezonderde kamer geplaatst, waarin wy des nachts opgesloten waren, laatende ons des daags de vryheit door 't huis te wandelen, en met den geenen te spreeken die 'er in waren of van buiten quamen om ons te zien. Men hielt dagelyks twee Catechizatiën, een voor de Zwarten, en de andere voor de Blanken; en men deed 'er ook dagelyks de Mis, die wy alle moesten bywoonen, en zelfs een morgen en avondt gebedt.

Terwyl ik myn verblyf in dit huis houden moest, wierd ik door een Geestelyke van der Dominikanen Orde en mynen Vriendt bezocht, die ik te Daman alwaar hy Prior was geweest, gekent had. Deeze goede Vader van ziekte en hooge jaaren verzwakt, niet beter weetende of ik was ontslagen, liet zich in een Palanquyn draagen om my te bezoeken. Hy weende over myn ongeval, omhelzende my teederlyk, en betuigde dat hy voor my zeer beducht was geweest, dat hy dikmaals naar den staat van myne gezontheit en myne zaaken den Vader Procureur der Gevangenen die zynen vriendt was, en mede van zyne Orde zynde, gevraagt had; dat hy nochtans in langen tydt van my geen bescheid had konnen bekomen, en echter eindelyk na veele dringende smeekingen was te weeten gekomen, dat ik noch leefde.

Ik genoot wel eenige vertroosting de goedheit van deezen Geestelyken ziende; maar dat ik genootzaakt was Indië te verlaaten, viel ons beide even hardt. Hy had noch de goedheit my dikmaals te bezoeken, en moedigde my aan weder in Indië te komen, zoodraa ik in vryheit en van myn vonnis ontslagen was. Ook zond hy my verscheiden benoodigdheden voor myne reize die ik stondt te doen, alzoo de staat myner behoeftigheit waar in ik my bevondt, elders niet te hoopen was.

Nadat ik tot den 23sten. Januari myn verblyfGa naar margenoot+ in dit huis hadde gehad, wierden wy wederom naar de Zaal van de Inquisitie geleid, en wy wierden vervolgens beurtsgewyze voor de Tafel van de Heilige Bediening geroepen, om 'er uit handen van den Inquisiteur een geschrift t'ontfangen, behelzende de Boetopleggingen waarin hy ons verweezen had; ik quam 'er op myne beurt, men liet my knielen, nadat ik te vooren myne handt op het Euangeli Boek gelegt, en in deeze gestalte belooft, onschenbaar geheim te houden, 't geen my voorgekomen was, en waarvan ik geduurende myne hechtenis, kennis gekreegen had.

Ik ontfing vervolgens van de handt myns Rechters een geschrift door hem geteekent, behelzende de zaaken die ik volbrengen moest: en alzoo de omstandigheit van dien niet breed is, hebbe ik goed gedacht om het van woordt tot woordt uit het Portugeesch in 't Fransch over te zetten:

Lyst van de Boete die ik als verweezene voldoen moest.

I. In de drie naastvolgende jaaren zal hy biechten en ter Communie gaan; in 't eerste jaar, alle maanden; en de twee volgende jaaren, op de Feestdagen van Paasche, Pinxter, Kersdag en Maria Hemelvaartsdag.
II. Hy zal des Zondags en op Feestdagen zonder Wettelyke verhindering de Mis en Sermoen hooren.
III. Hy zal geduurende de gemelde drie jaaren dagelyks vyf-maal het Pater en de Ave Maria ter eere van de vyf wonden van onzen Zaligmaker Jesus Christus opzeggen.
IV. Hy zal geen bandt van vriendtschap noch eenigen handel in 't byzonder met de Ketters mogen hebben, of met personen waarvan hun Geloof verdacht zy, 't welk aan zyne Zaligheit zoude konnen schadelyk zyn.
V. Eindelyk zal hy naaukeurig alles geheim houden, 't welk hy gezien, gehoort of gezegt heeft, of 't geen 'er met hem zoo wel voor de Tafel van de Vierschaar, als op andere plaatsen van de Heilige Bediening verhandelt is.

 

Was geteekent:

 

Francisco Delgado e Matos.

margenoot+
Wat verder de Schryver na de gehouden Handeling des Geloofs wedervaaren is.
margenoot+
Hoe de Schryver van den Inquisiteur bygeschrifte zyne boetoplegging ontfangt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken